H2.2: Ontwikkeling van het zenuwstelsel

Question 1

Centraal zenuwstelsel splitst in:

Answer 1

Ruggenmerg
Hersenen

Question 2

Hersenen splitst in:

Answer 2

Prosencephalon (voorhersenen)
Mesencephalon (middenhersenen)
Rhombencephalon (achterhersenen)

Question 3

Prosencephalon (voorhersenen) splitst op in:

Answer 3

Telencephalon
Diencephalon (tussenhersenen)

Question 4

Telencephalon splitst op in:

Answer 4

Cerebrale cortex
Basala ganglia
Hippocampus
Amygdala

Question 5

Diencephalon (tussenhersenen) splitst op in:

Answer 5

Thalamus en hypothalamus

Question 6

Mesencephalon (middenhersenen) splitst op in:

Answer 6

Tectum
Tegmentum

Question 7

Rhombencephalon (achterhersenen) splitst op in:

Answer 7

Metencephalon (achterhersenen)
Myelencephalon (merghersenen)

Question 8

Metencephalon (achterhersenen) splitst op in:

Answer 8

Pons
Cerebellum

Question 9

Myelencephalon splitst op in:

Answer 9

Medulla

Question 10

Perifeer zenuwstelsel splitst op in:

Answer 10

Autonoom
Somatisch

Question 11

Autonoom zenuwstelsel splitst op in:

Answer 11

Sympatisch
Parasympatisch

Question 12

Twee stappen ontwikkeling cortex

Answer 12

1. Symmetrische delingsfase
2. Asymmetrische delingsfase

Question 13

Symmetrische delingsfase

Answer 13

Splitsing in twee nieuwe progenitorcellen
Enkel migratie over korte afstanden

Question 14

Asymmetrische delingsfase

Answer 14

Vanaf 7de eeuw week na conceptie
Splitsing in één progenitorcel
Radiale glia

Question 15

Radiale glia

Answer 15

Steuncellen
Belangrijke cellen voor migratie
Eerst gevormd in asymmetrische fase

Question 16

Myeliniseren

Answer 16

Vezels krijgen een isolatielaagje zodat de connectie tussen twee neuronen sneller verloopt