H5 New Configurations (1050-1150) Flashcards

1
Q

Belangrijkste tussen (1050-1150)

A

In deze periode komen er twee nieuwe machtige groepen op: de Seltsjoeken (Turken) uit het oosten en Europeanen uit het westen.

Byzantium viel.

De Islamitische wereld zag na een bijna volledige naleving van het Sjia, zag een herleving van de Sunna.

In Europa zag de bloeiende populatie een nieuwe commerciële economie
die het religieuze leven nieuwe vormen gaf en de intellectuele en territoriale horizon verbreedde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kwamen de Seltsjoeken oorspronkelijk vandaan en wat motiveerde hen om het Midden-Oosten binnen te vallen?

A

De Seltsjoeken waren nomadische krijgers uit de Kazakh steppe. Tussen 1000-1050 begonnen ze zelfgebieden te veroveren, en na het verlies van de Ghaznaviden bij Dandanaqan, trokken ze helemaal naar Anatolië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren de twee staten die werden gevormd door de Seltsjoeken, en welke gebieden bestreken ze?

A

De Seltsjoeken vormden het Grote Seltsjoek Sultanaat (1040-1194) in het zuidelijke gedeelte van de Kaspische en Aral zee, en het Seltsjoeken Sultanaat Rûm (1081-1308) in Byzantijns Anatolië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beïnvloedden de Seltsjoeken de culturele en politieke dynamiek in het Midden-Oosten?

A

De Seltsjoeken verschoven het culturele en politieke centrum van de Abbasiden naar Iran en Anatolië, moedigden de stichting van Maradas (scholen voor religie, rechten en literatuur) aan, en maakten hun rijkdom en macht zichtbaar in architectuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was het motief achter het aanmoedigen van de stichting van Maradas door de vizier Nizam al-Mulk?

A

Nizam al-Mulk moedigde de stichting van Maradas aan om de invloed van de Sunni te vergroten en zorgde hiermee voor een herleving van de Sunni en een afname van de invloed van de Sjia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe gebruikten de Seltsjoeken iqta als betaalmiddel, en wat waren de gevolgen van dit systeem?

A

De Seltsjoeken gebruikten iqta (vergelijkbaar met het Europese leengoed) als betaling voor soldatenleiders (emirs) en bureaucraten. Dit systeem leidde echter tot een proces van fragmentatie doordat emirs met groeiende landen zich afsplitsten van de centralisatie, wat uiteindelijk leidde tot de val van het Grote Seltsjoek Sultanaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verschilde het culturele landschap van Anatolische Seltsjoeken van dat in andere delen van het Seltsjoekse rijk?

A

Anatolische Seltsjoeken bloeiden en gaven geen iqtas, omdat ze hun soldaten rechtstreeks met geld konden betalen. In tegenstelling tot het oosten, waren er minder madrasas en minder aandacht voor literatuur en kunst, waardoor het Anatolische gebied een soort ‘Wilde Westen’ werd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de religieuze diversiteit in Anatolië tijdens de bloeiperiode van de Anatolische Seltsjoeken?

A

Tijdens de bloeiperiode van de Anatolische Seltsjoeken was er veel variatie in religie, waarbij het overgrote deel nog steeds christelijk was. Islam was voornamelijk Sunni, en er werden veel moskeeën gebouwd om aan de behoeften van de bevolking te voldoen, met nog steeds aanwezige christelijke motieven in sommige gebouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie waren de Sanhaja-stammen en wat waren hun oorspronkelijke activiteiten?

A

De Sanhaja-stammen waren Berbers die uit de Afrikaanse Sahara kwamen. Oorspronkelijk waren ze veehouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kwamen de Sanhaja-stammen in contact met de islam, en wie volgden ze in hun naleving van de islam?

A

Ze leerden de islam van moslimhandelaren en volgden Yahya ibn Ibrahim in zijn orthodoxe naleving van de Sunni.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom werden de Sanhaja-stammen “The Veiled Ones” genoemd, en wat was de oorsprong van deze traditie?

