H5 Motivatie En Emotie Flashcards

1
Q

Motivatie

A

Geheel van factoren, binnen en buiten het organisme, die ervoor zorgen dat een individu zich op een bepaald moment op een bepaalde manier gaat gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motiverende staat/ drive

A

Interne toestand die een individu oriënteert op een specifieke categorie doelen en die in de loop van de tijd op een omkeerbare manier kan veranderen (de drive kan toenemen en vervolgens afnemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Homeostase

A

De constantheid van interne condities die het lichaam actief moet onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil regulerende en niet regulerende drive?

A

Regulerende drive helpt homeostase behouden (bv. Honger) niet regulerende drive dient ander doel (bv. Seks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 5 categorieën drives?

A
  1. Regulerende drives 2. Veiligheidsdrives 3. Reproductieve drives 4. Sociale drives 5. Educatieve drives
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Regulerende drive

A

Bevordert overleving door homeostase v lichaam in stand te houden (bv. Honger en dorst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veiligheidsdrive

A

Motiveert dier om gevaren te vermijden (bv. Roofdier, vijand) bv. Door angst (vluchten) of woede (vechten) om veiligheid te garanderen. Slaap zou ook een veiligheidsdrive zijn (rustig weg van alle gevaren wanneer het donker is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reproductie drives

A

Seksuele drang en drang om voor jongen te zorgen eenmaal het geboren is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale drives

A

Vele zoogdieren (vooral mensen) hebben medewerking van anderen nodig om te overleven. Sociale drives omvatten drives voor vriendschap, acceptatie en sociale goedkeuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Educatieve drives

A

Drives om te spelen en te ontdekken (nieuwsgierigheid). Jongen van bijna alle sociale zoogdieren zullen dmv spel hun levensondersteunende vaardigheden oefenen dmv spel & nuttige info over hun omgeving verzamelen door nieuwe objecten en territoria te verkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn enkele verklaringen voor universele drijfveren zoals kunst, muziek en literatuur?

A

A) het nastreven van kunst muziek en literatuur zou nat verlangden zijn van onze drijfveren voor spel en ontdekking. B) kan iemands status in de sociale groep verhogen en indruk maken op leden van het andere geslacht.
C) een fantasierijk boek/film doet beroep op onze drijfveren voor seks, liefde, sociale waardering, agressie etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Centraal drive systeem

A

Een set neuronen waarin activiteit een drijfveer vormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Central-state theorie of drives

A

Volgens deze theorie komen verschillende drijfveren overeen met neurale activiteit in verschillende sets van neuronen in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is hypothalamus hub voor centrale drijfsystemen?

A

1) ideaal gelegen 2) directe verbinding met zenuwen 3) gevoelig voor hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn drie onderling verbonden componenten van het concept van beloning?

A
  1. Leuk vinden 2. Willen 3. Versterking (reinforcement)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mediale voorhersenbundel

A

Kanaal in de hersenen. neuronen (van dit kanaal) hebben hun cellichamen in kernen/nuclei vd middenhersenen en synaptische uiteinden in een grote kern in de basale ganglia (nucleus accumbens).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Beloningspad in de hersenen

A

Nucleus accumbens (in basale ganglia) en mediale voorhersenbundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Nucleus accumbens

A

Word beschouwd als een cruciaal centrum voor de gedragseffecten van beloningen bij mensen en andere zoogdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zonder een functionerende …………… Of …………. zullen dieren niet werken om beloningen te vinden of te krijgen en zullen ze sterven tenzij ze via een maagsonde van voedsel en water worden voorzien.

A

mediale voorhersenenbundel of nucleus accumbens (essentieel voor gemotiveerd gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Dopamine

A

“Willen”-component van beloning. Helpt dier motiveren om beloning te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Endorfine

A

endogene morphine-like substance” (endogene betekenis “aangemaakt in het lichaam”). “Liking”-component van beloning. Endorfines zijn chemicaliën die in het lichaam worden aangemaakt en die effecten hebben vergelijkbaar met die van morfine en andere opiaatmedicijnen zoals opium en heroïne; ze staan vooral bekend om hun rol bij het remmen van het pijngevoel. Ze worden ook in verband gebracht met plezierige ervaringen, zowel natuurlijke (bijv. seks) als kunstmatige (drugs “highs”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ratten die zijn uitgerust met mechanismen om drugs in hun bloedbaan te pompen, zullen zelf cocaïne en andere dergelijke drugs toedienen en verslaafd raken, maar zullen de zelftoediening van de drugs stoppen als de …….. ………. wordt vernietigd of chemisch geblokkeerd.

