H4 Political Communities Reordered (900-1050) Flashcards

1
Q

Wat was de omvang van het Byzantijnse rijk in 1025?

A

Het Byzantijnse rijk strekte zich uit tot de Eufraat en de Donau in 1025.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werd The Great Palace of Constantinopel gezien in termen van symboliek en functie?

A

The Great Palace of Constantinopel was zowel symbolisch voor de imperiale macht als het centrale commandocentrum van het rijk. Het diende als de woonplaats voor verschillende leden van de keizerlijke hofhouding en was omgeven door bediendes, slaven, officieren, geleerden en anderen die zo dicht mogelijk bij het paleis woonden om altijd bereikbaar te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke groepen mensen woonden binnen de muren van het paleis en in de directe omgeving ervan?

A

Binnen de muren van het paleis woonden bediendes, slaven, knechten, tophovelingen, geestelijken, en familieleden zoals neven en broers/zussen van de keizer en keizerin. In de directe omgeving van het paleis woonden andere hovelingen, stadsbediendes, officieren, geleerden, militairen, adviseurs, enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werd het imperiale hof gezien in de Byzantijnse samenleving?

A

Het imperiale hof werd gezien als perfect, stabiel en een eeuwige orde. De keizer, gekleed in de mooiste zijde versierd met goud, werd vaak afgebeeld als groots in schilderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de Byzantijnse identiteit geïnterpreteerd door historici volgens Averil Cameron?

A

De Byzantijnse identiteit wordt verschillend geïnterpreteerd door historici, waaronder:

  • Orthodox
  • Verre erfgenaam van Hellenisme vanwege het gebruik van de Griekse taal
  • Een continuïteit van Romeinse politieke vormen
    Deze opvattingen worden samengebracht in het boek van Averil Cameron, waarin wordt benadrukt dat de Byzantijnse cultuur in constante dialoog staat met vele eigen tradities en die van andere culturen in de eigen tijd, waaronder Perzisch, Slavisch, Europees en Islamitisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vrouwen aan het hof

A

Het hof bestond voornamelijk uit mannen, maar er waren ook belangrijke vrouwen: Zoë (dochter Constantijn VIII). Als ze trouwde, maakte ze de mannen legitieme keizers. Ze heeft ook eens
zelfstandig met haar zus het rijk bestuurd (1042). Maar haar biograaf was blij als ze weer trouwde, want het rijk had een man nodig volgens hem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eunuchs

A

Een ‘derde gender’ aan het hof. Deze mannen waren gecastreerd als kind en mochten vrouwen lesgeven. Ze waren ook dokters of beschermers van de vrouwen. Sommige mochten de keizer
begeleiden bij kwetsbare momenten: als hij de kroon afdeed, als hij sliep etc. Eunuchs werden het meest als trouw, vertrouwd en spiritueel gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was keizer Basil II, en hoe presenteerde hij zichzelf?

A

Keizer Basil II regeerde Byzantium van 976-1025 en werd gezien als de Koning David. Hij presenteerde zichzelf als een grootse krijger die onvermoeibaar was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee hoofdpolitieke doelen had Basil II?

A

Basil II had twee hoofdpolitieke doelen:
- Het onderdrukken van de rebelse dynatoi (machtige landeigenaren).
- Het uitbreiden van de grenzen van het Byzantijnse rijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe onderdrukte Basil II de rebelse dynatoi?

A

Toen de machtige Phocas- en Scleros-families in Anatolië tegen hem rebelleerden, creëerde Basil zijn persoonlijke Varangiaanse Garde, bestaande uit troepen uit de Russische staat. Hij veranderde het belastingsysteem, legde zware lasten op aan landeigenaren en vernietigde de villa’s van overtreders. Peasants konden betalen om militaire dienst te vermijden, wat hielp bij het financieren van zijn Varangiaanse Garde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke gebieden vielen onder de expansie van Basil II?

A

Basil II viel gebieden aan buiten zijn grenzen, waaronder Syrië, Georgië, Armenië, Italië en de Balkan (waarbij hij het Bulgaarse Rijk veroverde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er na de dood van Basil II in 1025?