A

Ze werden “The Veiled Ones” genoemd omdat ze een sluier over hun gezicht droegen, inclusief mannen. Hoewel dit niet aan de islam was verbonden, werd later beweerd dat ze deze traditie hadden aangenomen nadat ze de Sahara ontvluchtten, vermomd als vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de naam van de federale staat die de Sanhaja-stammen vormden, en op welk gebied richtten ze zich voornamelijk?

A

De federale staat die de Sanhaja-stammen vormden, was Murabitun (Almovariden). Ze richtten zich voornamelijk op de Maghreb, het gebied van Noordwest-Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stad stichtten de Sanhaja-stammen, en wie was hun leider tijdens deze periode?

A

Ze stichtten Marrakesh in 1070, en hun leider was Yusuf ibn Tashfin in 1106.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was het doel van de Sanhaja-stammen in hun veroveringen op het Iberisch Schiereiland (al-Andalus)?

A

Het doel van de Sanhaja-stammen was om de Afrikaanse zout- en goudhandel te controleren. Ze waren in eerste instantie niet geïnteresseerd in al-Andalus (Spanje).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe reageerden de Almoraviden op de aanval van Alfonso VI op Toledo, en wat was het resultaat van deze confrontatie?

A

Na de aanval van Alfonso VI op Toledo in 1085 sloegen de Almoraviden terug in Badajoz in 1086 en versloegen Alfonso. Hierdoor begonnen de Almoraviden het Spaanse schiereiland over te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer eindigde de hegemonie van de Almoraviden en wat was de oorzaak van hun neergang?

A

De hegemonie van de Almoraviden eindigde in 1147 toen een Berberse groep, de Almohaden, rebelleerde tegen hen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom kon het eens zo grote Byzantijnse rijk onder Basil II zijn succes niet behouden?

A

Het Byzantijnse rijk onder Basil II kon zijn succes niet behouden vanwege de druk van verschillende groepen, waaronder de Seltsjoeken in Anatolië, Turkse Pechenegs in de Balkan, en Normandiërs in Zuid-Italië en Sicilië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wie bestuurde het rijk van Zuid-Italië tot Palermo in het koninkrijk van Sicilië tijdens de periode van de Normandische koning Roger II?

A

Normandische koning Roger II (1130-1154) bestuurde over het rijk van Zuid-Italië tot Palermo in het koninkrijk van Sicilië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe reageerde het Byzantijnse leger op de bedreigingen van buitenaf, zoals de Seltsjoeken en Pechenegs?

A

Het Byzantijnse leger was niet effectief meer, maar begon meer diplomatieke regelingen toe te passen. Pechenegs en Turken werden verwelkomd in de Balkan en Anatolië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe veranderde het bestuurlijke model van het Byzantijnse rijk onder Alexius Comnemus I?

A

Onder Alexius Comnemus I evolueerde het bestuurlijke model naar een meer ‘familiaal’ model. Hij bevorderde huwelijken tussen dynatoi families en familieleden kregen de hoogste posities, waarbij ze land (pronoiai) ontvingen voor hun diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat waren de economische ontwikkelingen in Europa tijdens deze periode?

A

In Europa waren er nieuwe economische ontwikkelingen, zoals het gebruik van zware, door paarden getrokken ploegen voor meer oogst en het drie-veldsysteem voor meer variatie in gewassen. Grote landeigenaren bouwden molens om graan te malen, wat resulteerde in een productiever land en een groei van oude en nieuwe steden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe veranderde de Byzantijnse samenleving in termen van bestuur en territoria, en welke vergelijking wordt gemaakt met Europeanen?

A

De Byzantijnen begonnen steeds meer op Europeanen te lijken, waarbij ze kleine stukjes territoria bestuurden die ze uitdeelden, en de samenleving werd meer familiaal. Ze spendeerden meer tijd aan gevechten om forten en steden te beschermen, vergelijkbaar met de Europese praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke nieuwe landbouwtechnieken werden genoemd als bijdragen aan de economische ontwikkelingen in Europa?

