Gezondheid en uitsluitingsmechanismen Flashcards
HS 9 Emoties HS 10 Psychische Gezondheid
Developmental Niche Model
- algemeen
- Harkness & Super, 1994
- 2 grote principes;
- omgeving van een kind is een onderdeel van een breder cultureel/ecologisch systeem
- de predispositie van een kind (attributies, temperament, skills) hebben een invloed op de ontwikkeling - onderdelen:
- gewoontes
- etnotheorieën van de zorgbieder (vb. waarden, normen, overtuigingen)
- fysieke en sociale setting
wat zijn emoties?
- betekenis
- verschillende aspecten of componenten
- bij werkelijke of ingebeelde situatie
- focus: betekenis die mensen aan gebeurtenis geven = interpretatie van situatie - doel
- kennis over hoe iemand situatie beleeft + hoe situatie wil aanpakken of veranderen
- neiging tot handelen = ‘actietendens’ of ‘gedragsbereidheid’ (vb. belangen van persoon, gezin of groep goed gesteld > blijdschap en trots);
- gevolg: leidt tot actie of handelen
emotionele expressie
- betekenis
- lichaamshouding (vb. gespannen houding)
- stem (vb. luid praten)
- gelaatsuitdrukking (vb. gefronste wenkbrauwen) - gevoelens in plaats van emoties:
- omdat we voelen in en met ons lichaam
- emoties > gepaard met lichamelijke gewaarwording (vb. verdriet = brok in de keel)
hoe geeft cultuur vorm aan ons emotioneel leven?
- algemeen
- universeel en cultuurspecifiek
- vb. boosheid > rol in dagelijks leven (in andere culturele contexten = actief boosheid vermijden);
- geassocieerd met andere actietendensen = verschillend hoe emoties tot uiting komt in expressie en gewaarwordingen - sociale functie
- emoties = vorm en richting geven aan sociale relaties (vb. meermaals boos > stellingname in die relatie = confronteren)
- onderzoek: verschillende emoties hebben verschillende functies
- gevolg: verschillen begrijpen en voorspellen
de frequentie en intensiteit waarmee emoties voorkomen, verschillen tussen culturen
- frequentie
- emoties in lijn met culturele idealen en waarden > komen meer voor !!
- spontaan interpreteren = cultuur gewaarde emotionele ervaringen oproept
- westerse onafhankelijke context: gelukkig zijn en genieten (vb. ‘the American dream’);
- Oost-Aziatische interafhankelijke context: ‘puur’ geluk wantrouwen > ‘goed’ en ‘kwaad’ zijn onlosmakelijk verbonden - intensiteit
- onderzoek over kwaadheid en schaamte;
- conclusie: meer kansen om intense emoties te ervaren > idealen van hun culturele context behartigen en uitdragen
verschillen in culturele idealen en waarden tussen verschillende individualistische culturele contexten
- algemeen
- de Belgische cultuur = egalitaire of horizontale individualistische cultuur;
- evenwicht tussen eigen belang en dat van de ander
- ≠ de Amerikaanse cultuur > competitieve of verticale individualistische cultuur (focus: presteren en succes) - toepassing: kinderboeken
- schaamte weinig in Amerikaanse kinderboeken (1/4 in Belgische boeken)
- kwaadheid meer in Amerikaanse (niet significant)
- conclusie: kinderboeken of andere producten hebben socialiserende rol
de aard van de emotionele beleving tussen culturen
- algemeen
- de aard of de kwaliteit
- vb. verschilt Amerikaanse boosheid van Japanse boosheid?;
- termen van interpretatie en vormen van gedragsbereidheid (ermee gepaard) - onderzoek
- twee types van kwaadheid:
- Japanse type = 96% alle Japanse deelnemers (min mogelijk schade > knikken en lachen)
- Amerikaans-Belgisch type = 73% Amerikaanse en 94% Belgische deelnemers (grens ‘zelf’ en anderen)
emoties veranderen als de culturele context verandert
- algemeen
- sociale en culturele omgeving geven mee vorm aan emoties
- emoties worden onderhandel + betekenis in de context
- doel: richting geven aan sociale interacties en relaties (die past bij culturele (en persoonlijke) idealen van het ‘zelf’ en relaties) - wat gebeurt er als mensen terechtkomen in andere culturele context?
