gewrichtssparende kniebehandeling en acute en chronische problemen bij heup en knie Flashcards

1
Q

Typisch kraakbeenletsel

A
  • Artrose
  • Osteochondritis dissecans: stukje kraakbeen met onderliggende bot kan losraken
  • Chondraal of osteochondraal defect
  • Bone bruise: kneuzing van bot met oedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kraakbeenopbouw

A

Oppervlakkige laag, middelste laag, diepe laag en verkalkt kraakbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Microfractuurbehandeling

A

Bodem van kraakbeendefect wordt schoongemaakt, zodat nieuw weefsel aangehecht kan worden. Dan wordt natuurlijke wondgenezing aangesproken door kleine gaatjes te maken naar beenmerg. Maar is inefficiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ACI/autochondrale chondrocyten transplantatie

A

Kraakbeentransplantatie, biopten uit kniegewricht halen, in lab worden chondrocyten uit biopt geïsoleerd en gekweekt in bloed van patiënten (sferocyten). Dan cellen terugplaatsen in defect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Osteochondritis dissecans

A

Verworven aandoening, vaak bij mensen tussen 12-21 jaar. Kan voorkomen in alle gewrichten (knie, elleboog, schouder en heup). Maar komt vaakste voor in mediale femurcondyl, richting kruisband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Behandelopties gonartrose

A

Knieprothese.
Gewrichtsdistractie: voor uitstellen prothese. Gewricht uit elkaar trekken zodat kraakbeen ontstaat.
Osteotomie: doen bij kraakbeenslijtage in 1 specifiek deel van kniegewricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

7 hoofddiagnoses komen in aanmerking voor ieder gewrichtsprobleem

A
  1. Aanleg, groei en ontwikkelingsstoornissen
  2. Neurogene afwijkingen
  3. Neoplasma
  4. Systeem- en stofwisselingsziekten
  5. Inflammatoire oorzaken
  6. Letsels; traumatische, mechanische invloeden
  7. Degeneratieve afwijkingen/veroudering-> artrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken heupfractuur

A

Abnormale beenstand (exorotatie) en voet naar buiten gedraaid
Als tractus urogenitalis is aangedaan aandrang tot urineren maar lukt niet
Bekkenstabiliteit is moeilijk vast te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Patiënt met mediale collumfractuur

A

Hematoom zichtbaar bij inspectie, drukpijn op trochanter major en lie. Sensibiliteit intact, heupbeweging is niet mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indeling proximale heupfracturen

A
  • Fractuur collum femoris: kans op kopnecrose, vaak kopvervanging nodig
  • Per- en intertrochantair fractuur
  • Subtrochantair fractuur: vaak bij jongeren. Fractuur onder trochanter major en minor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling collumfractuur

A

Bij jongeren wil je kop zoveel mogelijk behouden, platen en schroeven plaatsen.
Bij ouderen vaker kop-halsprothese, tenzij ook artrose dan totale heupprothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Radiologische kenmerken van coxartrose

A

Gewrichtsspleetversmalling, osteofytvorming, subchondrale cysten en subchondrale sclerose (hogere botdichtheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandelen coxartrose

A

Leefstijlverandering, pijnstilling (NSAID’s), fysio- en ergotherapie, lopen met stok voor ontlasten, injecties met hyaluronzuur en corticosteroïden en veranderen schoeisel.
Operatief: heuposteotomie (correctie femurkop en hals), pandakplastiek, THP en arthrodose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Klachtenpatroon kinderen met Perthes

A

Mank lopen in eerdere stadia, stijfheid en afgenomen range of motion
Pijn in knie, dij of lies bij belasten
Verkorting aangedane been
Klachten verdwijnen in rust en nemen toe bij inspanning (kan later stadium continu aanwezig zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 fasen ziekte van Perthes

A
  1. Bloedvoorziening naar femurkop is verstoord of stopt na enige tijd (avasculaire necrose)
  2. Bot femurkop sterft af en lijkt uit kleine fragmenten te bestaan
  3. Afgestorven bot wordt opgeruimd door lichaam (resorptiefase) en tegelijkertijd bouwt lichaam bot weer op (herstelfase). Samen: reparatiefase
  4. Bot neemt normale vorm aan, kop is wat groter en ovaler.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Groepen traumatisch knieletsel

A

Fractuur tibiaplateau of femurcondylen, ruptuur pezen en spieren, patellaluxatie, distorsie, contusie en meniscusletsel.

17
Q

Unhappy triad

A

Letsel aan ACL, mediale meniscus en mediale collaterale ligament.

18
Q

Gonartrose

A
  • Kraakbeenslijtage van hele kniegewricht. Kenmerkend is opstartpijn, neemt af in loop van de dag en aan einde toe en nachtpijn. Er is beperkte en pijnlijke flexie en extensie van de knie (knie kan ook dik zijn).
  • Röntgen als aanvullend onderzoek. Aanwijzingen zijn: gewrichtsspleetversmalling, subchondrale cystevorming en sclerose en osteofytvorming.
  • Conservatieve behandeling: pijnstilling, fysiotherapie, afvallen en eventueel injecties. Operatief: unilaterale of totale prothese.
19
Q

Kraakbeendefect knie

A

Chondraal letsel, osteochondraal als ook onderliggende bot is aangedaan. Klachten: zwelling, pijn en slotklachten. Ook drukpijn over gewrichtsspleet. Röntgen als AO.
Behandeling: microfractuurbehandeling of autologe transplantatie of celtherapie.