Bio 8.1 Flashcards

1
Q

Wat is een orgaan?

A

Een onderdeel van een lichaam met een bepaalde functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een orgaansstelsel?

A

Een stelsel van verschillende organen die samenwerken aan een taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 5 orgaansstelsels.

A
  1. verteringsstelsel
  2. ademhalingsstelsel
  3. bloedvatenstelsel
  4. uitscheidingsstelsel
  5. zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet het verteringsstelsel?

A

Voedsel zo klein maken, dat de voedingsstoffen kunnen worden opgenomen in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 6 organen horen bij het verteringsstelsel?

A
  • mond
  • slokdarm
  • lever
  • maag
  • dunne- en dikke darm
  • anus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet het ademhalingsstelsel?

A

Zuurstof opnemen uit de lucht en koolstofdioxide uit het bloed afgeven aan de lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 4 organen horen bij het ademhalingsstelsel?

A
  • neusholte
  • mondholte
  • luchtpijp
  • longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet het bloedvatensstelsel?

A

Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen naar je organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 2 organen horen bij het bloedvatenstelsel?

A
  • bloedvaten
  • hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet het uitscheidingsstelsel?

A

Kwijt raken van afvalstoffen uit je lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 organen horen bij het uitscheidingsstelsel?

A
  • nieren
  • urineleider
  • blaas
  • urinebuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet het zenuwstelsel?

A

Zorgen dat alle orgaanstelsels goed samenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 organen horen bij het zenuwstelsel?

A
  • hersenen
  • ruggenmerg
  • zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de kleinste bouwsteen van je lichaam?

A

Een cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een organel?

A

Een onderdeel van een cel met een bepaalde functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 7 organels zitten in een cel?

A
  • celkern
  • celmembraan
  • receptoren
  • cytoplasma
  • mitochondrium
  • ribosoom
  • endoplasmatisch reticulum
17
Q

Waarmee is elke cel omgeven?

A

Een celmembraan, deze regelt de opname en afgifte van stoffen van de cel en beschermt de cel dus.

18
Q

Wat zitten er in het celmembraan (geprikt)?

A

Receptoren, deze maken contact met de omgeving en zijn gevoelig voor hormonen.

(hoort bij celmembraan)

19
Q

Wat is het cytoplasma?

A

Een vloeistof in de cel, deze bevat water en opgeloste stoffen.

20
Q

Wat zijn de mitochondriën? (meervoud van mitochondrium)

A

Energiecentrales van de cel, door verbranding van glucose.

Cellen die veel energie gebruiken, hebben veel mitochondriën

21
Q

Wat doet de ribosoom?

A

De ribosoom maakt eiwit.

22
Q

Wat doet het endoplasmatisch reticulum?

A

Het endoplasmatisch reticulum vervoert eiwitten.

23
Q

Wat doet de celkern?

A

Regelt dat de cel zijn vorm krijgt en zijn taken uitvoert. Dit gebeurt door eiwitten.

De recepten voor het maken van deze eiwitten zitten in het DNA.

24
Q

Wat doet het verteringsstelsel om je spieren van glucose en zuurstof te voorzien?

A

Via het verteringsstelsel komt glucose in je bloed

25
Q

Wat doet het ademhalingsstelsel om je spieren van glucose en zuurstof te voorzien?

A

Via het ademhalingsstelsel komt zuurstof in het bloed.

26
Q

Wat doet het bloedvatenstelsel om je spieren van glucose en zuurstof te voorzien?

A

Via het bloedvatenstelsel komen zuurstof en glucose bij de spieren.

27
Q

Welke orgaanstelsels zijn actief om de afvalstoffen koolstofdioxide en water af te voeren?

A
  • ademhalingsstelsel
  • uitscheidingsstelsel
28
Q

Wat doet het ademhalingsstelsel om de afvalstoffen af te voeren?

A

Via het ademhalingsstelsel adem je koolstofdioxide uit.

29
Q

Wat doet het uitscheidingsstelsel om de afvalstoffen af te voeren?

A

Via het uitscheidingsstelsel wordt water afgevoerd als urine.

30
Q

Hoe schrijf je de verbranding van glucose uit?

A

glucose + zuurstof → energie + koolstofdioxide + water