H17 Vocabulaire 2000 FRANS SEM 1 Flashcards
een maniak
un(e) maniaque
behangen
plaire
stoort
dérange
gêne
schikt me
m’arrange
me convient
wensen ( voor anderen)
vœux (m)
graag
volontiers
avec plaisir
heb er een hekel aan
j’ai détester
je n’aime pas du tous
zweer
jure
steunen
soutenir / appuyer
vervelende
ennuyeux
vervelend
embêtant / gênant
Prachtig, verrukelijk
Merveilleux / admirable
applaudiseren voor
applaudir
proberen
essayer / tentons
spannen ons in om
Nous efferçons de / Nous faisons de notre mieux pour
Gunstig
favorable / avantagent
ben het beu
en ai assez / en ai marre
kwaad maken
fâcher
ik heb zin
j’ai envie
pogingen
tentatives (f) / essais (m)
Wat een genot
quel plaisir / quelle jouissance
verrukkelijk , heel knap
ravissante, splendide , superbe /
éblouissante
aanhangers, getrouwen
partisans (m) / fidèles
eengezindheid
d’unanimité