Groep 6 Thema 2 Flashcards

1
Q

Wat is de eerste groep?

A

De landbouw, tuinbouw, visserij. Ze halen dingen uit de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de tweede groep?

A

De fabriek. Ze gebruiken producten uit de eerste groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de derde groep?

A

De diensten. Ze verkopen of vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem minimaal 4 producten die door de tweede groep gemaakt worden

A
  1. kaas
  2. snoepjes
  3. brood
  4. vla
  5. rijstwafels
  6. mozzarella
  7. vissticks
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem minimaal 4 producten die uit de eerste groep komen

A
  1. melk
  2. graan
  3. suikerbieten
  4. rijst
  5. vis
  6. vlees
  7. groente
  8. aardappels
  9. fruit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de 3 v’s van de derde groep

A
  1. verkopen
  2. vervoeren
  3. voor iemand iets doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 3 voorbeelden van de derde groep

A
  1. de albert heijn
  2. postbode
  3. dokter en ober
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was er vroeger veel in Noord-Brabant.

A

De textielindustrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar worden de fabrieken die niet meer nodig zijn voor de textielindustrie nu voor gebruikt?

A

Musea of theaters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar werkten vroeger veel mensen in Zuid-Limburg in?

A

In de steenkolenmijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer werd de laatste mijn gesloten?

A

In 1975

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar werken de meeste mensen nu die in de mijnen werkten?

A

In de dienstengroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het hoogste punt van Nederland?

A

De Vaalserberg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat ligt er op de top van de Vaalserberg?

A

Het drielandenpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke landen grenzen op de Vaalserberg aan elkaar?

A
  1. Nederland
  2. België
  3. Duitseland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welke groepen werkten de mensen vroeger de meeste mensen?

A

1ste groep en 2de groep

17
Q

In welke groep werken nu de meeste mensen?

A

de 3de groep

18
Q

Waarom zijn er meer diensten nodig?

A

Omdat Nederlanders meer geld en vrije tijd hebben. Daardoor kunnen ze meer kopen en hebben ze meer tijd voor uitstapjes.

19
Q

Wat wordt bedoeld met de ‘verschuiving’?

A

Dat mensen meer in de derde groep gingen werken dan in de eerste en tweede groep

20
Q

Wanneer vond de verschuiving plaats?

A

1800 eerste groep
1900 tweede groep
nu derde groep

21
Q

wat is een functie?

A

het doel van iets, dat waarvoor het bedoeld is.

22
Q

wat is een industrie?

A

veel fabrieken bij elkaar.