Geneeskunde 2C1 HC week 2 - 1 t/m 5 Flashcards
Wat zijn de 3 stabiliteitsissues van de hand en de pols?
1) benigne architectuur (botten): distale radius en ulna, carpus (8), metacarpus (5) en falangen (14)
2) kapsel en banden
3) spieren
Wat zijn de carpus (handwortels) van de hand en pols?
Ezelsbruggetje: Some Lovers Try Positions That They Can’t Handle
- proximale rij van radiaal naar ulnair: os scaphoideum, os lunatum, os triquetrum (+ os pisiforme)
- dorsale rij: os trapezium, os trapezoideum, os capitatum, os hamatum
Bijzondere: os pisiforme, sesambot, het ontstaat door verschillende krachten in het gewricht, ligt in een pees helemaal ulnair van de hand gelegen
Hoe ziet de benigne structuur (botten) van de hand en pols eruit?
Pols is een articulosa composita (bestaat uit meerdere botten; radius, ulna en carpus), functioneel is het een kogelgewricht maar morfologisch niet
- pols en hand zijn een functionele eenheid
- distale radio-ulnaire gewricht (DRU) verbindt onderkant radius en ulna met elkaar en maakt connectie met handgewricht
- radius draait over de ulna maar ulna draait ook zelf om zijn lengte as
- TFCC: triangular fibrocartilage complex, schijfje vezelig kraakbeen, overbrugt afstand tussen ulna en os triquetrum, betere drukverdeling, grotere congruentie en meer beweeglijkheid
- in de vingers eerst PIP-gewricht en daarna DIP-gewricht
- bij vallen vaak neerkomen op de gestrekte onderarm, hierdoor schade aan carpus
Welke kapsels en banden bevat de hand en pols?
Pols bestaat uit interossale ligamenten die met elkaar samenhangen
Falangen worden verbonden door zuivere scharniergewrichten, zijwaartse bewegingen worden tegengegaan door collateraalbanden aan de radiale en ulnaire zijde
4 groepen ligamenten:
- onderarm-carpus
- ligamenta intercarpea
- ligamenta carpometacarpea
- ligamenta metacarpea
In welke groepen zijn de spieren van de hand en pols te verdelen?
Er zijn geen eigen spieren van de pols (evt. m. pronator quadratus)
2 groepen die werkzaam zijn op pols en vingers
Onderarm:
- ventraal (flexoren): hechten aan epicondylus medialis, korte m. flexor carpi radialis, -ulnaris –> werken op de pols, FDS (korte m. flexor digitorum superficialis): oppervlakkig, loopt tot middelste falanx, FDP (lange m. flexor digitorum profundus): diep, gaat door de FDS heen, loopt door tot laatste falanx –> lopen over de pols door naar de vingers
~ pulleys: zorgen dat flexorpezen op het bot blijven liggen door kleine bandjes, annulaire (ringvormige) ligamenten rondom vingers, 5 A (cirkelvormige, A1 nog voor metacarpo-phalangeale gewricht) en 3 C (kruiselings) pulleys, hieronder de peesschede (vagina synovialis), hele pees omhuld door membrana synovialis (pezen kunnen zonder wrijving bewegen)
- dorsaal (extensoren): hechten aan epicondylus lateralis, korte m. extensor carpi ulnaris, lange m. extensor digitorum communis (in het midden), korte m. extensor carpi radialis (longus (ECRL) en brevis (ECRB)), retinaculum extensorum/-flexorum zorgt dat pezen niet loskomen en op de pols gedrukt blijven, vinculaea tendinaea bepalen onafhankelijke beweeglijkheid van vingers
Intrinsieke (korte) handspieren: zitten in de hand, handpalm
- in de hand een duimmuis (thenar, lopen transversaal) en pinkmuis (hypothenar), laterale zijde abductoren, mediaal adductoren
- articulatio sellaris (gewricht eerste carpus met metacarpus); zadelgewricht, 4 bewegingen: buigen duim, strekken duim, duim naar vingertoppen (opponeren), duim van vingers af (reponeren)
- m. lumbricales zitten aan palmaire zijde en lopen naar dorsale zijde hand (aanhechting op pezen extensorspieren (FDP)), bij aanspannen flexie in metacarpaal en extensie in interfalangiaal (schrijven)
- m. interosseus palmaris: ventrale zijde vingers, sluiten vingers, niet bij de middelvinger
- m. interosseus dorsales: dorsale zijde, spreiden vingers, zit op elke vinger
Door welke zenuwen worden de hand en pols geïnnerveerd?
- n. medianus: flexoren/ventrale zijde onderarm, sensibiliteit
- n. ulnaris: kleine spieren in hand en flexoren aan ulnaire zijde, sensibiliteit en oppositie/adductie duim
- n. radialis: extensoren/dorsale zijde van bovenarm (strekking elleboog) en onderarm (strekking pols)
- n. musculocutaneus: ventrale zijde bovenarm (m. biceps en m. brachialis), geeft takken naar de huid
zie ook afbeelding!