A

Na de dood van Basil II in 1025 was het Byzantijnse rijk niet meer zo gecentraliseerd als in de 8e eeuw. Het omvatte multi-etniciteiten en meerdere talen. Er ontstonden diverse bevolkingsgroepen, waaronder Armeniërs, Syriërs, Arabieren, Bulgaren, Pechenegs (Turken), Lombaren, Italianen, Grieken, moslims, Russen, Franken, en anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ging Byzantium om met verschillende bevolkingsgroepen, en waren er ook uitzonderingen?

A

Ondanks openheid naar verschillende groepen, waren er uitzonderingen. Joden uit Constantinopel werden verbannen naar een bemuurde Pera, en sommige Byzantijnse steden verboden de vermenging van Joden en christenen. De Romeinse rechten van Joden werden genegeerd, en hun religie werd beschouwd als ketterij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke machtige familie in het oosten werd genoemd en hoe ontstond hun macht?

A

De Dalasseni-familie uit Dalassa, vlakbij Anatolië, werd erg machtig. De stichter was een legercommandeur en gouverneur van Antioch. Zijn zonen, Theophylact en Constantijn, erfden machtige posities in het oosten en bouwden een netwerk van landgoederen en connecties met andere machtige families op. Deze familie rebelleerde later tegen de koning, en aan het einde van de 10e eeuw moesten koningen omgaan met dergelijke provinciale machten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar kwamen de Russen oorspronkelijk vandaan en waar settelden ze zich?

A

De Russen kwamen oorspronkelijk uit Scandinavië en settelden rond Kiev.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Met welke 2 groepen hadden de Russen spanningen?

A

De Russen hadden spanningen met zowel de Byzantijnen als de Khazaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat namen de Russen over van de Khazaren, en wat niet?

A

De Russen namen veel over van de Khazaren, zoals de titel van de heerser (khagan), maar niet hun religie. De Khazaren waren Joods, terwijl de Russen het Byzantijnse christendom aannamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe verbeterden de betrekkingen tussen de Russen en de Byzantijnen, en wat was de rol van Basil?

A

De betrekkingen tussen de Russen en de Byzantijnen verbeterden toen Basil, de Byzantijnse keizer, troepen nodig had voor zijn Varangiaanse Garde. In ruil voor slaven en bekering tot het christendom liet Basil de Russische Vladimir (khagan) trouwen met zijn zus Anna in 988.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat volgde snel na het huwelijk van de Russische Vladimir met Anna?

A

Na het huwelijk van de Russische Vladimir met Anna volgde snel de kerstening van de gehele Russische populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat had de positie van het Russische Rijk kunnen beïnvloeden en welke religie volgde het uiteindelijk?

A

De positie van het Russische Rijk had kunnen resulteren in een andere religie, zoals het katholieke christendom (hoewel het tegenwoordig orthodox is). Het had ook islamitisch of Joods kunnen worden onder invloed van de Khazaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe was de relatie tussen Rusland en het Westen interessant, en welke factoren droegen bij aan culturele integratie?

A

De relatie tussen Rusland en het Westen was interessant omdat ze dezelfde religie deelden (weliswaar in verschillende vormen), verbonden waren door handelaren en handelsroutes, en werden verbonden door huwelijken. Vrouwen werden beschouwd als dragers van culturele integratie, aangezien ze van hof naar hof verhuisden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat gebeurde er in de 11e eeuw in de Islamitische wereld met betrekking tot belastinginning en regionale machten?

A

In de 11e eeuw kon de kalief niet meer belasting innen uit verre gebieden zoals Kabul, vanwege regionale groepen en dynastieën die de Islamitische wereld hadden opgedeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe werd de economie van het Abbasidische kalifaat beïnvloed en wat waren enkele factoren die bijdroegen aan de zwakte van het kalifaat?

A

De economie van het Abbasidische kalifaat werd beïnvloed door de zwakte van het kalifaat, veroorzaakt door weinig inkomsten en opstanden, zoals die van de Zanj (zwarte slaven). De zwakte werd ook geëxploiteerd door nieuwe groepen zoals de Qaramita en de Buyiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wie waren de Buyiden en wat was hun achtergrond?

