Groep 5 thema 3 Waterland Flashcards
Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Is dat waar of niet waar?
Dat is waar.
Waar woonden de mensen vroeger dicht bij zee op?
Op terpen.
Wat beschermt ons vlak langs de kust tegen de zee?
Duinen en dijken beschermen ons tegen de zee.
Hoe ontstaan duinen?
Duinen ontstaan doordat de zeewind zand op een hoop blaast.
Welke twee dingen houden het zand van de duinen op hun plek?
- Planten
2. Bomen
Wanneer gaat de waterkering in de monding van een rivier helemaal dicht?
Als het zeewater gevaarlijk hoog staat.
Noem twee soorten waterwegen
- Rivieren
2. Kanalen
Rivieren zijn door mensen gemaakt. Waar of niet?
Niet waar. Kanalen zijn door mensen gegraven.
Kanalen zijn vaak kaarsrecht. Waar of niet?
Dat is waar.
Een rivier voert water naar zee. Waar of niet?
Dat is waar.
Wat voor een soorten water voert een rivier naar de zee?
Regenwater en gesmolten sneeuw uit de bergen.
Hoe maak je een polder? noem 3 stappen.
- Bouw een dijk om een plas water.
- Pomp het water met een gemaal (bv een molen) eruit.
- Graaf sloten in de polder dat het regenwater afvoert.
Noem twee grote polders in Nederland
- Flevoland
2. Noordoostpolder
Noem een stad uit Flevoland
Almere
Waar wordt veel grond in de polders voor gebruikt?
Voor landbouw
Noem twee grote rivieren in Nederland die naar de zee stromen
- De Maas
2. De Rijn
Het water in de Maas is vooral gesmolten sneeuw. Waar of niet waar?
Dat is niet waar. Het water in de Maas is vooral regenwater.
Het water in de Rijn is alleen regenwater. Waar of niet waar?
Dat is niet waar. Er stroomt ook gesmolten sneeuw door de Rijn.
Wat werd er gebouwd in de Zuiderzee om er een meer van te maken?
De Afsluitdijk.
Hoe heette de Zuiderzee na het bouwen van de Afsluitdijk?
Het IJsselmeer.
De IJssel is een afsplitsing van de Maas. Waar of niet waar?
Niet waar. De IJssel is een afsplitsing van de Rijn.
De IJssel komt uit in het IJsselmeer. Waar of niet waar?
Dat is waar.
Noem twee grote havens van Nederland.
- Amsterdam
2. Rotterdam
Liggen de twee grote havens in het westen of in het oosten van Nederland?
In het Westen.
Waarom liggen de grote havens in het westen van Nederland?
Omdat daar ook de zee is.
Wat is een dijk?
Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water.
Waar is een dijk van gemaakt? Noem 3 dingen.
- Zand
- Klei
- Steen
Wat is een duin?
Een heuvel van zand langs de zee.
Wat geeft de zeespiegel aan?
Hoe hoog het zeewater staat.
Wat is de riviermonding?
De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.
Wat is een waterkering?
Alles wat het water tegenhoudt: een dijk, een dam, een duin.
Noem drie vormen van een waterkering. Tip: begint allemaal met een ādā.
- Een dijk
- Een dam
- Een duin
Wat is een waterweg?
Een weg van water, waar boten op kunnen varen.
Wat is een rivier?
Een natuurlijke stroom water.
Wat is een kanaal?
Een waterweg die door mensen is gegraven.
Noem twee kenmerken van een polder?
- Land ligt lager dan de zee
2. Wordt door mensen droog gehouden met een gemaal
Wat is een terp?
Een heuveltje waar mensen vroeger op woonden.
Waarom gingen mensen op een terp wonen?
Om zich te beschermen als het land overstroomde met water.
Wat werd er gemaakt als dijken niet handig zijn?
Waterkeringen die open en dicht kunnen.
Waarvoor zijn rivieren en kanalen handig?
Om mensen en dingen te vervoeren.
Waar zijn sloten voor nodig in de polders?
Om het water goed op peil te houden.
Waarom werden polders gemaakt?
Omdat er meer land nodig was voor bijvoorbeeld landbouw.