A

nucleus accumbens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

……. ………… een belangrijk gebied is waar medicijnen werken om hun verslavende effecten te produceren.

A

de nucleus accumbens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Leg drugsverslaving uit

A

Drugs produceren niet alleen een onmiddellijk gevoel van euforie, maar nog belangrijker voor het verslavingsprobleem, ze activeren sterk de dopamine-ontvangende neuronen in de nucleus accumbens die verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van op beloning gebaseerd leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Leg drugsverslaving uit

A

Drugs produceren niet alleen een onmiddellijk gevoel van euforie, maar nog belangrijker voor het verslavingsprobleem, ze activeren sterk de dopamine-ontvangende neuronen in de nucleus accumbens die verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van op beloning gebaseerd leren.

26
Q

Leg gokverslaving uit

A

Omdat de uitbetaling (beloning) nooit voorspelbaar is, resulteert elke uitbetaling in een nieuwe uitbarsting van dopamine-afgifte in de nucleus accumbens, ongeacht hoe vaak de persoon speelt. Dus gokken, net als het nemen van medicijnen, heft het dopamine-besparende mechanisme van de hersenen op - het mechanisme dat de dopamine-respons uitschakelt zodra de beloning voorspelbaar is geworden.

27
Q

Arcuate nucleus/ boogvormige nucleus

A

De master controller omtrent eetlust en gewichtsregulatie. Het heeft twee soorten neuronen met een tegenovergesteld effect in zich; de eetlust-stimulerende neuronen en de eetlust-onderdrukkende neuronen. Het is onderdeel van het onderste gedeelte van de hypothalamus en vlakbij de hypofyse.

28
Q

het “hoofdcontrolecentrum” voor eetlust en gewichtsregulatie.

A

Arcuate nucleus

29
Q

Een eetlustremmend hormoon dat veel aandacht heeft gekregen, is …….. (afgekort ….), dat wordt geproduceerd door speciale endocriene cellen in de dikke darm.

A

Peptide YY 3-36 (afgekort PYY)

30
Q

Hoe draagt het hormoon leptine bij aan gewichtsregulatie en waarom is leptine geen goed middel tegen obesitas?

A

1) Leptine wordt in de hersenen opgenomen & werkt op neuronen in Arcuate nucleus om eetlust te verminderen

2) extra Leptine heeft geen effect (heeft enkel effect als je gen niet hebt dat Leptine produceert) OOK suggereert onderzoek dat obese mensen chronisch honger hebben niet door tekort aan leptine —> MAAR omdat hun hersenen ONGEVOELIG zijn voor Leptine

31
Q

Gewichtsregulerend hormoon

A

Leptine

32
Q

Sensorisch specifieke verzadiging

A

Mensen en proefdieren die een soort voedsel eten totdat ze verzadigd zijn, ervaren een hernieuwde eetlust wanneer een ander voedsel, met een andere smaak, voor hen wordt geplaatst

33
Q

Hoe bevorderen genen de zwaarlijvigheid in de Amerikaanse cultuur?

A

door de aantrekking van de persoon tot calorierijk voedsel te vergroten, door een van de feedbackeffecten te verminderen die een hoge voedselinname of een hoog vetniveau heeft op de hongermechanismen in de hypothalamus, en door waardoor het lichaam minder snel overtollige calorieën kan verbranden

34
Q

Deze oogbewegingen, die elektrisch kunnen worden geregistreerd samen met het EEG, geven dit slaapstadium de naam, snelle oogbewegingsslaap of …….. Zoals je misschien al geraden hebt, komen de meeste dromen tijdens de ……. voor.

A

REM slaap

35
Q

Deze oogbewegingen, die elektrisch kunnen worden geregistreerd samen met het EEG, geven dit slaapstadium de naam, snelle oogbewegingsslaap of …….. Zoals je misschien al geraden hebt, komen de meeste dromen tijdens de ……. voor.

