H2.3: Structuur en functie CZ (rhombencephalon+ruggenmerg+neuromodulatoire systemen)

Question 1

Opbouw cerebellum

Answer 1

Twee hemisferen verbonden door vermis
Gegroef oppervlak met neuronen aan de oppervlakkte, witte stof eronder
Nucleus dentatus: belangrijkste diepergelegen kern
Aangehecht aan dorsale zijde van pons via de pedunculi

Question 2

Functies cerebellum

Answer 2

Motoriek
Bevat 80% van de neuronen van de hersenen
Beschadiging (indien geconcentreerd in één hemisfeer: problemen aan ipsilaterale kant lichaam)

Question 3

Pons

Answer 3

Transversale vezels: cerebrocerebellaire projecties
Bevat deel reticulaire informatie
Bevat kernen betrokken bij slaap, arousal en ademhaling

Question 4

Medulla oblongata

Answer 4

Bevat kernen van hersenzenuwen III-XII en kernen betrokken bij regulatie van vitale functies
Bevat deel reticulaire informatie
Afferente en efferente banen

Question 5

Corticospinale banen (CST)

Answer 5

Belangrijkste dalen (efferente) baan
Staat in voor vrijwillige bewegingen
Vormen hoofdmoot van grote zichtbare strengen: pyramides
Kruisen grotendeels, onderaan de medulla (decussatie)

Question 6

DCML-route

Answer 6

Dorsal column / mediale lemniscus route

Question 7

Olijven of olijfkernen

Answer 7

Lateraal ten opzichte van pyramides
Motorische functie en gehoor

Question 8

Ruggenmerg

Answer 8

Grijze stof aan de binnenkant, witte stof aan de buitenkant
Grotere massa witte stof naarmate we stijgen in ruggenmerg
Beschermt door 24 wervels
Middenin: centraal kanaal (oorsprong neurale buis)

Question 9

Twee belangrijke (macroscopische) verdikkingen

Answer 9

Cervicale intumescentie (C3 - T1)
Lumbale intumescentie (L1 - S3)

Question 10

Functies ruggenmerg

Answer 10

Informatie van lichaam naar hersenen (stijgende/afferente banen)
Motorische commando’s van brein naar hersenen (dalende/efferente banen)
Reflexen (zonder tussenkomst hersenen)

Question 11

Ventrale hoorn

Answer 11

Bevat cellichamen van motorneuronen (efferenten): veroorzaken spiercontractie
Axonen van deze neuronen verlaten het ruggenmerg via de ventrale wortel

Question 12

Afferenten (DCML-systeem)

Answer 12

Spinale ganglia: cellichamen in dorsale wortelganglia (aan ene kant contact met tastreceptor, andere kant richting sensorische decussatie)

Question 13

Interneuronen

Answer 13

Geheel in de grijze stof
Betrokken bij reflexen

Question 14

Neuromodulatoire systemen

Answer 14

Kernen die zich in het centrale zenuwstelsel bevinden en die invloed hebben op een groot aantal andere neuronen via neurotransmitters

Question 15

Acetylchonine

Answer 15

Naast basale voorhersenen ook kernen in hersenstam, reticulaire formatie betrokken bij aanmaak
Betrokken bij waakzaamheid en (REM)slaapregulatie, spiercontractie, autonoom, zenuwstelsel, leren en geheugen

Question 16

Serotonine

Answer 16

Grootste ‘terretorium’ van CZS neuronen, projecties naar het gehele CZS
Aangemaakt in de raphe kernen over gehele lengte van de hersenstam
Grote raphe kern (raphe magnus) van groot belang voor lichaamseigen pijnstilling
Tal van functies, ook (o.a.) in slaapregulatie, doelsysteem antidepressiva

Question 17

Noradrenaline (= norepinephrine)

Answer 17

Voornaamste aanmaak in locus coeruleus: bilaterale structuur
Projecties naar het gehele CZS, rol in waakzaamheid en slaap-waakregulatie

Question 18

Dopamine

Answer 18

VTA: projecties naar gehele cortex en limbisch systeem
Substantia nigra: projecties naar basale ganglia en dorsaal stratum
Functies in motoriek, leren, geheugen en beloning