forensische werkveld Flashcards

1
Q

doel van strafmaatregel

A
  1. algemeen
    - maatschappelijke nood aan vergelding
    - vs. belang van voorkomen van herval (nieuwe strafbare feiten)
  2. vergelding = pijn hebben, omdat je anderen hebt pijn gedaan (schade krijgen, omdat je een ander schade hebt aangedaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitkomsten van detentie/strafmaatregel

A
  1. gevangenis
    - averechts voor (bijna) iedereen (als het niet gecombineerd wordt met behandeling)
    - nauwelijks bijdragen aan detentiedoelen zoals resocialisatie en herstel
    - na 3 maanden: nadelig effect op hersenfuncties zoals concentratievermogen of impulscontrole van vooroordelen
    - stigma: veel terughoudendheid om iemand aan te nemen met strafblad
  2. conclusie
    - korte gevangenisstraffen dragen niet bij tot succesvolle terugkeer > politieke functie + vergelding
    - waarom? detentieschade (ongeacht hoe je binnenkomt > meestal slechter naar buiten) (vb. verlies van tewerkstelling, huisvestiging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat tonen Belgische onderzoeken over recidive?

A
  1. algemeen
    - in België is er geen recidivemonitor
    - geen selectie op detentie of soort misdrijf
  2. eerste onderzoek (NICC 2012):
    - ‘wederopsluiting’ > 44% werd binnen 8,5 jaar opnieuw opgesloten
    - vrijgelaten tussen 2003-2005
  3. tweede onderzoek (NICC 2015):
    - focus: nieuwe veroordelingen
    - 57% van iedereen die in 1995 veroordeeld > 18 jaar later opnieuw veroordeeld
    - lichte of ernstige feiten, met of zonder detentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is herval in feiten en welke misvatting bestaat hierover?

A
  1. algemeen
    - het plegen van nieuwe feiten na een veroordeling
    - misvatting: hetzelfde feit > kan ook ander misdrijf zijn
    - gevolg: vicieuze cirkel + draaideureffect van detentie
  2. recidive kan leiden tot:
    - wederopsluiting (opnieuw in de gevangenis)
    - nieuwe veroordeling > opnieuw schuldig (lichte of ernstige feiten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

recidive - zedendelicten

A
  1. begripsverwarring
    - herval in zedenfeiten ≠ herval in eender welk strafbaar feit ≠ verbreken van voorwaarden ≠ wederopsluiting gevangenis
    - recidive = nieuw vonnis/arrest? strafrechtelijk? klacht? toegeven door cliënt maar zonder justitiële betrokkenheid?
  2. risicotaxatie (risicoanalyse)
    - altijd op termijn berekend; 5 jaar is meest voorkomende termijn (gemiddeld 10-15%)
    - uitz. 10-jarige termijn: afh van specifieke risicomodel of vraagstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

recidive - zedendelicten: waarom van belang?

A
  1. algemeen
    - maatschappelijk idee of angst van zeer hoge recidive
    - gevolg: minder investeringen in herstelproces van daders, minder kansen gegeven en meer detentie
  2. aanpak
    - vetrekken vanuit kennis en kunde
    - doel: overtuigingen in vraag durven stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meta-analyse Lösel & Schmucker (2005)

A
  1. herval in zedenfeiten
    - zonder behandeling: gemiddeld 13,7%
    - met behandeling: 10,1% (reduceert risico met 1/4)
  2. kanttekening
    - resultaten liepen sterk uiteen > meer onderzoek nodig om werkzame factoren vast te stellen
    - methodologische verschillende van belang
    - follow-up sterk uiteenlopend van 1 tot 19,5 jaar (gemiddeld 5,9)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meta-analyse Soldino & Carbonell-Vayá (2017)

A
  1. herval in zedenfeiten
    - zonder behandeling: gemiddeld 17,94%
    - met behandeling: 13,12% (reduceert risico met iets meer dan 1/4)
  2. kanttekening
    - veel verschil in follow-up: 6/17 studies 5 jaar of minder; 11/17 studies meer dan 5 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

meta-analyse Lussier & McCuish (1970)