A

Zware, door paarden getrokken ploegen en het drie-veldsysteem werden genoemd als nieuwe landbouwtechnieken die bijdroegen aan de economische ontwikkelingen in Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat waren gemeenschappelijke kenmerken van middeleeuwse steden?

A

De meeste middeleeuwse steden hadden marktplaatsen, kastelen en verschillende kerken. Ze waren vaak omringd door muren en lagen in de buurt van waterwegen met bruggen. Veel van de vroege huizen waren gemaakt van vlechtwerk en leem, terwijl latere huizen van steen werden gebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe werden waterwegen belangrijk voor middeleeuwse steden, en welke rol speelden ze in de economie?

A

Waterwegen werden belangrijk voor middeleeuwse steden en maakten deel uit van een onafhankelijke economie. Steden die zich in de buurt van waterwegen bevonden, zoals langs de Middellandse Zee, de Po-rivier, Rhône Saône, het Engelse Kanaal en de Baltische Zee, groeiden snel. Waterwegen werden ook gebruikt voor handel, en nieuwe wegen op het land verbonden urbane centra en stimuleerden de groei van beurzen, kermissen en jaarmarkten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat veroorzaakte de commerciële revolutie in de middeleeuwse steden?

A

De commerciële revolutie in middeleeuwse steden werd veroorzaakt door de herleving van urbane centra en de uitbreiding van handel. Lokale en lange-afstandshandelaren, zoals Joden en Italianen, speelden een belangrijke rol in de handel. Nieuwe mijntechnologieën en een grotere beschikbaarheid van metalen droegen bij aan economische ontwikkelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe organiseerden ambachtslieden zich in middeleeuwse steden, en wat waren de functies van gilden?

A

Ambachtslieden organiseerden zich in gilden, soort vakbonden die professionals reguleerden en beschermden. Gilden stelden kwaliteitstandaarden, prijsstandaarden, gewicht en meetstandaarden, werkuren, materialen en verzekerden een plek in de markt. Ze bevorderden ook een gedeelde identiteit en erkende status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat was de tegenhanger van gilden vanuit het perspectief van de stedelingen, en wat wilden ze bereiken?

A

De tegenhanger van gilden was de ‘commune’, wat zelfbestuur betekende. Stedelingen wilden gelijke belangen in betrouwbare munten, wetten voor handel, vrijheid van slaafsrechten en diensten, en onafhankelijkheid om te kopen en verkopen zoals de markt dat aangaf. Ze streefden naar zelfbestuur en betrokkenheid bij politieke processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke verandering vond plaats in het politieke proces met betrekking tot zelfbestuur van steden, en welk voorbeeld wordt gegeven?

A

Er vond een groter politiek proces plaats waarin het volk steeds meer voor eigen rechter mocht spelen. Koning Hendrik I van Engeland (1100-1134) gaf de burgers van Londen het recht om ‘voor eigen politie te spelen en als eigen rechter’. Hoewel de koning zijn wetten nog geldig waren, werden ze uitgedragen door de officieren van Londen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat wilden de reformatoren binnen de kerk bereiken tijdens de Gregoriaanse reformatie?

A

De reformatoren wilden dat pastoors celibatair waren en niet door geld werden beïnvloed. Dit leidde tot het celibaat van geestelijken, veroorzaakte een burgeroorlog in Duitsland, veranderde bisschoppelijke verkiezingen en transformeerde het pausschap in een soort monarchie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoe verschilde het Klooster van Cluny in zijn bepalingen ten opzichte van andere kloosters in 910?

A

Het Klooster van Cluny had ongebruikelijke bepalingen waarbij het klooster en zijn bezittingen werden toegewijd aan de heiligen Petrus en Paulus. Hiermee gaven de stichters de controle van het klooster in handen van deze machtige heiligen, en zij wezen de paus aan als opvolger van Petrus en beschermer van de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hoe bouwde het Klooster van Cluny zijn prestige op, en wie schonken donaties aan het klooster?

