GK 2.8 Flashcards
Groei
- toename in afmeting (lengte, breedte, diepte)
- start vanaf bevruchte eicel
- na groei volgt rijping (lengte groei stopt eind puberteit)
Factoren die groei beïnvloeden
80% genetische factoren
20% overige factoren
pubertas praecox
te vroege puberteit
meisjes < 8
jongens < 9
Nadeel: blijven klein, groeispurt te vroeg
pubertas tarda
late puberteit
meisjes > 13
jongens > 14
Oorzaken groeistoornissen
- idiopathisch
- primair = stoornissen in lengtegroei, die optreden doordat er een afwijking is vh bot/steunweefsel zelf.
- secundair = treden op door factoren buiten bot/steunweefsel. (medicijnen, ziekte, hormonale afwijking of voeding)
GHD = groeihormoon deficiëntie
hypofyse maakt niet voldoende voldoende GH
behandeling = GH toedienen
CHT = congenitale hypothyreoïdie
diagnostiek hielprik
behandeling: levothyroxine
Hashimoto
hypothyreoïdie t.g.v. auto-immuun
vanaf tienerleeftijd
behandeling = levothyroxine
Hyperthyreoïdie
bij baby -> moeder auto-immuun
ouder kind -> GRAVES
Syndroom van Turner
alleen meisjes,
1 vd 2 X ontbreekt of niet volledig
blijven klein, geen groeispurt of puberteitsontwikkeling
behandeling: GH & oestrogenen
Prader-Willi syndroom
stukje info op chromosoom 15 ontbreekt
Chronische nierinsufficiëntie
nierfunctie <50%
te kleine groei door minder opname Ca door botten, remming GF, geneesmiddelen