A
  1. algemeen
    - drop in sexual recidivism rates (US/Canada) sinds 1970’s
    - conclusie: niet enkel statistische artefact / suggereert > effectieve vermindering van base rate: oorzaak onduidelijk !!
  2. herval in zedenfeiten - base rate
    - gemiddeld 10% (over alle studies, niet enkel onafhankelijke observaties)
    - gemiddeld 12% over alle studies met follow-up langer dan 3 jaar
    - 18% voor studies tussen 1940 en 1979
    - 6% voor studies tussen 2000 en 2019
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zedendelicten door adolescenten

A
  1. meta-analyse Lussier (2024)
    - idee: zedenfeiten door adolescenten voorspellend voor nieuwe zedenfeiten in de volwassenheid;
    - overgang puberteit naar adolescentie
  2. resultaten
    - base rate van sexual recidivism = 8% (algemene recidive 44% en gewelddadige recidive 18%)
    - conclusie: geen drop > maar rates al lang consistent laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

desistance: wat weten we over het stoppen met criminele activiteiten?

A
  1. algemeen
    - criminologische beweging: onderzoeken van proces van stoppen met criminaliteit
    - vooruitkijken: hoe helpen we mensen stoppen? > interessant = is wat we willen !!
    - ipv: hoe kwam het dat iemand tot misdrijf kwam?
  2. conclusie
    - maatschappelijk vs. wetenschappelijk beeld
    - criminogene factoren aanpakken > niet noodzakelijk helpend naar de toekomst
    - wat denkt je dat helpt? = justitiële gevolgen, maturiteit (waarden en normen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

desistance: criminal pathways

A
  1. geen strafbare feiten in volwassenheid
    - non-offenders: geen strafbare feiten in adolescentie
    - adolescence-limited offenders: strafbare feiten in adolescentie
  2. strafbare feiten in volwassenheid
    - adult-onset offenders: geen strafbare feiten in adolescentie
    - persistent offenders: strafbare feiten in adolescentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

desistance: hoe dan?

A
  1. algemeen
    - natuurlijk proces: de meeste zullen na een bepaald moment stoppen
    - verschillende ‘strategieën’ van desistance (casus daders van zedenfeiten)
  2. toepassing
    - gebeurt voor alle types van offending;
    - met of zonder interventie
    - behandeling als facilitatie van dit proces: sneller en met meer steun
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

desistance: 3 strategieën (casus zedenfeiten)

A
  1. retirement (op pensioen)
    - ± 20% van de PP
    - opgeven: breken met het “oude leven” (vb. ageing out)
    - opbouwen: vervangen door nieuwe doelen
  2. regulation (reguleren)
    - ± 50%
    - zich leren bewegen in de complexe regelgeving en wetgeving
    - 4 subtypes
    - verschillende loci of control: verschillende visies op justitie en HV
    - weinig internalisering, veel vermijding, veel resterende angst en wantrouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

desistance: 3 strategieën (3)

A
  1. recovery (herstel)
    - ± 30%
    - proces van herstel
    - twee subtypes:
    - (1) rehabilitatie: ervaring van diepe en positieve impact van HV
    - (2) veerkracht: interne verschuiving > zekerheid van desistance maar onafhankelijk van HV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

desistance: ondersteunende factoren

A
  1. algemeen
    - mensen kunnen stoppen met het plegen van misdaden (= de grootste groep)
    - functie hulpverlening: proces versnellen en ondersteuning bieden
  2. structuur
    - impact van externe factoren (“informal” social controls d.w.z. niet justitiële opvolging)
    - steun van netwerk
    - werksituatie
    - woonsituatie
  3. agency (eigen handelingsmogelijkheid)
    - impact van verandering in zelfcognitie en visie op eigen leven
    - “cognitive transformations”
17
Q

welke bronnen van macht heeft een rechtbank?