A

De Buyiden waren erfgenamen van oude krijgers uit de bergen van Iran. De meesten van hen waren nieuw bekeerd tot de islam, en een van hen werd ‘commander of commanders’ in 945.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wie waren de Fatimiden en wat maakte hen uniek?

A

De Fatimiden waren shi’ieten en claimden niet alleen de enige imam te zijn maar ook de mahdi, de messias. Ze werden als kaliefs beschouwd, en hun naam kwam van Mohammed’s dochter, Fatimah. Ze hadden veel contacten met Europa, Byzantium, India, en China.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat waren de hoogtepunten en de latere problemen van de Fatimiden?

A

De Fatimiden bereikten hun hoogtepunt in het midden van de 11e eeuw, maar onder het bewind van al-Mustansir waren er economische en klimaatveranderingen, interne gevechten, en rebellie van Turkse troepen. Hierdoor werden Syrië en Noord-Afrika in 1070 aan andere heersers afgestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke ontwikkelingen vonden plaats in al-Andalus (Islamitisch Spanje) tussen 929 en 1031?

A

In al-Andalus nam Abd al-Rahman III de titel kalief in 929, wat leidde tot een sterke gecentraliseerde staat. Na een bittere burgeroorlog tussen 1009 en 1031 werd al-Andalus opgesplitst in kleine emiraten (taifas), bestuurd door lokale heersers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe financierden Islamitische heersers vaak hun legers en welke overeenkomst hadden ze met het systeem in West-Europa?

A

Islamitische heersers gaven vaak iqta (land en landgoederen) aan hun commandeurs om hun legers te betalen. Dit systeem lijkt op het West-Europese systeem van de fief, maar een verschil was dat vazallen in West-Europa vaak verbonden waren aan een specifieke plek, terwijl de troepen onder Islamitische lokale commandeurs vaak buitenlanders en ex-slaven waren, niet gebonden aan een specifieke locatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Umayyadisch hof in Córdoba

A

De rijkste en aanzienlijke stad in het Westen. Veel bibliotheken (zowel openbaar als privé), met de Great Mosque als wetenschappelijk centrum en met 30 vrije scholen in de stad. Ook vrouwen speelden in Córdoba een belangrijke rol. Ze waren dokters, docenten, bibliothecaresse en herschreven boeken. Ergens anders hadden vrouwen niet zo’n grote rol in het culturele en wetenschappelijke leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat betekende de opkomst van machtige lokale mannen niet voor de Arabische hofcultuur?

A

De opkomst van machtige lokale mannen betekende niet het einde van de Arabische hofcultuur. In plaats daarvan wilden verschillende hoven juist concurreren op het gebied van artistieke, wetenschappelijke, theologische, en literaire producties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Welke wetenschapper uit de 10e en 11e eeuw staat bekend om zijn studie van werken van Aristoteles?

A

Ibn Sina (980-1037) staat bekend om zijn studie van werken van Aristoteles, met name op het gebied van filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hoe werd de Arabische cultuur in de 10e en 11e eeuw ondanks verdeeldheid geïntegreerd?

A

Ondanks verdeeldheid had de Islamitische wereld in de 10e en 11e eeuw een geïntegreerde cultuur, voornamelijk door de Arabische taal. Dezelfde teksten en taal werden onderwezen op basisscholen, waardoor Moslims gemakkelijk konden communiceren, wat resulteerde in een sterk handelsnetwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke gespecialiseerde taken ontstonden rondom de boekenindustrie in de Islamitische wereld?

A

Rondom de boekenindustrie ontstonden gespecialiseerde taken, waaronder schrijvers, illustrators, paginasnijders, boekbinders, en anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waar werd papier gefabriceerd en welke rol speelde het in de handel binnen de Islamitische wereld?

A

Papier werd gefabriceerd in Baghdad en Damascus, maar het werd gevraagd door de hele Islamitische wereld. Het diende als een belangrijk handelsproduct en zorgde voor een efficiënt communicatiemiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welke handelswaren en routes waren betrokken bij de handel in de Islamitische wereld?

A

Handelswaren en routes waren divers, zoals
- tin uit Engeland,
- zout, ivoor en goud uit Timboektoe,
- amber (barnsteen), goud en koper uit Rusland
- slaven uit Subsaharisch Afrika, de Eurazië steppes, en de Slavische regio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welke gebieden werden betrokken bij de handel van Arabische handelaren buiten de Islamitische wereld?

