H3.1: Cellen van het zenuwstelsel Flashcards
Membraan
Opgebouwd uit dubbele lipidenlaag met tal van membraaneiwitten in verankerd
Cytoplasma
Waterige, gelatineuze massa
Bevat celorganellen
Cytoskelet
Opgebouwd uit proteïnestrengen
Geeft cel structuur/stevigheid en vorm
Functies in oa. transport
Nucleus
Productie ribosomen in nucleolus
Transcriptie: aanmaak mRNA
Transcriptie
Gebeurt in de nucleus
Proces waarbij de nucleotidevolgorde van een stuk DNA naar messenger-RNA (mRNA) wordt overgeschreven
Ribosomen
‘Vrije’ ribosomen in cytoplasma
Gebonden aan ER voor extern gebruik of membraaneiwitten
Translatie: mRNA → eiwit
Translatie
Proces waarbij de eiwitcoderende sequentie van een mRNA-molecuul gebruikt wordt voor de synthese van een eiwit
Enzymen
Producten die chemische reactie beïnvloeden, maar zelf niet veranderen en dus aanwezig blijven
Nissl-substantie
Korreltjes die veel ribosomen bevatten
Komen vooral voor in (grote) neuronen
Wijzen op grote synthetische activiteit
Endoplasmatisch reticulum
Opgebouwd uit parallelle membraanlagen
Aanmaak eiwitten
Ruw endoplasmatisch reticulum
Ribosomen aangehecht
Glad endoplamatisch reticulum
Zonder ribosomen
Productie van lipiden
Sorteren van moleculen
Golgi-apparaat
Specifiek type glad endoplasmatisch reticulum
Verpakken van producten in membraanblaasjes (= vesikels)
Mitochondria
Cruciale rol in energiehuishouding
Betrokken bij omzetten van voedingsstoffen in ATP
Hebben hun eigen DNA
Endosymbiose theorie
De complexe levende wezens die nu de aarde bevolken ontstaan zijn door het versmelten van verschillende soorten en typen bacteriën