A

Het prestige van Cluny werd opgebouwd door de invloed van de stichters, de status van Petrus en de faam van de gebeden binnen het klooster. Bestuurders, bisschoppen, rijke landeigenaren en zelfs horigen schonken donaties aan Cluny in de vorm van land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat geloofden de Cluny abten en wat beschouwden ze als essentieel voor deugdzaamheid?

A

De Cluny abten geloofden in geestelijk celibaat en dat leken deugdzamer konden zijn, waardoor onderdrukking van de armen kon worden gestopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Hoe reageerden de Cluny abten wanneer ze conflicten hadden met bisschoppen of leken?

A

Wanneer de Cluny abten conflicten hadden met bisschoppen of leken, riepen ze de hulp van de paus in, en de paus hielp hen. Er was een parallelle beweging bij het pausschap die twee misbruiken benadrukte: nicolaïsme (trouwen van geestelijken) en simonie (voor winst geestelijke goederen of diensten verhandelen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Waarom weigerde Germaanse koning en keizer Hendrik III geld of donaties persoonlijk aan te nemen bij het aanwijzen van bisschoppen?

A

Hendrik III wilde geen simonie meer en weigerde persoonlijk ook geld of donaties bij het aanwijzen van bisschoppen. Hij wees Bruno of Toul aan als paus in 1046.

36
Q

Welke impact had de reformatie onder Paus Leo IX op het pausschap en de kerk?

A

De reformatie onder Paus Leo IX, met onder andere Peter Damian, Hildebrand (later Paus Gregorius VII) en Humbert of Silvia, legde de focus op de paus als de opvolger van Petrus en de ‘mother of all churches’. Hierdoor ontstond de doctrine van pauselijke oppermacht.

37
Q

Hoe beïnvloedde de reformatie de relatie tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Grieks-Orthodoxe Kerk?

A

Na 1054 ontstond er een conflict tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Grieks-Orthodoxe Kerk, wat resulteerde in de scheiding van beide kerken, bekend als het Grote Schisma van 1054.

38
Q

Naast spirituele zaken, waar bemoeide het pausschap zich ook mee tijdens deze periode?

A

Naast spirituele zaken bemoeide het pausschap zich ook met oorlogvoering, zoals tegen de Normandiërs in Zuid-Italië, hoewel ze deze oorlog verloren.

39
Q

Wie wordt geassocieerd met de pauselijke reformatiebeweging en waarom wordt het de Gregoriaanse Reformatie genoemd?

A

De pauselijke reformatiebeweging wordt geassocieerd met Paus Gregorius VII (1073-1085). Het staat bekend als de Gregoriaanse Reformatie vanwege de passie waarmee Gregorius het idee propageerde dat de paus het hoofd van de kerk is.

40
Q

Wat was het conflict tussen Paus Gregorius VII en koning Hendrik IV van Duitsland?

A

Het conflict tussen Paus Gregorius VII en koning Hendrik IV ontstond over het kerkelijke leiderschap, vooral het recht om de aartsbisschop van Milaan aan te wijzen. Gregorius geloofde dat koningen simpele leken waren zonder het recht zich met de Kerk te bemoeien, terwijl Hendrik vond dat het zijn verantwoordelijkheid was om voor het welzijn van de kerk te zorgen.

41
Q

Hoe begon de Investituurstrijd, en wat was het resultaat van de ban die Gregorius VII tegen Hendrik IV uitvaardigde?

A

De Investituurstrijd begon toen Hendrik IV in 1075 besloot zijn eigen bisschop van Milaan te benoemen, wat leidde tot een conflict met Paus Gregorius VII. Gregorius vaardigde de ban uit tegen Hendrik IV, waardoor elke burger tegen hem kon rebelleren, en dit leidde tot de Investituurstrijd.

42
Q

Wat deed Hendrik IV om de excommunicatie opgeheven te krijgen, en wat was het resultaat?

A

Hendrik IV ging in 1077 naar het fort van Canosso, waar Gregorius woonde, en stond drie dagen met blote voeten in de sneeuw als boetedoening. Hierdoor was Gregorius gedwongen hem binnen te laten en de excommunicatie op te heffen. Het doel van Hendrik was bereikt, maar de situatie veranderde niet.

