Engelse woordjes Flashcards
1
Q
pijnstiller
A
painkiller
2
Q
aandoening
A
condition, illness, disease
3
Q
zintuigen
A
senses
4
Q
beweging
A
movement
5
Q
gewrichten
A
joints
6
Q
kraakbeen
A
cartilage
7
Q
slagaderen
A
arteries
8
Q
aderen
A
veins
9
Q
begeleidend weefsel
A
soft tissue
10
Q
herstel
A
recovery
11
Q
gewrichtsaandoening
A
joint disease
12
Q
wervelkolom
A
spine
13
Q
rugklachten
A
back problems
14
Q
zenuw
A
nerve
15
Q
uitvalsverschijnselen
A
failure problems
16
Q
ledemaat
A
limb
17
Q
spierzwakte
A
muscle weakness
18
Q
spataderen
A
varicose veins
19
Q
steunkousen
A
compression stockings
20
Q
opgezwollen voeten
A
swollen feet
21
Q
bobbelig
A
lumpy
22
Q
kloppend gevoel
A
throbbing sensation
23
Q
jeuk
A
itch
24
Q
zweepslag
A
whiplash