Groep 6 Thema 5 Flashcards

1
Q

Rond welk jaar zijn veel arbeiderswoningen gebouwd?

A

1900

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf wanneer werden flats gemaakt

A

1950

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 grootste steden van nederland

A

Amsterdam- Atrecht- Rotterdam en den haag ( :

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat ligt tussen de 4 grote steden

A

het groene hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een miljoenenstad

A

een stad met meer dan een miljoen inwoners en veel voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een flatwijk

A

een wijk met allen maar flats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat vindt je buiten het centrum

A

de buitenwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier gebouwd. Waar of niet waar?

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar ligt het centrum van een stad?

A

In het midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem een andere naam voor het centrum

A

De binnenstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In wat voor een soort wijken staan arbeiderswoningen?

A

In de oude buitenwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar liggen de oude buitenwijken?

A

Rondom het centrum van een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie woonden er in de arbeiderswijken?

Waarom daar?

A

De mensen die in het centrum in fabrieken werkten werkten.

Dan woonden ze dicht bij hun werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor een soort bedrijven vond je in het centrum van een stad?

A

Fabrieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor een soort wijken liggen om de arbeiderswijken?

A

Flatwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom werden de flatwijken gebouwd?

A

Omdat veel mensen een woning zochten

17
Q

Wat is het voordeel van flatwijken

A

Er kunnen veel mensen wonen

18
Q

Wat voor een soort wijken vind je aan de rand van de stad?

A

Nieuwbouwwijken

19
Q

Noem een kenmerken van huizen in een nieuwbouwwijk

A

Ze hebben een tuin

20
Q

Wat is de randstad?

A

Een ring van de vier grootste steden van Nederland

21
Q

Wat is het groene hart?

A

Het landelijke gebied midden in de Randstad

22
Q

Het groene hart mag verdwijnen. Waar of niet waar?

A

Niet waar. De grote steden mogen de randstad niet opslokken. Toch wordt er gebouwd.

23
Q

Welke kanaal deel de provincie Noord-Holland in tweeen

A

Het Noordzeekanaal

24
Q

Wat vind je veel in het noorden van Noord-Holland?

A

Landbouwgrond

25
Q

Wat vind je veel in het zuiden van Noord-Holland

A

Steden

26
Q

Wat vind je allemaal in Zuid-Holland?

A

De haven Rotterdam en de industrie in het Rijnmondgebied

27
Q

Utrecht is de grootste provincie. Waar of niet waar?

A

Niet waar. Utrecht is de kleinste provincie

28
Q

De hoofdstad Utrecht ligt in het midden van Nederland. Waar of niet waar?

A

Waar

29
Q

Wat is het drukste treinstation van Nederland en waarom?

A

Utrecht. Omdat het centraal in Nederland ligt. Heel veel mensen komen op reis langs Utrecht.

30
Q

Voor wie zijn de arbeiderswoningen rond 1900 gebouwd?

A

Voor fabrieksarbeiders

31
Q

Wat is een stedelijke zone?

A

Een gebied met grote en kleinere steden. Samen vormen zij eigenlijk één grote stad.

32
Q

Vind je in een flatwijk ook ander soort woningen?

A

Ja, maar het meeste flats

33
Q

Wat is een nieuwbouwwijk?

A

Een nieuwe woonwijk aan de rand van de stad

34
Q

Horen de kleine steden die tussen de 4 grootste steden liggen ook bij de Randstad?

A

Ja!

35
Q

De Randstad is het drukste stukje van Nederland. Waar of niet waar?

A

Waar

36
Q

Waaraan merk je dat het druk is in de Randstad?

A

Er staan vaak files op de snelwegen

37
Q

Hoe wordt het groene hart ook wel genoemd?

A

De tuin van de Randstad

38
Q

Het centrum van de stad is altijd het oudste stukje van de stad. Waar of niet waar?

A

Niet waar. Dat is wel meestal zo.

39
Q

Wat zijn voorzieningen in een stad?

A

Dingen die het leven makkelijk en leuk maken. Bijvoorbeeld bioscopen, musea, winkels, bibliotheken