A

Arabische handelaren zetten handelsposten op in China en Zuidoost-Azië. Ze brachten vlas en linnen uit Egypte, parels uit de Perzische Golf, en keramiek uit Irak naar deze gebieden. De handel werd vaak gefinancierd door het bestuur en andere elites, waarbij niet alleen Arabieren maar ook andere groepen, zoals de Joodse gemeenschap in Fustat (vlakbij Caïro), betrokken waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Alleen Islam zelf zorgde voor de ontwrichting van de Islamitische cultuur: in de 10e eeuw kwam er tussen de
Sunnis en de shi’ites:

A

Shi’ites:
- Het publiekelijk vervloeken van de twee eerste kaliefs
- Tombes van Ali + familie moesten worden vereerd
- Ali is de legitieme opvolger van Mohammed

Sunnis:
- Abu Bakr en Omar zijn de legitieme opvolgers van Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

n. In het midden van Europa kwam een sterke koninklijke dynastie aan de macht:

A

de Ottonen (vanaf Noordzee-Rome).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Drie groepen vielen West-Europa binnen in de 9e en 10e eeuw:

A

de Vikingen, Moslims en de Magyars
(Hongaren).
Ze richtten grote schade aan in de gebieden en over langere termijn werden ze opgezogen door de
Europese populatie en werden lid van een nieuwe, welvarende en agressieve Europese beschaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Uit welke gebieden kwamen de Vikingen oorspronkelijk?

A

De Vikingen kwamen uit gebieden in het hedendaagse Noorwegen en Zweden.

41
Q

Waarom gingen de Vikingen rondreizen?

A

De Vikingen gingen rondreizen omdat de koningen in hun eigen gebieden zochten naar macht en geld.

42
Q

Hoe zorgden de Vikingen voor rijkdom?

A

De Vikingen zorgden voor rijkdom door te plunderen en door donaties.

43
Q

Hoe reisden de Vikingen over water?

A

De Vikingen voeren over water in smalle en oppervlakkige boten.

44
Q

Welke gebieden werden door de Vikingen bezocht tijdens hun reizen?

A

De Vikingen reisden langs de kusten en rivieren van Frankrijk, Engeland, Schotland en Ierland. Sommige Vikingen staken zelfs de Atlantische Oceaan over naar bestemmingen zoals IJsland, Groenland of Amerika.

45
Q

Waar gingen de elite Vikingen meestal naartoe voor buit, samen met hun gezin?

A

De elite Vikingen kwamen meestal voor buit, samen met hun gezin, naar Ierland, Schotland, Engeland en Normandië (Frankrijk).

46
Q

Vikingen in Ierland:

A

In Ierland vestigden ze zich in het oosten en het zuiden. De nieuwkomers claimde hun eigen stukje land op een eiland dat al erg gefragmenteerd was met concurrerende dynastieën.

47
Q

Vikingen in Schotland:

A

In Schotland vestigden de Vikingen zich in het noorden en het westen.

De bevolking daar voegden zich samen onder koningen die bondgenoten van elkaar waren en zich verbonden
met kerkmannen en andere lokale leiders.

Cináed mac Ailpín (Kenneth I MacAlpin, 858) zorgde voor een erfelijke dynastie van koningen die over twee onafhankelijke groepen mensen
heersde. Daardoor waren rond 900 de verschillende identiteiten overgevloeid in 1 groep mensen: de schotten.

48
Q

Vikingen in Engeland:

A

In Engeland was eenzelfde proces van eenheid te zien. Engeland was verdeeld in verschillende koninkrijken en daarom een gemakkelijke prooi voor invasies.

De Vikingen leefden rond 900 in
het noordoosten van Engeland en leefden daar hun leventje (ze noemden het gebied Danelaw).

De koning van Wessex (Alfred de Grote, 871-899) vocht tegen de Vikingen tot de
leiders zich overgaven en zich lieten dopen. Al snel verlieten de Vikingen Wessex.

