H5 Flashcards

1
Q

Welke twee soorten geheugen onderscheidde William James (introspectie)?

A
  1. primair geheugen: de inhoud van het directe bewustzijn.
  2. secundair geheugen: alles wat moet worden opgehaald om bewust van te worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het multi-store model of memory (the modal model) van Atkinson & shiffrin?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf Sperling’s experiment van het sensorische geheugen. ook wel de whole report method genoemd.

A

Hoe lang houdt het korte termijn geheugen dingen vast? drie condities:

  1. Whole report method:: direct letters herhalen nadat ze visueel getoond werden
  2. partial report method: kregen een toontje te horen, die aangaf welke rij ze moesten opnoemen uit het geheugen.
  3. delayed partial report method: vertraging tussen visuele vertoning en toontje.

Resultaat: sensorisch geheugen codeert de volledige stimulus informatie; maar die informatie vergaat binnen een seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is miller’s magical number theorie?

A

Je kan maximaal 9 minimaal 5 cijfers onthouden. “seven plus minus two”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de duur zonder oefenen dat je informatie in het KTG kan houden?

A

maximaal 20 seconden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke wijziging bracht Cowan aan, aan het “magical number seven” idee?

A

Hij was voorstander van het “magical number four”

Miller’s 7 was een overschatting wegens chunking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Via welke test toonde Cowan zijn “magical number four” theorie aan?

A

via change detection task. Proefpersonen moesten identificeren of het eerste plaatje hetzelfde was als het andere plaatje of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan gezegd worden over de capaciteit van het werkgeheugen?

A

De capaciteit staat vast (een soort vat) Mensen die veel irrelevante stimuli opnemen, kunnen zich moeilijk focussen op de taak, omdat dit allemaal in hetzelfde “vat” gaat. Mensen die zich goed kunnen concentreren, kunnen inwezen goed afleidende stimuli “uit het vat” houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is STM en LTM actief of passief?

A

STM=actief

LTM=Passief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is volgens Baddeley en Hitch voornamelijk de taak van het STM?

A

working memory=bedoeld voor uitvoeren van complexe taken en controle van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is het STM onderdeel van het LTM of is het een apart onderdeel?

A

Uit onderzoek (bijvoorbeeld stroop taak) kwam naar voren dat STM een onderdeel is van LTM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

volgens Baddeley en hitch bestaat het WM uit drie subsystemen. Welke zijn dit?

A

visual sketchpad

auditieve subsysteem

coordinerend subsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan een experiment opgezet volgens de dual-task methodologie de verschillende subsystemen van baddeley en hitch aantonen?

A

op twee manieren:

  1. wanneer een taak die een van de subsystemen belast, wordt verstoord door een tweede taak die hetzelfde subsysteem belast.
  2. wanneer een eerste taak niet wordt verstoord door een tweede taak die het andere subsysteem belast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een onderzoek wat bewijs levert voor het bestaan van twee verschillende submodules is de visual serial position task. Wat toonde dit experiment aan?

A

Het onthouden van auditieve getallen in de phonological loop heeft geen effect op het ophalen van de visueel gecodeerde woorden in de WM. Ze kunnen dus naast elkaar uitgevoerd worden en zitten elkaar niet in de weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij het uitvoeren van een taak die het auditieve subsysteem en het executive tegelijk belasten. Wat kwam hier naar voren?

A

Heeft geen effect op het aantal fouten alleen toename van tijd die het koste om de redeneer taak te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een bewijs voor het bestaan van de phonological loop is het word length effect. Wat houdt dit in?

A

we herinneren ons meer korte woorden dan lange woorden. We hebben dus een tijd limiet. onderzoek geeft aan dat dit 2 tot 2,5 seconden is.

17
Q

een fenomeen die de fonologische loop ondersteund is het phonological similarity effect. Wat houdt dit effect in?

A

Letters die vergelijkbaar klinken zijn moeilijker vast te houden dan letters die anders klinken.

18
Q

Wat heeft onderzoek naar de fonologische loop onder immigranten laten zien?

A

Leeftijd heeft geen invloed op het vermogen om woordjes te onthouden. Wel kunnen jonge kinderen beter grammaticale regels snappen. vanwege de kleine fonologische loop die kinderen nog hebben.