43
Q

Hoe eindigde de Investituurstrijd, en wat was het compromis in het Concordaat van Worms (1122)?

A

De Investituurstrijd eindigde met het Concordaat van Worms (1122). Het compromis hield in dat er een scheiding kwam tussen spirituele en wereldlijke macht. In de geestelijke macht benoemde een ‘kerkman’ de bisschop, terwijl in de wereldlijke macht de keizer het recht had om bisschoppen in Duitsland aan te stellen.

44
Q

Wat was de impact van de Investituurstrijd op de scheiding van kerk en staat?

A

Hoewel de Investituurstrijd niet onmiddellijk resulteerde in de (moderne) scheiding van kerk en staat, zorgde het voor een geleidelijke ontwikkeling in die richting. In de praktijk bemoeide de wereldlijke macht zich nog steeds met het benoemen van kerkmannen, maar de Investituurstrijd zette de verandering in gang.

45
Q

Hoe veranderde het pausschap na de Investituurstrijd op lokaal en wereldniveau?

A

Op lokaal niveau versterkte de Investituurstrijd in Duitsland de macht van aristocraten ten koste van de koning, terwijl in Italië de communes dichter bij hun doelen kwamen, zoals de onafhankelijkheid van Milaan in 1097. Op wereldniveau kreeg het pausschap nieuw territorium en werd het een soort ‘pauselijke monarchie’ met eigen bureaucratie, rechtbanken, enzovoort.

46
Q

Op welke manier werd de pauselijke invloed gevoeld en wat waren enkele gevolgen van de pauselijke reformatie op spiritueel en wereldlijk niveau?

A

De pauselijke invloed werd gevoeld op spiritueel niveau door de verzameling van canonwetten in Decretum door Gratianus in c.1140, waardoor de pauselijke oppermacht werd versterkt. Op wereldlijk niveau ontstond er een soort pauselijke monarchie met territorium, bureaucratie en rechtbanken. Het celibaat zorgde voor veranderingen in het familieleven op lokaal niveau.

47
Q

Wie organiseerde de Eerste Kruistocht en wat was het hoofddoel van deze kruistocht?

A

De Eerste Kruistocht werd georganiseerd door paus Urban II (1088-1099). Het hoofddoel van de kruistocht was om het Heilige Land, met name Jeruzalem, terug te winnen van de Turken (Seltsjoeken) en Moslims.

48
Q

Hoe waren de legers georganiseerd tijdens de Eerste Kruistocht?

A

De legers tijdens de Eerste Kruistocht waren niet georganiseerd als een eenheid, maar eerder als aparte milities. Ze waren geautoriseerd door de Paus en werden geleid door verschillende commandanten.

49
Q

Wat was de Peasants Crusade / Volkskruistocht en waarom vertrokken de mensen op deze kruistocht?

A

De Peasants Crusade, ook bekend als de Volkskruistocht, was een kruistocht die niet was georganiseerd door de paus. Mensen werden geïnspireerd door populaire preken, zoals die van Peter de Kluizenaar. Ze vertrokken vanuit het Rijnland in Duitsland naar het Heilige Land. Deze kruistocht was echter niet gericht op het oorspronkelijke doel, maar zocht dichter bij huis naar ‘slechte rassen’, met name de Joden.

50
Q

Waarom werden de Joden in het Rijnland aangevallen tijdens de Peasants Crusade?

A

Tijdens de Peasants Crusade werden de Joden in het Rijnland aangevallen omdat de kruistochtvaardigers op zoek waren naar ‘slechte rassen’ dichter bij huis. Ze dwongen de Joden te bekeren of werden vermoord.

51
Q

Hoe reageerde Alexius van Constantinopel op de kruistochten en wat eiste hij van de commandanten?

A

Alexius van Constantinopel vond beide vormen van kruistochten problematisch. Hij eiste van iedere commandant een eed af waarin stond dat ze het veroverde territorium zouden geven aan Alexius, vooral het ex-Byzantijnse territorium, terwijl andere territoria onder zijn toezicht moesten blijven.