A
  1. legitieme macht: bijna platonisch ideaal
    - vb. rechter kan zeggen, je “moet” iets doen, maar indien geen medewerking, wat dan?
    - macht > gelinkt aan de gevolgen van gedrag: maw: kijk naar de wortels of stok
  2. belonings- en bestraffingsmacht
    - referentiemacht eventueel afh van de persoon
    - deskundigheidsmacht eventueel afh van de persoon
    - informatiemacht eventueel afh van inhoudelijke argumentatie
18
Q

“opgelegde” hulpverlening

A
  1. algemeen
    - hulpverlening zonder hulpvraag
    - positie van de hulpverlener? > belang van bewust zijn en expliciete communicatie
19
Q

juridische statuten en bevoegde instanties

A
  1. algemeen
    - overzicht is niet van alle mogelijke juridische statuten en bevoegde rechtbanken
  2. doel
    - je hebt overzicht over complexe systeem
    - je kent de belangrijkste statuten en weet wat die inhouden
    - je kent de kaders van opgelegde hulpverlening
    - je kan de cliënt situeren
    - je weet wie de bevoegde rechtbanken en juridische partners zijn
    - je weet wat de voorwaarden zijn en hoe ze werken
20
Q

wat is een justitie-assistent?

A
  1. definitie
    - mensen begeleiden die voorwaarden hebben opgelegd gekregen
    - controle: correct ingevuld + worden nageleefd
    - wie is de persoon achter de feiten?
  2. belangrijkste taken
    - naast hulpverlenende rol, ook controle
    - beroepsgeheim: nee (ze werken voor een opdrachtgever)
21
Q

minderjarigen: juridische situatie

A
  1. algemeen
    - meest eenvoudige en flexibele systeem
    - VOS/MOF-statuten of combinatie (= verontrustende situatie of als misdrijf omschreven feit);
    - maatregelen allerhande // plaatsing gemeenschapsinstelling
  2. toepassing
    - consulent > opvolgt en verslag overmaken naar JRB
    - uitvoering maatregelen: ambulant of residentieel (vaak in GI maar ook GGZ)
    - VK = vertrouwenscentra kindercentrum
22
Q

minderjarigen: semi-vrijwilligheid

A
  1. algemeen
    - via VK ook begeleiding mogelijk
    - in principe vrijwillig
    - aanmelding: door persoon zelf, omgeving, professionele HV
    - juridische stappen = dreigement om naleving af te dwingen
  2. intrafamiliaal: aandacht en hulp voor alle betrokkenen
23
Q

meerderjarigen

A
  1. algemeen
    - complexe situatie
    - verschillende rechtbanken/hoven voor vonnis vs. uitvoering
    - belangrijkste opdeling tussen veroordeling en internering
  2. hulpverlening
    - zowel onder internering als veroordeling
    - opvolging tijdens uitvoering > door justitieassistent;
    - taken: gesprekken, voorwaarden opvolgen, verslag overmaken aan probatiecommissie, SURB of KBM
24
Q

meerderjarigen: vóór uitspraak

A
  1. tijdens verdenking/onderzoeksfase:
    - in detentie: voorhechtenis
    - niet in detentie: geen voorwaarden of vrij onder voorwaarden (VOV)
  2. hulpverlening?
    - vaak nog geen in deze fase > tenzij vanuit “vrijwilligheid”
    - welke boodschap stuurt het accepteren van gespecialiseerde hulp (vb. voor zedenfeiten) in deze fase?
    - intakeverslagen
25
Q

meerderjarigen: tussenvorm BEM

A
  1. tijdens verdenking/onderzoeksfase:
    - parket kan procedure voorstellen aan verdachte
    - verdachte werk samen met JA > om plan op te maken
  2. toepassing
    - bemiddeling: tussen dader & SO (vb. voor excuses, schadevergoeding)
    - maatregelen: vb. vorming, therapie (max 1j)
    - bij mislukkingen: kans op vervolging // indien positief: geen vervolging
26
Q

meerderjarigen: veroordeling

A
  1. definitie
    - schuldig gevonden en toerekeningsvatbaar
    - hulp in detentie
  2. hulp buiten detentie
    - probatie: voorwaarden volgen = uitvoering effectieve celstraf vermijden
    - VI: voorwaarden opvolgen = nodig om heropname detentie te vermijden
    - conclusie: gevangenisstraf als afschrikmiddel om zich te gedragen !!
27
Q

veroordeelde meerderjarigen: voorwaarden

A
  1. algemeen
    - je mag geen nieuwe strafbare feiten plegen
    - je moet ingaan op uitnodigingen van je JA
    - je mag eventuele slachtoffers niet lastigvallen of belang
    - je zorgt dat werk en woonst in orde zijn
    - vaak verbod alcohol of cafébezoek
  2. specifiek (voor individuele persoon)
    - contact minderjarigen of plaatsen waar minderjarigen komen
    - specifieke hulpverlening ambulant dan wel residentieel
    - werken aan stoppen met druggebruik
    - niet-gespecialiseerde hulpverlening
    - !! rechters: hulpverlener ontslaan van beroepsgeheim > FOUT, BG is van openbare orde !!
28
Q

veroordeelde meerderjarigen: statuten

A
  1. nooit detentie: probatiemaatregel
  2. in detentie
    - hulp binnen de gevangenis of hulp buiten via UV, PV, BD
    - in aanmerking na tijdsvoorwaarden en na advies (door psychosociale dienst en directie gevangenis)
  3. na hoofdstraf
    - terbeschikkingstelling (TBS) van de strafuitvoeringsrechtbank = wel nog in de gaten kunnen houden;
    - ofwel detentie ofwel daarbuiten (invrijheidsstelling onder toezicht)
29
Q

voorwaardelijke invrijheidstelling en andere gunsten

A
  1. algemeen
    - probatie
    - voorwaardelijke invrijheidstelling
    - beperkte detentie
    - elektronisch toezicht
    - invrijheidstelling onder toezicht (tijdens TBS of veroordeling > geen rechten die automatisch toegekend worden na bepaalde tijd)
  2. worden toegekend indien:
    - voldoende laag risico nieuwe feiten
    - voldoende laag risico op verontrusting slachtoffers
    - adequaat plan op tafel
    - akkoord met opvolging door JA
    - !! worden ingetrokken indien geen correcte naleving
30
Q

einde straf

A
  1. algemeen
    - stel: gevangenisstraf 5 jaar effectief;
    - na 1/3 in aanmerking = voorwaardelijke invrijheidsstelling (aanvraag na 20 maanden)
    - einde straf = geen voorwaarden
  2. negatief advies PSD? of probleem bij opmaak plan HV:
    - weigeringen bij voorziening 1
    - wachttijd intake voorziening 2
    - weigering voorziening 2
    - etc.
31
Q

meerderjarigen: internering

A
  1. algemeen
    - voorwaarden voor internering
    - proces van internering
    - internering vs. strafmodaliteiten
    - veroordelingen Belgische Staat
  2. voorwaarden
    - misdrijf: lichamelijke of psychische integriteit van anderen aangetast of bedreigd
    - zowel op moment van het plegen alsook op het tijdstop van de beslissing > sprake van psychische stoornis die beoordelingsvermogen of controle wegneemt of ernstig aantast
    - kans dat verdachte opnieuw strafbare feiten zou plegen
32
Q

hoe komt men tot internering? (1-3)

A
  1. aanvraag internering: openbaar ministerie of rechtbank
  2. onderzoek van verdachte
    - gerechtsdeskundige: psychiater, soms met hulp van psycholoog
  3. uitspraak/vonnis internering: rechtbank eerste aanleg of hof van beroep
33
Q

hoe komt men tot internering? (4-6)

A
  1. uitvoering: kamer ter bescherming van de maatschappij (KBM)
  2. opvolging: justitieassistent volgt op en maakt verslag voor zitting
  3. periodieke zitting ter evaluatie maatregel:
    - justitieassistent maakt verslag;
    - KBM doet uitspraak
34
Q

internering vs. veroordeling

A
  1. internering (theorie)
    - geen straf
    - geen vaste einddatum
    - dubbel doel van zorg voor de persoon + bescherming maatschappij
    - in theorie geen detentie
  2. veroordeling
    - straf
    - vaste einddatum
    - doel van sanctie
    - detentie mogelijk
35
Q

internering: praktijk

A
  1. algemeen
    - subjectief vaak aangevoeld als straf
    - onduidelijkheid: vaak langer dan veroordeling zelfde misdrijf
    - staat wel op strafblad
  2. toepassing
    - niet iedereen krijgt adequate zorg
    - vroeger zeer veel detentie > dan betere periode, cijfers stegen terug
36
Q

bewindvoering

A
  1. algemeen
    - bewindvoering goederen of persoon
    - bewindvoerder: aangesteld door vrederechter (vb. persoonlijk netwerk of advocaat)
  2. toepassing
    - bewindvoering persoon: beslist ook over verblijfplaats, opname;
    - kan ook zonder of na veroordeling/internering > manier om hulpverlening op te leggen