Hoe is de vascularisatie van de hand en pols?
Vanuit de aorta –> a. subclavia –> a. axillaris –> a. brachialis
Bij de elleboog splitst a. brachialis en a. radialis en a. ulnaris, komen weer samen in de hand in de vorm van arcussen: arcus superficialis en arcus profundus
Wat houden de volgende ziektebeelden in waarbij er uitval van de zenuwen in de hand en pols is:
- Preacher’s hand
- Klauwhand
- Dropping hand ?
- Preacher’s hand: proximaal uitval van n. medianus, duim, wijsvinger en middelvinger zijn niet te buigen bij het maken van een vuist, flexoren ulnaire zijde wel nog werkzaam, atrofie van de thenar, droogte van de huid van dig 1-3 en ulnaire zijde van dig 4 (gladde huid), gevoel en grip om voorwerpen te pakken is verloren, als de patiënt de gebogen vingers niet kan strekken sprake van de ziekte van Dupuytren (door verkorting fascia palmaris) of triggerfinger (pees blijft achter A1 pulley hangen (doorhalen op OK), pijnlijk, kan vinger zelf wel strekken)
- Klauwhand: uitval van n. ulnaris (innerveert intrinsieke handspieren en flexoren ringvinger + pink), testen met Froment test, pink en ringvinger lijken op klauwen (extensie in MCP), atrofie van m. interossei, m. adductor pollicis en hypothenar, bij laag letsel blijven polsfunctie en flexie vingers behouden
- Dropping hand: uitval van n. radialis, extensoren kunnen niet geïnnerveerd worden (allemaal niet), hand valt naar beneden bij hoge uitval (proximaal van aftakking naar m. triceps)
–> bij het maken verloopt zenuw regeneratie met 1 mm/dag (liever n. radialis kapot dan n. ulnaris doordat hij korter is)
Hoe is de onderarm in compartimenten verdeeld en wat is een compartimentsyndroom?
Onderarm is verdeeld in 4 compartimenten, afgesloten door fasciebladen die niet meerekken (nodig omdat spieren bij samentrekken korter en dikker worden)
Compartimentsyndroom: kan ontstaan bij een breuk, hier gaat bloed naartoe (–> oedeem –> drukverhoging) of bluiduitstorting (–> toename druk), spieren en zenuwen beschadigen wat veel pijn geeft, behandeling is een fasciotomie (compartiment openen)
Wat bevat het dorsale compartiment?
- m. extensor digitorum communis (EDC): strekt 4 vingers
- m. extensor digitorum quinti/minimi (EDM): strekt pink
- m. extensor carpi ulnaris (ECU): strekt ulnaire zijde pols
- m. supinator
- m. abductor pollicis longus (APL): duim naar buiten
- m. extensor pollicis brevis/longus (EPB/L): strekt duim ter hoogte van interfalangeale gewricht
- m. extensor indicis proprius (EIP): extra strekker voor wijsvinger, naar pink en wijsvinger 2 strekkers
Wat bevat het radiale (mobile wad) compartiment?
Zit eigenlijk aan dorsale zijde, spieren helpen ook met strekken;
- m. brachioradialis (BR): elleboogflexie, te zien bij elleboog buigen en aanspannen
- m. extensor carpi radialis longus (ECRL): over carpalia, strekt in pols, aan radiale kant en lang
- m. extensor carpi radialis brevis (ECRB)
Wat bevat het diepe volaire compartiment?
- m. flexor digitorum profundus (FDP): diepe vinger buiger
- m. flexor pollicis longus (FPL): lange buiger duim
- m. pronator quadratus (PQ): distaal tussen ulna en radius
Wat bevat het oppervlakkige volaire compartiment?
- m. flexor carpi ulnaris (FCU): ulnaire buiger pols
- m. flexor carpi radialis (FCR): radiale buiger pols
- m. flexor digitorum superficialis (FDS): oppervlakkige buigers vingers
- m. pronator teres (PT): oppervlakkig, proximaal t.o.v. onderarm
- m. palmaris longus (PL): erg oppervlakkig, gebruikt als er ergens anders een pees nodig is
Wat is de anatomische snuifdoos (tabatière anatomique)?
Dorsale zijde duim, ter hoogte van MCP, wordt gevormd door pezen:
- m. extensor pollicis longus (EPL) aan bovenzijde (dorsaal)
- m. extensor pollicis brevis (EPB) en m. abductor pollicis longus (APL) aan onderzijde (volair)
- os scaphoideum (aan palmaire zijde ligt het tegen de duimmuis aan) op de bodem
Wat zijn de peesscheden van de hand en welke ziekte kan zich hierin voordoen?
Om de pezen zitten peesscheden met synoviale vloeistof om wrijving te voorkomen, bij een diepe infectie van de vinger (panaritium) kunnen klachten zich in een andere vinger uiten omdat de peesscheden met elkaar verbonden zijn
- Ziekte van Quervain: ontstekingsproces in de eerste peesschede, vaak door overbelasting of slijtage