Daarna domineerden de Vikingen het oosten van Engeland en Alfred de rest. Alfred stichtte forten (burhs) en creëerde vloten

49
Q

Vikingen op het continent:

A

Op het vasteland absorbeerden de indringers in Normandië.

In 911 bekeerde de Viking koning
Rollo zich tot het christendom en kreeg hij Normandië als hertogdom van de Frankische koning Karel de Eenvoudige. Hoewel de Normandische Vikingen sedentair gingen leven, reisden
sommigen af naar het Mediterrane gebied en werden ze bestuurders in Zuid-Italië. Vanaf 1061 vochten ze daar om Sicilië.

50
Q

Waar waren de moslims vooral actief na veroveringen in de 9e en 10e eeuw?

A

De moslims waren vooral actief op Sicilië na veroveringen in de 9e en 10e eeuw.

51
Q

Welke dynastie wilde een nieuwe Islamitische vloot ontwikkelen op Sicilië?

A

De Aghlabidische dynastie, voorgangers van de Fatimiden, wilden op Sicilië een nieuwe Islamitische vloot ontwikkelen.

52
Q

Welke periode kenmerkte de moslim-aanwezigheid in Zuid-Frankrijk, Noord-Italië en de Alpen?

A

Tussen 900-950 was er moslim-aanwezigheid in Zuid-Frankrijk, Noord-Italië en de Alpen.

53
Q

Hoe manifesteerde de moslim-aanwezigheid in West-Europa zich meestal?

A

De moslim-aanwezigheid in West-Europa manifesteerde zich meestal als korte expedities, vaak gericht op aanvallen op kerken en kloosters.

54
Q

Wat was het resultaat van de fout om Abbot Majolus of Cluny gevangen te nemen?

A

Als gevolg van de fout om Abbot Majolus of Cluny gevangen te nemen, werden de moslims verbannen.

55
Q

Welke naam gebruikten de Magyaren voor zichzelf, terwijl de rest van Europa hen anders noemde?

A

De Magyaren noemden zichzelf Magyaren, maar de rest van Europa noemde hen Hongaren.

56
Q

Waar hadden de Magyaren zich gesetteld rond de 8e en 9e eeuw?

A

De Magyaren hadden zich gesetteld rond de Donau rond de 8e en 9e eeuw.

57
Q

Welke taal spraken de Magyaren, en met welke taal had het enige verwantschap (behalve Fins)?

A

De Magyaren spraken een taal die niet gerelateerd was aan een andere taal in Europa, behalve het Fins.

58
Q

Wie huurde de Magyaren in tijdens gevechten tegen de Merovingen en de Bulgaren?

A

De Magyaren werden ingehuurd door Arnulf, koning van de Oost-Franken, tijdens gevechten tegen de Merovingen, en ook door keizer Leo VI tijdens gevechten tegen de Bulgaren.

59
Q

Wat veroverden de Hongaren in 894 voor zichzelf, wat leidde tot invallen in Duitsland, Italië en Zuid-Frankrijk?

A

In 894 veroverden de Hongaren de Donau-regio voor zichzelf, wat resulteerde in invallen in Duitsland, Italië en Zuid-Frankrijk.

60
Q

Waarom lieten de Hongaren Bavaria met rust tot 937?

A

Tot 937 lieten de Hongaren Bavaria met rust omdat ze bondgenoten waren met de hertog.

61
Q

Wat markeerde het einde van de aanvallen van de Hongaren op andere gebieden?

A

Het einde van de aanvallen van de Hongaren op andere gebieden werd gemarkeerd door de oprichting van het Koninkrijk van Hongarije, waar ze veranderden van nomaden naar boeren. Ook speelde de overwinning van koning Otto I in de Slag bij Lechfeld in 955 een rol in het stoppen van hun aanvallen.

62
Q

Wat kenmerkte de politieke arrangementen die ontstonden als gevolg van invasies in Europa?

A

De politieke arrangementen in Europa kenmerkten zich door persoonlijke loyaliteit, afhankelijkheid van onderdanen, en het toekennen van land (fiefs) als beloning voor militaire dienst.

63
Q

Wat is de betekenis van het begrip “fief” en welk systeem is daaruit ontwikkeld?