52
Q

Wat was de impact van de fragmentatie van de Islamitische Wereld op het succes van de Eerste Kruistocht?

A

De fragmentatie van de Islamitische Wereld droeg bij aan het succes van de Eerste Kruistocht. De kruisvaarders onderschatten de kruistocht als een serieuze militaire dreiging, en toen ze Anatolië binnenkwamen, werden ze aanvankelijk gespaard door de Turken vanwege gebrek aan coördinatie en voedselvoorraden.

53
Q

Welke stad stond in de weg van Jeruzalem en werd veroverd na een aantal maanden?

A

Antioch was de stad die in de weg stond van Jeruzalem en werd veroverd na een aantal maanden tijdens de Eerste Kruistocht.

54
Q

Wanneer werd Jeruzalem veroverd tijdens de Eerste Kruistocht?

A

Jeruzalem werd veroverd in 1099, na een jaar van vechten en veroveren tijdens de Eerste Kruistocht.

55
Q

Welke vier kleine staten werden gesticht door kruisvaarders in het Heilige Land?

A

De vier kleine staten waren Tripoli (Graafschap), Edessa (Graafschap), Antioch (Vorstendom), en Jeruzalem (Koninkrijk).

56
Q

Wat deden de kruisvaarders om hun Westerse identiteit te behouden in het Heilige Land?

A

De kruisvaarders behielden hun Westerse identiteit door het handhaven van eigen politieke instituties, het gebruik van een woordenschat van eerbetoon en trouw, en het vasthouden aan het Christendom.

57
Q

Hoe werden de staten in het Heilige Land bestuurd en hoe lang duurden ze?

A

De staten in het Heilige Land werden bestuurd als heerschappijen, waarbij bestuurders leengoederen aan vazallen gaven. Deze staten duurden tot 1291.

58
Q

Wie waren veelgevraagde handelaren in de staten van het Heilige Land?

A

Voornamelijk Italianen (Genoese, Pisans en Venetianen), Byzantijnen en Moslims waren veelgevraagde handelaren in de staten van het Heilige Land.

59
Q

Wie was Melisende en welke rol speelde ze in Jeruzalem?

A

Melisende regeerde samen met haar man in Jeruzalem. Ze benoemde een agent om haar leger te leiden en zorgde ervoor dat belangrijke mannen haar vazallen stuurden voor militaire diensten. Ze had veel steun van de kerk.

60
Q

Wat was de rol van de Ridders Tempelorde in het Heilige Land?

A

De Ridders Tempelorde was een nieuwe soort monastieke orde die armoede en kuisheid zwoer en toegewijd was aan oorlogvoering. Ze beschermden de staten in het Heilige Land en zorgden voor financiële steun uit Europa.

61
Q

Wat was de impact van de overname van Edessa door Zangi in 1144 op de kruisvaardersstaten?

A

De overname van Edessa door Zangi in 1144 markeerde het begin van de langzame neergang van de kruisvaardersstaten in het Heilige Land.

62
Q

Hoe eindigde de Tweede Kruistocht in 1147 en wat was de impact ervan?

A

De Tweede Kruistocht eindigde na slechts twee jaar. Na vier dagen belegering van de muren van Damascus konden de leiders geen vrede bewaren en gaven ze op. Dit had een negatieve impact op de kruisvaardersstaten en verzwakte hun positie in het Heilige Land.

63
Q

Wie was de eerste Normandische koning van Engeland en wat was zijn invloed op het land?

A

De eerste Normandische koning van Engeland was William, Hertog van Normandië, ook bekend als Willem de Veroveraar. Hij veroverde Engeland in 1066 en introduceerde veranderingen in het bestuur, waaronder de verdeling van landgoederen onder baronnen en de oprichting van het Domesday Book.

64
Q

Wat was het doel van de Eerste Kruistocht (1096-1099) en wie organiseerde het?

A

Het doel van de Eerste Kruistocht was om het Heilige Land (Jeruzalem) terug te winnen van de Turken en Moslims. Het werd georganiseerd door Paus Urban II.