- andere culturele ideeën over het ‘zelf’ en relaties
- studies: emoties veranderen mee en lijken op emoties van mensen uit culturele context - nieuw emotioneel patroon ‘aanleren’
- migranten die meer contacten hebben in nieuwe context > emotioneel sneller bewegen in richting
- conclusie: emoties en sociale relaties zijn nauw verwant > emotioneel functioneren verandert ook
een cultuurgebonden stoornis
- betekenis
- psychische aandoening die zich uitsluitend of voornamelijk voordoet in bepaalde cultuur of culturele groep
- oorspronkelijk: wetenschappers > uniek voor elke cultuur ≠ nu: unieke uitingsvorm van algemene psychische stoornissen - voorbeelden
- plotselinge aanval van razernij en blinde woede > zeldzame aandoening bij mensen in Maleisië en Indonesië
in hoeverre is psychische gezondheid cultureel bepaald?
- algemeen
- verschillende perspectieven op de relatie tussen cultuur en gezondheid
- psychische gezondheid kent universele en cultuurgebonden aspecten
- stoornissen > neurobiologische basis
- extreme visies: absolutisme en relativisme - absolutisme (of universalisme)
- menselijke psychologie = universeel hetzelfde over culturen heen > niet beïnvloed door cultuur
- culturele verschillen = ‘ruis’ waar we doorheen moeten kijken
- invloed van cultuur op mentale gezondheid > niet relevant en doorslaggevend;
- prevalentie (hoe vaak het voorkomt) en aard van psychopathologie overal ter wereld grotendeels gelijk
- visie: eigen cultuur > specifieke psychische stoornissen (vb. boulimia nervosa = westerse wereld) - relativisme
- cultuur = enorm grote invloed
- menselijk denken, voelen en gedrag > begrepen in de context van cultuur
contextuele benadering
- algemeen
- integratie van twee tegenstrijdige visies
- psychische aandoeningen hebben universele kenmerken
- intensiteit, frequentie en vooral verschijningsvorm van symptomen > onder invloed sociale en culturele factoren - toepassing
- depressie: centrale symptomen kunnen zeer variëren
- schizofrenie: genetisch component grote rol + inhoud van psychosen > cultureel gekleurd
uiting psychische gezondheidsproblemen: somatiseren vs. psychologiseren
- somatisatie
- gebruikelijke en wijdverspreide menselijke reactie om met lichamelijke klachten te reageren (vb. buik-, hoofd- en rugpijn)
- wanneer? = eisen die leven stelt (tijdelijk) boven hoofd groeien
- gezondheidszorg: niet-westerlingen > klachten van onwelbevinden meer somatisch uiten ≠ westerlingen > meer psychologiseren - psychologiseren
- interpreteren en onder woorden brengen van klachten (in psychologische termen) (vb. somberheid, suïcide)
- verschil tussen beide: feit = uiten van onwelzijn in psychologische termen > niet altijd gebruikelijk of geaccepteerd in bepaalde cultuur
somatiseren in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
- algemeen
- somatiseren duidt op communicatieproblemen;
- als hulpverlener en cliënt zich fundamenteel op andere wijze uiten > oplossing: lichaamstaal als communicatiemiddel (= enige taal die ieder mens (kennelijk) verstaat) - marginale communicatie
- ene partij = presenteert lichamelijke klachten zo duidelijk mogelijk
- andere = voortdurend op zoek naar symptomen van ziekte
- samenhang: feit dat mensen met migratieachtergrond minder goed weg kennen in gezondheidszorg van nieuwe land > somatisatie: uiting van benarde situatie
ziekteverklaringsmodellen
- algemeen
- betekenis aan psychisch onwelzijn > door cultuur gekleurd
- in de DSM: idioms of distress (idiomen van onwelzijn) = cultuurgebonden uitingsvormen van lijdensdruk, cultureel gekleurde manier waarop je bepaalde klachten ervaart en beschrijft - medische antropologie
