H4: De Geboorte En Het Pasgeboren Kind Flashcards

1
Q

gebrek aan zuurstof naar de hersenen. = …….

A

Anoxia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een pasgeboren baby. = ………

A

Neonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal gesproken niet uitlokt = ……….. …………

A

Klassieke conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

baby die minder dan 38 weken na de conceptie ter wereld komt.

A

Premature baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een standaard meetsysteem waarmee de gezondheid van een pasgeboren baby kan worden bepaald aan de hand van verschillende factoren. = ………….

A

Apgar-score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

baby die twee weken na de uitgerekende datum nog niet geboren is.

A

Postmature baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een ernstige longaandoening ten gevolge van onvoldoende rijping van de longblaasjes. = ………. …… ………
(Bij heel premature baby’s)

A

Respiratory distress syndrome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

baby die als gevolg van een vertraagde foetale groei 90 procent (of minder) weegt van het gemiddelde gewicht van kinderen van dezelfde leeftijd. = ……………. ……

A

Groeivertraagde baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de geboorte van een kind dat niet meer leeft

A

Doodgeboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

apparaat waarmee de hartslag van de baby kan worden gemeten tijdens de weeën. = ……… ……….

A

Foetale monitor (of CTG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de medische zorg aan zwangeren en kinderen rondom de geboorte = ………. ……

A

perinatale zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

baby die bij de geboorte minder dan 2500 gram weegt.

A

Baby met een laag geboortegewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het moment waarop een te vroeg geboren baby kan overleven. = …………. ………

A

Levensvatbare leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt, afhankelijk van de associatie met positieve of negatieve consequenties.

A

Operante conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

baby die minder dan 1250 gram weegt en/of minder dan dertig weken in de baarmoeder heeft doorgebracht.

A

Baby met een zeer laag geboortegewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een knip om de opening van de vagina te vergroten en de baby te laten passeren. = ………..

A

Episiotomie

17
Q

het intieme fysieke en emotionele contact tussen ouder/verzorger en kind, dat volgens sommigen in de periode direct na de geboorte plaats dient te vinden. = ……….

18
Q

overlijden van een kind binnen het eerste levensjaar. = ……………..

A

Zuigelingensterfte

19
Q

een ingreep waarbij de baby operatief uit de baarmoeder wordt verwijderd in plaats van geboren te worden via het geboortekanaal

A

Keizersnede

20
Q

Een somber, prikkelbaar, angstig en neerslachtig gevoel dat bij de moeder ontstaat na de geboorte van de baby, meestal pas enkele weken/maanden na de bevalling. Dit gevoel kan lang aanhouden.

A

Postnatale depressie (postpartumdepressie

21
Q

de afname van de reactie op een stimulus die plaatsvindt na herhaaldelijke presentatie van die stimulus.

A

Gewenning (habituatie)

22
Q

niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt in de aanwezigheid van bepaalde stimuli.