A

Een fief (feodum) is een stuk land dat wordt toegekend als beloning voor militaire dienst. Het begrip “feodalisme” is ontwikkeld uit dit systeem, waarbij er veel discussies zijn over de aard en het ontstaan ervan.

64
Q

Wat waren de drie traditionele ‘ordes’ in de 10e en 11e eeuw?

A

De drie traditionele ‘ordes’ waren: diegene die bidden (orates), diegene die vechten (bellatores), en diegene die werken (laboratores).

65
Q

Hoe werd persoonlijke trouw ceremonieel bevestigd tussen vazal en heer?

A

Persoonlijke trouw werd ceremonieel bevestigd met de vazal op de knieën, die zijn handen in de handen van de staande heer legde. Een eed werd afgelegd, en vaak werd er op relikwieën of de Bijbel gezworen, gevolgd door een kus tussen de vazal en de heer.

66
Q

Wat kenmerkte de laagste groep in de samenleving in de 10e en 11e eeuw?

A

De laagste groep in de samenleving waren de boeren (peasants), waarvan de meeste horigen waren, afhankelijk van hun heer.

67
Q

Hoe evolueerden boerennederzettingen in de 11e en 12e eeuw?

A

In de 11e en 12e eeuw evolueerden boerennederzettingen tot echte dorpjes, met de kerk als centrum, begraafplaatsen, huizen, schuren, en een gevoel van gemeenschap waarin iedereen afhankelijk was van elkaar.

68
Q

Op welke manier profiteerden sommige boeren van veranderingen in de betalingssystemen? (11e en 12e eeuw)

A

Sommige boeren profiteerden door bossen te kappen (minder bijdragen), betalingen in geld te ontvangen, en bij stijgende prijzen verkochten ze producten zoals kippen en eieren op markten voor winst.

69
Q

Wat domineerde het sociale, politieke en culturele leven van het Westen in de middeleeuwen?

A

Het sociale, politieke en culturele leven van het Westen werd gedomineerd door landeigenaren die zowel militair waren als regionale leiders.

70
Q

Hoe veranderde het huwelijk in de middeleeuwen onder invloed van de Karolingen?

A

Onder invloed van de Karolingen verminderde de macht van sommige mannen, en zij kozen ervoor familieleden, met name de oudste zoon, waardoor familierelaties kleiner werden en meer aandacht naar mannen ging.

71
Q

Welke rol speelden bisschoppen in de middeleeuwse samenleving?

A

Bisschoppen waren mannen van bezit, heren of vazallen, trouw aan hun patrons (koningen), bestuurden steden en waren religieuze leiders die hun kudde hoedden.

72
Q

Wat was de ‘Vrede van God’ en welke doelen had het?

A

De ‘Vrede van God’ was een beweging in Zuid-Frankrijk in de 10e en 11e eeuw, waarbij bisschoppen en aristocraten probeerden het gedrag van ridders te controleren. Het verbood oorlogvoering tussen gewapende mannen van Lent tot Pasen en op donderdag t/m zondag.

73
Q

Waarom waren steden belangrijk in de middeleeuwse samenleving?

A

Hoewel het grootste deel van Europa op het platteland was gebaseerd, waren steden belangrijk, met name in Italië. Ze dienden als plaatsen waar hovelingen hun paleizen hadden en waar boeren hun overschotten konden verkopen aan verschillende stedelijke bewoners.

74
Q

Wat was de rol van Rome in vergelijking met andere Italiaanse steden?

A

Rome was vergelijkbaar met andere Italiaanse steden in termen van familie binnen de muren, afhankelijkheid van lokale producenten en veel handel. Het verschilde doordat het de ‘zetel’ van de Paus was, wat veel prestige met zich meebracht.

75
Q

Wat waren enkele van de acties die Koning Alfred van Engeland ondernam tijdens de Viking-invasies?

A

Koning Alfred van Engeland voerde militaire reformaties door, bouwde burhs, en was betrokken bij religieuze en intellectuele reformaties. Hij liet religieuze werken vertalen naar het Angelsaksisch en legde wetten op rond 880-890.

76
Q

Wat was het belang van Alfreds wetten en welke inspiratiebron gebruikte hij?

