H1 Monetair Beleid (Economisch Beleid) Flashcards
bankrun
Situatie waarin veel mensen tegelijk hun geld van een bank willen opnemen omdat zij er geen vertrouwen meer in hebben dat hun (spaar)geld bij de bank in veilige handen is.
bestedingsinflatie
Prijsstijging die ontstaat als de bestedingen groter worden dan de productiecapaciteit.
bezettingsgraad
De mate waarin de productiecapaciteit van een land of van een onderneming wordt benut. De bezettingsgraad geeft aan in hoeverre de productiecapaciteit wordt benut.
Of:
De verhouding tussen de werkelijke productie en de productiecapaciteit uitgedrukt in procenten.
De verhouding tussen de werkelijke productie en de productiecapaciteit uitgedrukt in procenten. In formule:
(= de bezettingsgraad)
In formule:
(productie/ productiecapaciteit) x 100%.
chartaal geld
Munten en bankbiljetten.
effectieve ondergrens van de nominale rente
Het negatieve nominale rentepercentage waarbij het aantrekkelijker wordt om geld niet op een rekening bij de bank te stallen, maar het contant thuis te bewaren.
debiteurenrisico
De kans dat iemand aan wie geld is uitgeleend niet terugbetaalt.
deflatie
Daling van het algemeen prijsniveau.
depositogarantiestelsel
De garantie dat een deel van het door klanten gespaarde vermogen wordt terug betaald bij een faillissement van een bank.
depositorente
De rente die banken ontvangen over het geld dat zij ‘s nachts verplicht bij DNB moeten stallen.
duaal mandaat centrale bank
Hierbij heeft een centrale bank twee opdrachten, zorgen voor prijsstabiliteit en zorgen voor maximale werkgelegenheid.
enkelvoudig mandaat centrale bank
Hierbij heeft een centrale bank één opdracht, zorgen voor prijsstabiliteit.
In de praktijk betekent het streven naar prijsstabiliteit eigenlijk het streven naar een stabiele inflatie van net onder de 2% per jaar.
geld
Algemeen aanvaard ruilmiddel.
geldillusie
Verschijnsel dat mensen de waarde van het geld verkeerd inschatten, bijvoorbeeld doordat ze alleen kijken naar de nominale waarde en geen rekening houden met prijsveranderingen
geldmarkt
Deel van de vermogensmarkt waar kortlopende leningen worden verhandeld met een maximale looptijd van twee jaar. Hieronder vallen spaarrekeningen voor particulieren bij banken, het kopen op afbetaling enzovoort.
geldschepping
Vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid, bijvoorbeeld door girale kredietverlening of door uitgifte van nieuwe munten en bankbiljetten door de centrale bank.
geldvernietiging
Verkleining van de maatschappelijke geldhoeveelheid, bijvoorbeeld als geld voor een bepaalde periode wordt vastgezet op een spaarrekening.
giraal geld
Al het geld op direct opeisbare rekeningen bij banken waar mensen direct mee kunnen betalen, bijvoorbeeld via een elektronische overschrijving of met een pinpas.