19
Q

Volgens Baddeley bestaat de visuele sketchpad uit twee sub onderdelen welke zijn dit?

A
  1. een visuele opslag en een ruimtelijk systeem.
  2. visueel herkennings systeem.
20
Q

Wat zijn twee functies van het visuospatial sketchpad?

A
  1. onderhouden en manipuleren visuele en ruimtelijke informatie
  2. ruimtelijke inzicht: plannen en uitvoeren van non-verbale taken.
21
Q

Het central executive is het minst begrepen concept van het WM. Waarom?

A

central executive stuurt de andere twee subsystemen van het WM aan. Maar wie stuurt en CE aan? en wie stuurt die dan aan? dit is een oneindige cirkel waar op mechanisch niveau nog geen antwoord op is. dit wordt ook wel homunculus genoemd.

22
Q

Wat is een toevoeging van aan het WM model van Baddeley in 2003?

A

introduceren van de episodische buffer=integratie van informatie uit de submodules en uit LTM.

23
Q

Hoe wordt de WM processen weergegeven op hersen niveau? welke hersengebieden zijn betrokken? Welke functie heeft elk gebied?

A
24
Q

Wat is het verschil in taal tussen mensen en dieren?

A

Dieren hebben 1 signaal/geluid voor een type boodschap. Menselijke taal is anders. Mensen hebben een communicatiesysteem waarmee elke mogelijke betekenis gegenereerd worden.

25
Q

Binnen de menselijke taal wordt recursie gebruikt. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

Een zin in een zin invoegen. VB.

the dog that the man called bit the girl.

the dog that the man “who warned the woman” called bit the girl.

de grammaticale regels geven weer dat wat bij wat hoort ver uit elkaar ligt. Onderzoek laat zien dat dieren dit niet kunnen begrijpen. Er moeten korte verbindingen zijn.

26
Q

Wat wordt bedoeld met persistence of vision binnen het sensory memory?

A

visuele stimuli blijft nog enkele seconden zichtbaar nadat het object er niet meer is. Dit is belangrijk bij het visualiseren van beweging. Een experiment waarbij 24 foto’s werden getoond met een hele korte periode van duisternis tussendoor toonde aan dat de proefpersonen deze duisternis niet waarnamen en de foto’s doorvloeide.

27
Q

Uit het experiment naar duration van ons korte termijn geheugen kwam naar voren dat ons percentage correcte antwoorden steeds slechter werd bij de conditie van 18sec delay naarmate het aantal trials. Peterson en Peterson hadden hier een verklaring voor. Wat is deze verklaring?

A

Er is sprake van proactive interference: dit is wanneer informatie die vooraf geleerd is interfereert met het leren van nieuwe informatie. VB: wanneer je een lijst franse woorden leert en vervolgens een lijst spaanse woorden moet leren. frans kan dan interfereren met spaans. en retroactive interference: Wanneer nieuw informatie leren interfereert met het herinneren van oude informatie. VB: Doordat je na het frans spaans leert wordt het moeilijker om franse woorden op te halen.

28
Q

uit welke twee componenten bestaan de phonological loop?

A
  1. phonological store: Heeft een gelimiteerde capaciteit en bewaard informatie voor een paar seconden.
  2. articulatory rehearsal process:
29
Q

een fenomeen die de fonologische loop ondersteund is articulatory suppresion. Wat houdt dit effect in?

A

het niet kunnen uitvoeren van articulating rehearsal, omdat er een stimuli aanwezig is die dit tegengaat. VB proefpersoon wordt gevraagd na het zien van een reeks woorden een irrelevante klank telkens te herhalen.

30
Q

Mensen die schade hebben een gedeelte van de prefrontal cortex geassocieerd met WG laten een gedragspatroon genaamd Persevation zien. Wat houdt dit in? Hoe komt dit?

A

betekend behoud. Voert telkens het zelfde gedrag uit ook al wordt het gestreefde doel niet behaald. Dit komt door een probleem in de central excutives voor het reguleren van aandacht.

31
Q

Wat is het embedded processes model van Cowan?

A

In dit proces staat focus of attention centraal en dit is een functie van het central executive. Merk op dat er binnen dit model geen visuo sketch pad en phonological loop niet gescheiden zijn.

32
Q

Leg de FMRI decoding procedure uit.

A