A

Alfred legde wetten op rond 880-890, geïnspireerd door de geboden van Moses. Deze wetten waren bedoeld om wet en orde te handhaven in zijn koninkrijk.

77
Q

Hoe reageerden Alfreds opvolgers op de Vikingen en wat waren de mogelijke gevolgen voor Engeland als ze dat niet hadden gedaan?

A

Alfreds opvolgers verjoegen de Vikingen, die zich terugtrokken naar Scandinavië of zich bekeerden tot het Christendom en de Angelsaksische taal leerden. Als ze dat niet hadden gedaan, zou Engeland weer in fragmentatie zijn vervallen, waardoor het een gemakkelijke prooi zou zijn geweest voor nieuwe Viking-invasies.

78
Q

Hoe verschilde Aethelstan’s macht over Engeland van die van Basil II over Byzantium?

A

Aethelstan had niet dezelfde absolute macht over Engeland als Basil II over Byzantium. Aethelstan was afhankelijk van consensus en loyaliteit van grote landeigenaren. Als die loyaliteit ontbrak, kon Engeland in fragmentatie vervallen.

79
Q

Wie was Knoet de Grote en wat veranderde er tijdens zijn heerschappij in Engeland?

A

Knoet de Grote was een Deense koning die van 1061-1035 koning van Engeland was. Tijdens zijn heerschappij veranderde het Engelse koningschap niet veel; hij behield veel administratieve en militaire instituties.

80
Q

Hoe veranderde het christendom de politieke situatie in Scandinavië?

A

Het christendom bracht veranderingen in Scandinavië, waarbij Denemarken en Noorwegen nieuwe koninkrijken werden. Religie en rijkdom die de Vikingen meebrachten, hadden implicaties voor koninklijke macht en staatsvorming in Scandinavië.

81
Q

Hoe verliep het proces van kerstening in Noorwegen en Zweden?

A

Het proces van kerstening in Noorwegen werd beïnvloed doordat Olav Haraldson werd gedoopt, waardoor hij een bondgenootschap kon sluiten met de Engelse koning. In Zweden vond het proces van kerstening pas in de 12e eeuw plaats, nadat het land verdeeld was geweest onder concurrerende bestuurders.

82
Q

Wie was de eerste koning in Duitsland na de dood van de laatste Karolingische koning in 911?

A

Henry I, Hertog van Saksen (919-936), werd de eerste koning in Duitsland na de dood van de laatste Karolingische koning in 911.

83
Q

Hoe kwam Henry I aan de macht en wat waren enkele van zijn prestaties?

A

Henry I kwam aan de macht doordat de hertogen in Duitsland, geconfronteerd met interne conflicten en dreigingen van buitenaf, behoefte hadden aan een sterke koning. Hij kroonde zichzelf tot koning na de dood van de laatste Karolingische koning in 911. Henry stichtte forten, reorganiseerde zijn leger en versloeg de Hongaren in 933.

84
Q

Welke successen boekte Otto I tijdens zijn heerschappij en hoe consolideerde hij de macht in Duitsland?

A

Otto I versloeg concurrerende familieleden, rebelse hertogen en legers van Slaven en Hongaren. Door tactische huwelijken, bondgenootschappen en afspraken zorgde hij ervoor dat alle hertogdommen werden ingevuld door familieleden. Hij veroverde de Lombarden in 951, wat hem controle gaf over het grootste deel van Noord-Italië. In 962 ontving hij de imperiale kroon en werd vergeleken met Karel de Grote.

85
Q

Hoe stopte Otto I de Hongaarse bedreiging en welke andere overwinningen boekte hij?

A

Otto I stopte de Hongaarse bedreiging bij Lechfeld in 955. Hij versloeg ook de Slavische groep, de Obodrites, in hetzelfde jaar.

86
Q

Welke belangrijke bijdragen leverden Otto II, Otto III en Henry II aan het Ottomaanse Rijk?

A

Otto II, Otto III en Henry II bouwden voort op de prestaties van Otto I. Ze kozen zelf bisschoppen en verstevigden zo de ruggengraat van het Ottomaanse Rijk. Bisschoppen en aartsbisschoppen waren bijna allemaal bondgenoten van de koning en zorgden voor inkomsten.

