H3: veeltermen met verschillende complexe coëfficiënten Flashcards

1
Q

wat is c

A

het complex getal c is een nulwaarde van een veelterm als de getalwaarde van deze veelterm in c gelijk is aan 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer kan een euclidische deling plaatsvinden

A

als de rest 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe weetje hoeveel verschillende nulwaardes een complexe veelterm heeft

A

een veelterm van de n-de graad heeft hoogstens n verschillende nulwaarden in ℂ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de multipliciteit van de nulwaarde c

A

c is een r-voudige nulwaarde van A(z)

<=> A(z) = (z-c)r * Q(z) met Q(c) ≠ 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt de veelterm als volgt ontbonden

A

A(z) = an (z-c1)(z-c2)…(z-cn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan een veelterm met reële coëfficiënten steeds ontbonden worden

A

een veelterm met reële coëfficiënten kunnen steeds ontbonden worden in factoren van de eerste en de tweede graad met negatieve discriminant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly