Diversiteit in de psychologische hulpverlening Flashcards
1
Q
diversiteit: what’s in a name?
A
- betekenis
- brede term: meer factoren die ervoor zorgen dat er verschillen zijn tussen mensen (veel meer dan cultureel-etnische verschil)
- definitie: diversiteit is de verscheidenheid van mensen,
- diversiteit is een gegeven, iedereen verschilt van elkaar op allerlei manieren - omgeving opdelen in categorieën
- zodat onze hersenen en lichaam snel kunnen reageren als dat nodig is
- omgeving blijft overzichtelijk
- opdeling: op basis van zichtbare verschillen of dingen waar onze aandacht op dat moment vooral op ligt
2
Q
superdiversiteit
A
- algemeen
- nadelen van het opdelen van mensen in categorieën > veralgemenen over vele mensen heen
- het belang van diversiteit binnen diversiteit: we kunnen niet spreken over vb. dé Belg of dé Nederlander = binnen die groepen enorm veel verschillen - een (enge) focus op etniciteit of cultuur
- gevolg: niet alle aspecten van (super) diversiteit zien
- veel meer verschillen zoals sociaal-economische klasse, leeftijd enzovoort
- bewust dat realiteit continu en in heel snel tempo verandert
3
Q
intersectionaliteit (kruispuntdenken)
A
- algemeen
- in de praktijk: als hulpverlener heb je een ruimere, andere, scherpe bril nodig
- de persoon die je ontmoet, bestaat uit veel meer lagen dan de meest zichtbare - meervoudige identiteit
- we bestaan uit heleboel verschillende stukjes (deelidentiteiten) zoals geslacht, seksuele voorkeur, opleiding = samenspel die unieke persoonlijkheid oplevert
- ieder zichtbaar of onzichtbaar stukje identiteit ligt op ordeningsas: sommige posities meer als ‘norm’
- tussen verschillende assen ook ‘macht’ > privileges of discriminatie
4
Q
bewustzijn van je eigen identiteit en cultuur als hulpverlener
A
- algemeen
- bewust van je eigen meervoudige identiteit
- waar jij je bevindt op de sociale ordeningsassen bepaalt welke kansen je krijgt en hoe je denkt en handelt - toepassing
- cultuur = gegeven dat gedeeld wordt met een groep mensen en waar we ons pas bewust van zijn als we worden geconfronteerd (vb. wanneer je op reis gaat en allerlei rituelen ziet)
- veel breder concept
- op moment dat hulpverlener en cliënt elkaar ontmoeten = stukjes van beide identiteiten in contact (ontstaan wrijving)
5
Q
de cultuur en de identiteit van je cliënt bekeken vanuit een nieuwsgierige basishouding
A
- algemeen
- ieder hulpverlenersrelatie- en context = fundamenteel belang cliënt bevragen op een betrokken manier
- nieuwsgierige houding (eerlijke, open en respectvolle manier) = oprecht verbonden met de cliënt - het werkt drempelverlagend
- in gevallen van aarzeling of verbazing toe geven da je niet bekend bent ≠ onprofessioneel
- gevolg: attitude van eerlijkheid en openheid > basis vertrouwensrelatie
6
Q
handelingsverlegenheid
A
- betekenis
- als hulpverleners niet weten hoe te handelen als er bezorgdheden of onduidelijkheden zijn
- vb. thema’s worden vermeden uit angst dat dat heftige emoties gaat oproepen - toepassing
- hulpverleners blijven steken in hun verlegenheid: durven geen vragen stellen + risico op invullen van bepaalde aspecten
- ontstaan (onbewust) negatieve houding
7
Q
veel voorkomende valkuilen binnen een interculturele hulpverleningscontext
A
- algemeen
- aandachtspunten relevant binnen de interculturele hulpverleningscontext
- inzicht op de context van de cliënt en al zeker op hun culturele context