A

REM slaap

36
Q

Slaapstadia 2,3,4

A

Nie REM-slaap

37
Q

Theorieën over de slaapfuncties

A

A) De behouds- en beschermingstheorie
B) De theorie van lichaamsherstel
C) De hersenonderhoudstheorie van REM-slaap

38
Q

The Preservation and Protection Theory (leg uit)

A

Ondersteuning voor deze theorie komt van bewijs dat variaties in slaaptijd tussen verschillende soorten niet overeenkomen met verschillen in fysieke inspanning terwijl ze wakker zijn, maar wel met voedingsgewoonten en manieren om veiligheid te bereiken. Aan de ene kant slapen grote grazende dieren zoals bizons en paarden gemiddeld slechts 2 of 3 uur per etmaal per dag. Vleeseters slapen veel meer. Baby’s slapen veel —> meer bescherming.

39
Q

Welk bewijs ondersteunt de slaaptheorie van het lichaamsherstel, en wat zijn enkele beperkingen van de theorie?

A

Bewijs —>
-meer groeihormoon
-LT gebrek aan slaap leidt tot afbraak sommige lichaamsweefsels en na 3 weken tot dood
- kinderen hebben hoger metabolisme dus —> meer slijtage dus —> hebben meer slaap nodig

Beperkingen —> Maar de theorie van het lichaamherstel geeft geen bevredigende verklaring voor de grote verschillen tussen soorten in slaaptijd, en het biedt geen verklaring voor het feit dat sommige dieren overdag slapen, terwijl andere ‘s nachts slapen.

40
Q
  • Welk bewijs ondersteunt de theorieën dat REM-slaap het onderhoud van hersencircuits bevordert?
A

• REM SLAAP zorgt voor lichaamsbeweging voor groepen neuronen in de hersenen
• neurale activiteit tijdens de REM-slaap kan helpen om belangrijke circuits in stand te houden.
Bewijs —> hoe langer een persoon slaapt, hoe meer REM slaap. Foetussen spenderen bijna hele slaaptijd in REM slaap —> inoefenen van motorische en sensorische circuits

41
Q

Functie dromen?

A

Eén theorie, gebaseerd op de observatie dat dromen zo vaak angstige inhoud en negatieve emoties met zich meebrengen, is dat dromen op de een of andere manier een manier zijn om bedreigende ervaringen te oefenen en op te lossen die zich hebben voorgedaan of zouden kunnen plaatsvinden in het echte leven van de persoon. Andere slaaponderzoekers hebben echter gesuggereerd dat dromen mogelijk geen levensbevorderende functies dienen, maar eenvoudigweg bijwerkingen kunnen zijn van de fysiologische veranderingen die optreden tijdens de REM-slaap.

42
Q
  • Hoe kunnen dromen worden verklaard als onvermijdelijke gevolgen van de toestand van de hersenen tijdens de REM-slaap?
A

Neuronen in visuele en motorische gebieden van de hersenen worden actief tijdens de REM-slaap, en hallucinaties van bezienswaardigheden en bewegingen kunnen een onvermijdelijk gevolg zijn van dergelijke activiteit.

43
Q

Hersenmechanismen die de slaap beheersen

A

•slaapdrive wordt beïnvloed door een interne klok in de hypothalamus (suprachiasmatic nucleus)

• licht synchroniseert interne klok met licht-donker cyclus (helder licht in de ochtend en/ of zwak licht of duisternis in de avond de cyclus zodat de persoon eerder op de avond slaperig wordt. Daarentegen heeft fel licht ‘s avonds en/ of het vermijden van licht ‘s morgens het tegenovergestelde effect.)

44
Q

Biologische ritme waarvan cyclus ongeveer 24uur duurt

A

circadiaans ritme

45
Q

Klok die circadiaans ritme regelt bevindt zich in een kern in de hypothalamus

A

Suprachiasmatic nucleus

46
Q

…….. is een subjectief gevoel gericht op een object dat wordt ervaren als de oorzaak van het gevoel.

A

Een emotie

47
Q

Wat is emotie?

A

is een subjectief gevoel gericht op een object dat wordt ervaren als de oorzaak van het gevoel.

48
Q

Het gevoel dat geassocieerd wordt met emotie, onafhankelijk van het object

A

Affect

49
Q

Emotionele gevoelens zijn niet altijd verbonden met objecten. Soms wordt een emotioneel gevoel ervaren als vrij zwevend in plaats van gericht op een bepaald object; als het een voldoende lange periode aanhoudt, wordt het een ……… genoemd.

