groep 7 thema 4 Flashcards

1
Q

waardoor gaan boeren meer produceren

A

kunstmest en machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar of niet waar boeren gaan zich steeds meer op meer dingen specialiseren.

A

niet waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maak deze zin af. in de kassen ben je niet afhankelijk van …….

A

de soort grond en het klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het afzetgebied van de nederlandse boeren

A

de hele wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 grondstoffen kopen de nederlandse boeren van buitenlandse boeren veel. noem ook de 2 gebieden waaruit ze die grondstoffen halen.

A

veevoer en kunstmest

Azië en Noord-Amerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat was er na de WO-2

A

voedseltekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in welke vorm kregen de boeren subsidie

A

een vaste prijs voor hun producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk probleem kregen we subsidie

A

overproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is deze overproductie opgelost

A

met een quotum en overschot aan arme landen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noem 4 producten waarvan een overschot was

A
boter 
melk 
vlees 
graan
wijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer werd de subsidie afgeschaft

A

1985

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat deden boeren na het instellen van quota. noem 3 voorbeelden

A
ze stopten met het boerenleven
of
ze stapten over om een ander product te maken 
of 
zie hielden zich aan de quota
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom is landbouw nodig in europa?

A

voor het eten voor mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke soort tuinbouw vind je veel in NL en waarom

A

in Nederland glastuinbouw vanwege het klimaat en de grondstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het voordeel van kassen?

A

Je kunt met techniek het klimaat sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bedrijven produceren steeds minder. Waar of niet waar?

A

Niet waar, ze produceren steeds meer.

17
Q

NL maakt alle grondstoffen zelf. Waar of niet waar?

A

Niet waar, NL haalt veel grondstoffen uit het buitenland.

18
Q

Waarom kregen boeren niet meer een vaste prijs voor hun producten?

A

Omdat zij daardoor teveel produceerden.

19
Q

Waarom kregen boeren te maken met veel regels?

A

Omdat gezond voedsel belangrijk is voor mensen.

20
Q

Waarom stopten veel boeren met hun bedrijf?

A

Omdat er teveel regels waren.

21
Q

De EU geeft subsidies om de traditionele landschappen te behouden. Waar of niet waar?

A

Waar

22
Q

Waarom vind je door heel Europa landbouw?

A

Om de inwoners van de EU voldoende eten te kunnen bieden

23
Q

Hoeveel inwoners heeft de EU ongeveer?

A

Een half miljard

24
Q

Waar in Europa zijn landbouwbedrijven gemoderniseerd met behulp van subsidies?

A

In Oost-Europa

25
Q

Waarom zijn veel West-Europese boeren een bedrijf in Oost-Europa begonnen?

A

Daar is meer ruimte en vrijheid

26
Q

Wat is tuinbouw in volle grond

A

Het telen in de buitenlucht

27
Q

Noem 4 productsoorten van de tuinbouw

A
  1. Groente
  2. Fruit
  3. Bloemen
  4. Sierplanten
28
Q

Wat is een afzetgebied

A

Het gebied waar je je producten verkoopt

29
Q

Wat is bio-industrie?

A

Het houden van veel vee op een klein oppervlak

30
Q

Waarom is bio-industrie interessant voor boeren?

A

Ze verdienen met zo min mogelijk kosten, zo veel mogelijk geld

31
Q

Wat is specialiseren?

A

Richten op 1 ding

32
Q

Wat is overproductie?

A

Meer produceren dan nodig is.

33
Q

Wat is de melkquotum?

A

De hoeveelheid melk die een bedrijf mag produceren.

34
Q

Waarom is er een melkquotum?

A

Anders komt er teveel

35
Q

Wat is biologische landbouw?

A

Landbouw waarbij geen kunstmest en schadelijke bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

36
Q

Wat is subsidie?

A

Geld van de regering om mensen, verenigingen en bedrijven te helpen

37
Q

Waardoor is de landbouw in elk land weer anders?

A

Door de verschillende grondsoorten en het klimaat

38
Q

Noem 2 voorbeelden van de regelgeving voor boeren van de EU

A
  1. Geen vaste prijs meer

2. Afspraken over hoeveelheden die een boer mag produceren

39
Q
Waar staan de volgende landen om bekend?
Frankrijk
Griekenland
Portugal
Spanje
A

Wijn
Schapen
Kurk
Olijfolie