65
Q

Hoe organiseerde William, Hertog van Normandië, het bestuur van Engeland na zijn overwinning in 1066?

A

William behield 20% van het land voor zichzelf en verdeelde de rest onder baronnen, familieleden en soldaten. Deze baronnen hadden hun eigen vazallen en moesten militaire diensten verlenen. De koning verzamelde landbelasting en maakte een uitgebreide inventaris in het ‘Domesday Book.’

66
Q

Hoe waren de betrekkingen tussen de Normandische koningen van Engeland en het vasteland?

A

De Normandische koningen van Engeland behielden sterke banden met het vasteland. Ze behielden hun landgoederen, politiek, instituties en cultuur op het vasteland.

67
Q

Wat waren de resultaten van de strijd om de Engelse troon na de dood van koning Hendrik I?

A

Na de dood van koning Hendrik I ontstond er een strijd om de Engelse troon tussen twee ruziënde vrouwen van de koninklijke bloedlijn: Geoffrey van Anjou en Stephen van Blois.

68
Q

Hoe ontstonden nieuwe christelijke staten in Spanje, met name Aragon-Catalonië en Portugal?

A

De desintegratie van al-Andalus in taifas zorgde voor mogelijkheden voor Spaanse prinsen in het noorden. Rodrigo Díaz de Vivar veroverde Valencië, en tijdens de Almoravidische overwinningen ontstonden de christelijke staten Aragon-Catalonië en Portugal, waarbij Portugal in 1179 door Paus Alexander III als onafhankelijk koninkrijk werd erkend.

69
Q

Hoe beïnvloedde de Europeanisatie van Spanje de regio?

A

De Europeanisatie van Spanje omvatte pelgrimstochten, de komst van Cluny-monniken en actieve contacten met het pausschap. Koningen zoals Alfonso IV lieten zich erkennen als koning van Spanje en bevorderden samenwerking tussen etnische groepen.

70
Q

Wat was de rol van de Ridders Tempelorde in het Heilige Land?

A

De Ridders Tempelorde zwoeren armoede en kuisheid en waren toegewijd aan oorlogvoering. Ze beschermden de staten in het Heilige Land en zorgden voor financiële steun uit Europa, maar konden niet voorkomen dat Edessa in 1144 werd ingenomen.

71
Q

Welke factoren droegen bij aan de opkomst van nieuwe urbane scholen en vormen van religieuze expressie tijdens de Middeleeuwen?

A

De commerciële revolutie, de groei van urbane centra, de georganiseerde kerk en contacten met de Islamitische wereld droegen bij aan nieuwe urbane scholen en religieuze expressie.

72
Q

Wat waren de zeven vrije kunsten die studenten in de Middeleeuwen nastreefden?

A

De zeven vrije kunsten waren verdeeld in Trivium (beginnende kunsten): Grammatica, retoriek en logica, en Quadrivium (hogere kunsten): Aritmetica, geometrie, muziektheorie en astronomie.

73
Q

Welke bekende geleerde zocht naar ‘begrip’ en bewees het bestaan van God door logica in zijn werk Monologion?

A

Anselm of Bec zocht naar ‘begrip’ en bewees het bestaan van God door logica in zijn werk Monologion.

74
Q

Wat was de benadering van Peter Abelard ten opzichte van geloof en begrip?

A

Peter Abelard geloofde dat ‘niks kan geloofd worden voordat het begrepen wordt’. Hij moedigde zijn studenten aan om de redenen achter conflicten te begrijpen en deze met elkaar in overeenstemming te brengen. Abelard was ook een ‘nominalist’, wat betekent dat hij geloofde dat individuele of collectieve dingen niet universeel waren.

75
Q

Wie vertaalde Aristoteles vanuit het Arabisch naar het Latijn en welke rol speelde Aristoteles in middeleeuwse Europese universiteiten?

A

Aristoteles werd vertaald vanuit het Arabisch naar het Latijn, en deze vertalingen waren de eerste filosofische werken voor geleerden in middeleeuwse Europese universiteiten. Tijdens Abelards tijd waren Aristoteles’ werken echter nog niet vertaald.