- concept van ziekteverklaringsmodellen: geheel van opvattingen over oorzaak, verloop en verwachtingen van ziekte-ervaring
- ziekte-narratief > dynamische aard van opvattingen = ‘model’ klinkt als een statisch concept / ‘narratief’ = meer (langdurig) proces benadrukt;
- verbonden met kennis- en waardensystemen > cultuur ook een rol (gevolg: verklaringsmodel van hulpverlener verschillen met dat van de cliënt)
validiteit van classificatie en diagnostiek
- algemeen
- westerse hulpverlening = sterk georiënteerd op classificatie van psychische stoornissen;
- zoals in DSM (= Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
- is dat instrument wereldwijd bruikbaar? - theorieën over psychische gezondheid en psychopathologie
- westers perspectief: sterk individualistisch georiënteerd > focus: het zelf, geïsoleerd van sociale, politieke en culturele context;
- collectieve aspect ontbreekt ≠ waarde aan groepsbelang
- gevolg: DSM-categorieën > westers concept van gezondheid en welzijn = disfunctioneren op individueel niveau
- ≠ collectieve contexten = ziekte en gezondheid gerelateerd aan relationele of collectieve dynamieken
category fallacy
- betekenis
- als één culturele setting wordt geclassificeerd op grond van diagnostische categorie uit andere cultuur
- voorwaarde: zonder geldigheid van categorisering opnieuw te toetsen - assessmentmaten om klinische stoornis te diagnosticeren:
- niet gevalideerd in niet-westerse culturen
- gevolg: stoornissen meten die niet bestaan in die cultuur of geen zekerheid meting correct ≠ DSM volledig onbruikbaar bij niet-westerse > voorzichtigheid + oog voor cultuur worden gebruikt
in gesprek met een cliënt: het Culturele Formulering Interview
- algemeen
- psychische gezondheid = universele en cultuurgebonden aspecten
- CFI = hulpmiddel om invloed van cultuur en context in psychische klachtenvorming en -presentatie + verwachtingen over behandeling te duiden;
- instrument voor volwassenen + toevoeging diagnostisch proces
- lijst als hulpmiddel om culturele aspecten in diagnostisch en therapeutisch proces overzichtelijk maken
- bruikbaar = individuele hulpverleners en teams op teamvergadering - ‘culturele formulering’
- introductie = mijlpaal geschiedenis (focus: meer aandacht voor cultuur in diagnostiek en behandeling)
- periode voor DSM IV: weinig aandacht culturele aspecten
- cliënt erkend voelen in hun cultuur > verhoogt therapietrouw
verschillende factoren van het CFI
- algemeen
- interview gaat concreet in op drie factoren
- inzet: meer ruimte voor beleving van cliënt in klinisch contact > gehoord en serieus genomen;
- positieve implicaties voor hulpverleningsrelatie + riscio op stereotypering en etnocentrisme gereduceerd - culturele identiteit
- verschillende dimensies van identiteiten
- vb. in welke taal iemand denkt en spreekt - culturele conceptualisatie van ziekte en gezondheid: ziekteverklaringsmodellen
- cliënt-hulpverlenerrelatie
- aandacht aan interactie tussen beide partijen
- besef: als hulpverlener ook referentiekader
verschillende onderdelen van het CFI
- algemeen
- basisinterview, een versie voor naasten en 12 aanvullende vragenlijsten
- basisinterview = set van 16 richtvragen + veronderstel respectvolle, nieuwsgierige en niet-oordelende houding van hulpverlener - kenmerken
- CFI vraagt niet gericht en niet expliciet naar culturele repertoires van cliënt (wel open, uitnodigende vragen)
- doelgroep: alle cliënten, ongeacht herkomst, etniciteit of cultuur > stimulatie: eigen perspectief naar voren