- triadische verhouding, waarbij het culturele systeem de derde partij is - culturele context
- breed te interpreteren: van opvattingen over (mentale) gezondheid tot dominante verklaringsmodellen over ziektebeelden
- verklaringsmodellen = factoren als mogelijke oorzaak van een probleem
8
Q
veel voorkomende valkuilen binnen een interculturele hulpverleningscontext (2-3)
A
- subjectieve beleving:
- van de eigen cultuur
- gebruiken, rituelen en de dominante visies binnen bepaalde culturen
- binnen één groep mensen uit eenzelfde stad, regio of land > bestaat veel variatie
- culturele normen, waarden en gebruiken zijn ook voortdurend in beweging en verandering - bijkomend risico
- gedragingen of ideeën worden ‘overgeculturaliseerd’ = cultuur wordt gezien als rigide pakket
- ≠ ‘onderculturaliseren’ = gedragingen of gedachten op geen enkele manier beïnvloed door de culturele achtergrond
9
Q
vele manieren om in gesprek te gaan
A
- algemeen
- contact tussen de hulpverlener en de cliënt: voornamelijk mondeling:
- (westerse) vormen van therapie = gelinkt aan taal en het (uit)spreken van gevoelens, gedachten en ervaringen
- taal = macht als een gesprek plaatsvindt in de taal die jouw moedertaal is (maar niet die van je cliënt) - non-verbale interactie
- de houding, de gezichtsuitdrukking en de gebaren
- belangrijke rol in de hulpverlener-cliëntinteractie
- doel: ruimte aan onuitgesproken emoties en zorgen + ondersteunt of contrasteert het non-verbale soms met de verbale communicatie;
- gevolg: verwarring > belangrijk aandacht voor die non-verbale communicatie zowel bij jezelf als bij de ander
10
Q
lichaamsgericht werk en creatieve ingangspoorten
A
- lichaamsgericht werk
- overkoepelend begrip voor verschillende behandelingsvormen
- uitgangspunt: het lichaam, de gedachten en de gevoelens hangen samen
- het doen en ervaren staan centraal
- bewustzijnsoefeningen, ademhalingsoefeningen en ontspanningstechnieken (vb. bij slaapproblemen)
- onderzoek: lichaamsgerichte interventies som heel heftig en triggerend - creatieve ingangspoorten
- laagdrempelige manier vb. aan de hand van foto’s een collage maken, rituelen, kleuren of smaken uit de cultuur van herkomst
- ook muziek: als cliënt en hulpverlener samen kunnen ervaren = verbindend
- zoeken naar extra taal naast de ‘verbale’ taal > out of the box denken
11
Q
brug gezocht: als de kloof (te) groot is
A
- algemeen
- wat doe je als je als hulpverlener geconfronteerd wordt met een heel ander referentiekader?
- erg moeizaam om de verschillende perspectieven te verenigen
- noodzaak: stilstaan bij eigen referentiekader, op welke manier dat invloed heeft op de hulpverlener-cliënt relatie
- doel: vanuit je professionaliteit zoekt hoe je brug kunt bouwen naar cliënt toe - toepassing
- vb. concept van ‘samen slapen van kinderen met ouders’
- dagelijkse uitdaging ≠ pasklare oplossing:
- iedere keer opnieuw zoeken naar hoe op unieke manier verbinding maken
- door te exploreren !!
12
Q
kanttekening: eigen perspectieven niet opzij duwen
A
- algemeen
- of verloochenen:
- je mag als hulpverlener aangeven wat voor jou moeilijk is om te bevatten of een grens aangeven - andere hulpmiddelen
- uitdagingen bespreken in je team (een meerstemmig team: bewegingen te brengen in je perspectieven)
- interculturele bemiddelaar: om een aantal zaken af te toetsen en te kaderen,
- gevolg: ‘verbredende’ kijk op eigen context van de persoon
- kloof te groot? = professionele zorg: op respectvolle manier doorverwijzen