A

Gemoedstoestand / mood

50
Q

8 primaire emoties van Plutchik

A

vreugde versus verdriet, woede versus angst, acceptatie versus walging en verrassing versus verwachting

51
Q

De overtuiging dat basisemoties aangeboren zijn en worden geassocieerd met kenmerkende lichamelijke en gezichtsreacties wordt …….. …………. genoemd en is een uitbreiding van Darwins functionalistische visie.

A

Discrete emotietheorie

52
Q

Wat is de emotietheorie van James? Welk bewijs leverde James voor de theorie, en welk modern bewijs is consistent met de theorie?

A

1) James suggereerde dat lichamelijke reacties voorafgaan aan emoties en ze veroorzaken, in plaats van omgekeerd. (Common sense theory)

2) van introspectie

3) Een aanzienlijke hoeveelheid bewijsmateriaal ondersteunt vandaag de dag de theorie van James. Mensen over de hele wereld beschrijven hun emoties in termen van lichamelijke veranderingen en zijn redelijk consistent in het soort veranderingen dat ze met elke emotie associëren

53
Q

Waarin verschilt de emotietheorie van Schachter van die van James? Hoe ondersteunde Schachter zijn theorie met experimenten?

A

1)Gevoel v emotie hangt niet enkel af van sensorische feedback mbt reactie lichaam maar ook van percepties en gedachten (Schachter’s cognitie PLUS feedback theorie)
2) hij deed experimenten met epinefrine (adrenaline) —> proefpersonen die adrenaline injecteerde kregen voelden meer angst of boosheid afhangende van de stimulus aan dewelke ze werden blootgesteld

54
Q

emotietheorie voor die vergelijkbaar is met James ‘perifere feedbacktheorie, maar zich vooral richt op de rol van het gezicht

A

Ekman’s gezichtsfeedbacktheorie

55
Q

Een cruciale structuur die snel en onbewust de betekenis van stimuli kunnen inschatten en passende lichamelijke reacties kunnen opwekken.

A

De amygdala (in temporale kwab en maakt deel uit van limbisch systeem)

56
Q

De ……. ontvangt sensorische input via twee routes: een zeer snelle subcorticale route en een wat langzamere corticale route. Via de eerste analyseert het binnenkomende informatie nog voordat die informatie is verwerkt door sensorische gebieden van de hersenschors. Via de laatste analyseert het meer in detail informatie die is verwerkt door de hersenschors. De ……. stuurt zijn output naar vele andere hersenstructuren. Via die output waarschuwt het de rest van de hersenen om aandacht te schenken aan de stimulus van bezorgdheid, en het genereert lichamelijke reacties zoals een verhoogde hartslag en spierspanning.

A

De amygdala

57
Q

De directe input van de …… naar de ……. kan verantwoordelijk zijn voor snelle, onbewuste emotionele reacties op visuele stimuli.

A

De thalamus (relaiskern) , amygdala

58
Q

De apen konden nog steeds objecten zien en konden op een gecoördineerde manier bewegen, maar ze leken onverschillig voor de psychologische betekenis van objecten. Ze reageerden niet langer angstig op objecten die hen eerder bang hadden gemaakt of agressief op objecten die hen eerder boos hadden gemaakt. Ze slaagden er ook niet in om op de gebruikelijke manier onderscheid te maken tussen voedsel en non-food of tussen geschikte en ongeschikte objecten voor seksuele aandacht. Amygdala en andere delen van de temporale kwab waren verwijderd. Deze apen leden aan …….. ………….

A

psychische blindheid

59
Q

Bij experimenten reageren mensen met schade aan de …….. over het algemeen niet emotioneel op prikkels - zoals foto’s van beangstigende of walgelijke scènes - die regelmatig emotionele reacties en gevoelens opwekken bij mensen met intacte hersenen

A

Amygdala

60
Q

De ……….. …….. is essentieel voor een bewuste ervaring van emotie

A

prefrontale cortex

61
Q

De ……… is essentieel voor onbewuste emotionele reacties

A

Amygdala

62
Q

Veel onderzoek met EEG of fMRI heeft een grotere neurale activiteit in de ……. prefrontale cortex aangetoond bij negatieve emoties (vooral angst en walging) en grotere activiteit in de …… prefrontale cortex bij het ervaren van positieve emoties.

A

Rechter, linker