- voordelen: openingen om klinische praktijk als cultureel fenomeen benaderen;
- gedeelde visie op klachten en bijdrage aan persoonsgerichte en contextgevoelige toepassing van bestaand zorgaanbod
mentale gezondheidsrisico’s bij mensen met een migratieachtergrond
- algemeen
- migratiegolven = wereldwijd populaties > individuen meer dan één culturele achtergrond
- ook in Nederland en België
- bewustwording invloed cultuur op psychische aandoeningen = relevant in GGZ - toepassing
- onderzoek: mensen met migratieachtergrond > specifieke risicogroep: ontwikkeling psychische klachten
- voorkomende klachten = angst, spanning en depressiegerelateerde klachten
- 1/5 tot helft van vluchtelingen = Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS)
- hoge comorbiditeit met depressie, angststoornissen en somatische symptomen;
- cultuur onterecht als oorzaak > meer factoren: contextfactoren en individuele factoren
de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychische symptomen bij vluchtelingenpopulatie
- algemeen
- belangrijke voorspellers voor psychische klachten bij vluchtelingen
- impact van post-migratieproblemen = risicofactor voor PTSS - pre-migratiestressfactoren: vb. potentieel traumatisch gebeurtenissen > tijdens oorlogssituatie
- peri-migratiestressfactoren: als men gedwongen wordt om te migreren > tijdens de vlucht ‘stressfactoren’
- post-migratiestressfactoren
- proces van hervestiging en acculturatie
- verband: proces van wederopbouw van nieuw leven > uitdagingen (onderwijs- en werkgerelateerde problemen)
risicofactoren voor mensen die opgroeien in twee of meerdere culturen
- culturele stressoren
- stressvolle negatieve gebeurtenissen > uniek voor etnische minderheidsgroepen
- gevolg: laag zelfbeeld, internaliserende psychische symptomen
- meest voorkomende stressoren = discriminatie, familiecultuurconflicten en acculturatie- of biculturele stress - discriminatie
- of een gevoel van uitsluiting vanuit meerderheidscultuur
- rol bij ontwikkeling psychologische symptomen - familiecultuurconflicten
- gerelateerd aan verschillen in culturele waarden (tussen biculturele jongvolwassenen en hun familie)
- tegengestelde verwachtingen
- gevolg: acculturatie- of biculturele stress
cultureel identiteitsconflict
- betekenis
- als individuen met migratieachtergrond > sterk hechten aan verschillende culturele identiteiten;
- maar bijhorende normen, waarden en gedragingen als onverenigbaar gezien - toepassing
- gevolg: ontwikkeling stabiele culturele identiteit + gevoel van inclusie en nabijheid met culturele groep tegenhouden;
- belangrijk onderdeel: psychische gezondheid
- manifesteren in ervaring van spanning, stress, somberheid en angsten = afbreuk psychologisch welbevinden
- conclusie: psychische gezondheidsproblemen bij migratieachtergrond > associatie met identiteitsgerelateerde uitdagingen
het migratieproces
- algemeen
- ieder mens anders = uitkomsten in termen van psychische gezondheid heel ‘divers’
- lager psychisch welbevinden > gevoelens van verlies;
- geringe beheersing nieuwe taal en lage sociale integratie > posttraumatische stress ≠ vasthouden tradities en cultuureigen gewoontes > hoger welbevinden - oplossing
- balans: goed functioneren in de westerse samenleving + recht doen eigen culturele achtergrond
- doel: bescherming tegen ontwikkeling (posttraumatische) mentale gezondheidsklachten
- veerkracht: leven actief in handen nemen > positieve uitkomsten (ook in context van moeilijke omstandigheden)
- psychisch welzijn = meebepaald door maatschappelijke en historische context
- conclusie: cultuur > buffer van steun en bescherming + stressor