87
Q

Wie kwam aan de macht als koning van Frankrijk aan het einde van de 10e eeuw?

A

Hugh Capet kwam aan de macht als koning van Frankrijk aan het einde van de 10e eeuw (987-996).

88
Q

Hoe verschilde de situatie in Frankrijk met betrekking tot militaire macht ten opzichte van Engeland en de Ottonen?

A

Frankrijk had het lastig met invasies omdat ze een groot rijk hadden om te beschermen, anders dan bij Alfred in Engeland, en waren afhankelijk van lokale militaire mannen in plaats van hun macht te versterken zoals de Ottonen deden.

89
Q

Wat maakte Hugh Capet anders dan de vorige koningen, en hoe versterkte hij zijn gezag?

A

Hugh Capet had iets meer macht dan andere slotvoogden en leek op een lokale bestuurder. Hij werd echter gezalfd met heilige olie, wat het idee versterkte dat zijn bestuur door God gegeven was, geërfd van Karel de Grote.

90
Q

Welke dynastie volgde de Karolingische koningen op in Frankrijk, en tot wanneer bleven ze aan de macht?

A

De dynastie Capet volgde de Karolingische koningen op in Frankrijk, en ze bleven aan de macht tot de 14e eeuw.

91
Q

Hoe werd de legitimiteit van het bestuur van Hugh Capet versterkt, en wie waren loyaal aan de koning?

A

De legitimiteit van het bestuur van Hugh Capet werd versterkt doordat hij gezalfd werd met heilige olie, wat het idee ondersteunde dat zijn bestuur door God gegeven was, geërfd van Karel de Grote. De meeste graven (counts) en hertogen waren loyaal aan de koning, waardoor de Fransen konden vertrouwen op de vazalrelaties.

92
Q

Welke drie nieuwe eenheden ontstonden in het midden van Europa?

A

Bohemen (Tsjechië), Polen en Hongarije.

93
Q

Wat was opvallend aan de taal van Hongarije in vergelijking met Bohemen en Polen?

A

Hongarije had een andere taal dan Bohemen en Polen. Terwijl Bohemen en Polen voornamelijk Slavischsprekend waren, had Hongarije een andere taal.

94
Q

Hoe werd Bohemen geïntegreerd in het Ottomaanse Rijk en wie was de prinses van Bohemen?

A

Bohemen werd een apart hertogdom van het Ottomaanse Rijk. De prinses van Bohemen was een vazal van de keizer in Duitsland.

95
Q

Waarom verklaarde Keizer Henry III oorlog tegen Bohemen in 1038?

A

Bretislav I van Bohemen wilde Polen in 1038 bij zijn gebied betrekken en kidnapte het lichaam van st. Adalbert, waardoor Keizer Henry III oorlog verklaarde.

96
Q

Hoe veranderde Mieszko I het lot van Polen, en wie zette zijn werk voort?

A

Mieszko I, de leider van wat later Polen zou worden, bekeerde zich tot het christendom en zette zijn rijk onder bescherming van de paus. Zijn zoon, Boleslaw de Dappere, zette zijn vaders uitbreiding voort.

97
Q

Hoe toonde Boleslaw de Dappere zijn toewijding aan het christendom aan?

A

Boleslaw de Dappere maakte zijn bondgenootschap met Christus bekend op een munt, waarop aan de ene kant een portret van hem als een soort Romeinse keizer stond en aan de andere kant een kruis.

98
Q

Wie was Prince Géza en wat deed zijn zoon Stephen I om de macht te vergroten?

A

Prince Géza (972-997) van Hongarije was ambitieus en wilde zich laten dopen om zijn macht te vergroten. Zijn zoon, Stephen I (997-1038), bekeerde zich echt tot het christendom, bouwde kerken en kloosters, en voerde wetten in om zijn koninkrijk in de pas te brengen met andere Europese machten.

99
Q

Wat waren de belangrijkste veranderingen die Stephen I in Hongarije doorvoerde na zijn bekering tot het christendom?

A

Stephen I liet kerken en kloosters bouwen, stelde wetten in die zijn koninkrijk in overeenstemming brachten met andere Europese machten, en maakte het bijwonen van de kerk op zondag verplicht.