GS 4.2 Flashcards

1
Q

Wanneer stichtte Engeland 13 koloniën op in Amerika?

A

In de 17e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke kolonie van Engeland werd uiteindelijk veroverd, door wie en wanneer?

A
  • New York
  • Veroverd door Nederland.
  • 1644
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom begonnen de 13 kolonies steeds meer in tegenstand te komen tegen het Britse moedergebied?

A
  • Het besloot in 1764 dat de Amerikanen belasting moesten betalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekende de slogan: No taxation without representation?

A

Dat het Britse moedergebied niet zomaar belasting moeten opheffen zonder echt wat goeds te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom werden de belastingen niet door in het Britse moedergebied?

A

Door het verzet van de kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstond de ‘boston tea party’ en wat betekend het?

A
  1. Het Britse parlement bepaalde dat alleen de Britse East Indian Company thee in Noord-Amerika mocht verkopen.
  2. De Amerikanen klommen op de schip van het bedrijf en ging alle thee van bord gooien en feest vieren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alle 13 koloniën gingen samen werken na de boston tea party.
Wat deden ze?

A

Ze vormden een congres waarin afgevaardigden uit alle dertien kolonies zaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer vond de Amerikaanse revolutie plaats.

A

1765 nadat de 13 koloniën een congres hadden gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer werden de 13 koloniën onafhankelijk?

A

1783.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet het onafhankelijk worden van een kolonie?

A

dekolonisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kwam het dat de 13 koloniën onafhankelijk werden terwijl ze dat eerst niet wilden?

A

Thomas Paine had mensen overtuigd dat ze niet regeert moesten worden door England. Dus hij verkocht pamfletten. En uiteindelijk kwam het bij het congres waar ze besloten onafhankelijk te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk congreslid schreef de onafhankelijkheid verklaring?

A

Thomas Jefferson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe reageerde de Britten op de onafhankelijkheid verklaring?

A

Ze startte de onafhankelijkheidsoorlog in 1775.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe reageerde de Amerikanen op de onafhankelijkheidsoorlog?

A

Ze vormden een leger onder leiding van het congreslid George Washington.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ging de onafhankelijkheidsoorlog?

A

De Britten waren veel sterker omdat ze beroepssoldaten hadden en Amerika amateur soldaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe komt het dat de Britten toch de oorlog hadden verloren?

A

Omdat Frankrijk de Amerikanen ging helpen om de macht van de Britten te hinderen.
De Britten begrepen dat ze de oorlog niet konden winnen.

17
Q

Hoe lang duurde de onafhankelijkheidsoorlog?

A

1775-1783

18
Q

Hoe zag het bestuur eruit in Amerika nadat het onafhankelijk werdt?

A
  • Het werd een democratisch land.
  • Een bondstaat
  • Grondwetten
  • driemachtenleer
  • stemmen
19
Q

Wat zijn grondwetten?

A

In de grondwet staat hoe een land wordt geregeerd en wat de grondrechten zijn.

20
Q

Wat is een bondsstaat?

A

Dan wordt het land geregeerd op een centraal punt maar elke provincie/staat heeft hun eigen parlement en hebben best veel macht over hun stuk land.

21
Q

Wie kreeg een kiesrecht in Amerika nadat het onafhankelijk werdt?

A

Witte mannen met een bepaald inkomen.

22
Q

Hoe werkte de driemachtenleer in Amerika nadat het onafhankelijk werdt?

A

De president is de uitvoerende macht.
Om de vier jaar wordt een nieuwe president uitgekozen.

De wetgevende macht is het federale parlement. (het congres)

De rechtelijke macht controleert de regering ook, het federale Hooggerechtshof met de hoogste rechters.