76
Q

Wat waren de belangrijkste onderwerpen die op middeleeuwse universiteiten werden onderwezen?

A

De meeste onderwerpen op middeleeuwse universiteiten waren praktische handboeken voor prekers, advies voor bestuurders, handleidingen voor priesters en tekstboeken voor studenten, evenals richtlijnen voor het leven van de leken.

77
Q

Na het beheersen van de zeven vrije kunsten, welke vakken kozen veel studenten om verder te studeren aan de universiteit?

A

Na het beheersen van de zeven vrije kunsten gingen veel studenten theologie studeren in Parijs, rechten in Bologna, en geneeskunde in steden als Salerno en Montpellier.

78
Q

Welk belangrijk medisch werk werd vertaald door Constantijn de Afrikaan en wat was de rol ervan in de Middeleeuwen?

A

Constantijn de Afrikaan vertaalde een Arabische tekst van Galens Art of Medicine en noemde het Isagoge (Introductie). Isagoge, samen met andere teksten, werd verzameld in Articellai, een groot trainingshandleiding voor dokters in de Middeleeuwen.

79
Q

Wat kenmerkt de architectuur van de 12e-eeuwse Romanesque-kerken?

A

De kerken waren massief, zwaar en gevuld met sculpturen, muurbeschilderingen of patroontexturen. Ze fungeerden als echokamers voor gezangen en toonden zowel de plechtigheid van het gezang als de eer die aan God werd toegekend. Een opvallend kenmerk was de variatie in stijl, en vaak werden heilige verhalen afgebeeld boven het kapiteel.

80
Q

Wie was de stichter van de Kartuizer Orde en wat was kenmerkend voor hun levenswijze?

A

De Kartuizer Orde werd gesticht door Bruno van Keulen. Kenmerkend voor hun levenswijze was armoede, stilte en eenzaamheid. Elke monnik zwoer een eed van stilte, leefde als kluizenaar in kleine hutjes, en er waren slechts 12 monniken per klooster.

81
Q

Hoe uitte zich de muzieknotatie bij de Kartuizers?

A

De muzieknotatie bij de Kartuizers bestond uit een rode lijn voor de F en een gele lijn voor de C.

82
Q

Wie was de oprichter van de Cisterciënzische Orde en wat was hun benadering van het kloosterleven?

A

De Cisterciënzische Orde werd gesticht door Robert of Molesme. Hun benadering van het kloosterleven was gericht op soberheid, en ze werden ook wel ‘witte monniken’ genoemd vanwege hun niet-geverfde koorden en witte gebouwen.

83
Q

Wat waren de kenmerken van de Cisterciënzische architectuur en levensstijl in vergelijking met de Romanesque kerken?

A

Cisterciënzische kerken waren klein en gemaakt van niet-gedecoreerde stenen. Ze vermeden muurschilderingen en hadden bescheiden sculpturen. De levensstijl was gericht op soberheid, en ze vermeden decoraties die volgens hen niet bij een kerk hoorden.

84
Q

Hoe verdeelden de Cisterciënzers hun kloosters in termen van monniken?

A

De Cisterciënzische kloosters waren verdeeld in twee groepen: koormonniken, die de liturgie bijwoonden, en lekenbroeders, die arbeid verrichtten om de gemeenschap te onderhouden.

85
Q

Wat was de rol van lekenbroeders binnen de Cisterciënzerorde?

A

Lekenbroeders deden arbeid, zoals landbouw en veeteelt, om de gemeenschap te onderhouden. Ze konden niet lezen of schrijven en namen niet deel aan de liturgie.

86
Q

Wat benadrukten de Cisterciënzers naast hun sobere levensstijl en architectuur?

A

De Cisterciënzers benadrukten intense persoonlijke emoties, schreven over liefde voor zichzelf, de naaste en God. Ze vereerden de Maagd Maria als symbool van moederliefde en Christus’ liefde voor de mens. Ze onderwezen ook nonnen op een niveau dat eerder niet gebruikelijk was.