H19 (vrij makkelijk) Flashcards
1
Q
een dialect
A
un dialect
2
Q
een informatie
A
UNE information
3
Q
een tekst
A
un texte (! mannelijk)
4
Q
een detail
A
un détail (é!)
5
Q
een karikatuur
A
une caricature
6
Q
specifiek
A
spécifique (é)
7
Q
de mimiek
A
la mimique
8
Q
een allussie
A
une allusion
9
Q
een mededeling
A
une communication
10
Q
doorgeven
A
transmettre / passer
11
Q
de communicatiemiddelen
A
les moyens de communication
12
Q
de correspondentie
A
la correspondance
13
Q
zijn post
A
son courier /sa correspondance
14
Q
vreemde
A
étrangères
15
Q
uit het hoofd
A
par coeur
16
Q
uitspraak
A
prononciation
17
Q
letterlijk
A
littéralement (!)
18
Q
onbegrijpelijk
A
incompréhensible
19
Q
middel
A
moyen
20
Q
zich uitdrukken, zich laten horen
A
se faire entendre
21
Q
verklaring
A
déclaration
22
Q
algemene
A
général / généraux
23
Q
een kort overzicht
A
un aperçu / un résumé
24
Q
een grapje
A
une plaisanterie / une blague / une farce
25
aantonen
démonter / prouver
26
kenmerken
caractéristiques (!!)
27
in feite, eigenlijk
en fait / au fond
28
afgeleid
dérivés
29
onverklaarbare
inexplicables
30
nietszeggende
vide de sens
31
aanplakbord / verkoopbord vastgoed
tableau d'affichage / panneau à vendre
