Gegeneraliseerde aanvallen en vormen van epilepsie: klinische kenmerken en EEG Flashcards

1
Q

medicatie bij gegeneraliseerde aanvallen, richtlijn

A
  • eerst levetiracetam of valproaat bij gegeneraliseerde TC’s met myoclonieën
  • rekening houden met teratogeniciteit bij valproaat
  • overweeg clobazam of topiramaat indien eerste stap contra-indicatie
  • eerst lamotrigine, levetiracetam f valproaat bij gegeneraliseerde TC’s zonder myoclonieën
  • overweeg clobazam of topiramaat indien eerste stap contra-indicatie
  • overweeg clonazeam of zonisamide indien eerste en tweede stap contra-indicatie of ineffectief
  • geen carbamazepine, fenytoïne, gabapentine, oxcarbazepine of pregabaline bij geg. TC’s met myoclonieën of absebces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kinderabsence-epilepsie met typische absences, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
Idiopathisch, veroorzaakt door genetische factoren

Debuutleeftijd:
4-10 jaar

Klinische kenmerken:
- absences enkele-30 sec
- plotselinge daling bewustzijn
- staren, knipperen
- spiertonus intact, activiteiten gestaakt
- automatismen
- erna onmiddellijk terugkeer bewustzijn en hervatten activiteiten
- amnesie periode voor aanval
- uit te lokken door HV
- normale intelligentie

EEG:
- interictaal geen afwijkingen, AGP normaal
- soms bij gesloten ogen OIRDA
- ictaal: 3 Hz PGC’s, paroxismaal, bilateraal synchroon, frontaal max
- soms visuele gevoeligheid

Behandeling en prognose:
- goed te onderdrukken met medicatie (ethymal, depakine, VPA)
- gunstige prognose, stopt spontaan
- soms TC’s bij 10-15 jaar oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juveniele absence-epilepsie met typische absences, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
Idiopathisch, genetische factoren

Debuutleeftijd:
9-13 jaar (kan 5-20)

Klinische kenmerken:
Zelfde als bij kinder absences:
- staren, knipperen
- spiertonus intact, activiteiten gestaakt
- automatismen
- erna onmiddellijk terugkeer bewustzijn en hervatten activiteiten
- amnesie periode voor aanval
- uit te lokken door HV
- normale intelligentie
Frequentie lager dan bij kinder AE, duur langer, soms ooglidmyoclonieën.

EEG:
- AGP normaal
- interictaal soms epileptiforme activiteit
- ictaal PGC’s 3-4,5 Hz, amplitude iets hoger dan bij kinder AE
- minder vaak visuele gevoeligheid

Behandeling en prognose:
- medicatie: ethymal, lamictal 2e keus, depakine (teratogeen)
- vaker ontwikkelen van TC’s, soms myoclonieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jaevons-syndroom, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Absence-epilepsie met ooglidmyoclonieën.

Etiologie:
Idiopathisch, genetisch, familiair

Debuutleeftijd:
6-8 jaar

Klinische kenmerken:
- normale absences zoals bij CAE
- ooglidmyoclonieën
- uitgelokt door LFP
- eye closure sensitivity
- soms myoclonieën in ledemaat
- soms TC’s

EEG:
- normaal AGP
- bij sluiten ogen polypiekgolfcomplexen 3-6 Hz
- oogbewegingen
- visuele gevoeligheid

Behandeling en prognose:
- medicatie: keppra en depakine
- prognose gunstig, normale ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Epilepsie met myoclone absences, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- idiopathisch
- vaak aanlegstoornis of structurele laesie door andere oorzaak
- geassocieerd met ernstige epilepsiesyndromen

Debuutleeftijd:
rond 7 jaar

Klinische kenmerken:
- absences
- bilaterale, ritmische myoclonieën
- meermaals per dag

EEG:
- AGP vaak vertraagd
- ictaal paroxismen van 3 Hz (poly)PGC’s gevolgd door myclonie

Behandeling en prognose:
- minder goede reactie op medicatie
- depakine, keppra, lamictal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atypische absences, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- bij ernstiger epilepsiesyndroom, bijv. Lennox-Gastaut, Dravet
- meer aanvalstype dan vorm van epilepsie

Klinische kenmerken:
- lijken op absences
- gepaard met automatismen, subtiele myoclonieën, tonische, atone en autonome verschijnselen
- niet uitgelokt door HV
- geen visuele gevoeligheid
- duren langer dan typische absences
- gaan vaak over in absence-status (absence > 10 min)
- tonus en ademhaling intact
- bewustzijn verlaagd

EEG:
- AGP vaak afwijkend door syndroom
- geïsoleerde of korte reeksen trage PGC’s, frontaal max
- ictaal continu trage PGC’s

Behandeling en prognose:
- behandeling gericht op geheel van syndroom
- vaak naast medicatie ketogeen dieet of NVS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Myoclonieën, definitie, typen

A

Myoclonie is plotselinge, kortdurende (<100 ms) onvrijwillige contractie of serie contracties van spieren of spiergroepen van variabele ligging aan een ledemaat.

Focale myoclonieën: aan 1 ledemaat

Gegeneraliseerde myoclonieën: beide lichaamshelften

Niet epileptische myoclonieën: inslaapmyoclonieën, overmatige schokreactie (hyperekplexia), hik

Negatieve myoclonieën: kortdurend wegvallen tonus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vroege myoclonus encefalopathie, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG

A

Etiologie:
- ernstige congenitale metabole aandoening
- familiaire predispositie

Debuutleeftijd:
3 maanden

Klinische kenmerken:
- kortdurende massieve (armen en benen) myoclonieën
- tonische aanvallen en/of spasmen

EEG:
- afwijkend AGP
- burst-suppressie in waak en slaap
- 1-5 sec durende asynchrone ontladingen van pieken, scherpe golven en onregelmatige trage golven, 3-10 sec afvlakking
- myoclonieën geen relatie met EEG
- later hypsaritmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Severe myoclonic epilepsy in infancy (SMEI)/syndroom van Dravet, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- meestal mutatie van SCN1A gen, ontstaat de novo
- door genetische factoren gevoelig voor ontwikkelen van Dravet, maar meerdere factoren spelen rol

Debuutleeftijd:
rond 5 maanden

Klinische kenmerken:
- koortsaanvallen erger dan bij normale kinderen
- later ook aanvallen zonder koorts
- diverse aanvallen: myoclonisch, atypische absences, TC’s, status epilepticus, focale aanvallen
- psychomotore ontwikkeling normaal tot aanvallen beginnen, dan stagnatie en achteruitgang, vaardigheden verliezen, na 6 jaar weer bijleren

EEG:
- kan eerst normaal zijn
- door aanvallen AGP minder ontwikkeld, trager, polypiekgolfcomplexen interictaal
- epileptiforme afwijkingen en aanvallen uitlokken door HV
- zelf induceren door in gezicht te wrijven
- afwijkingen nemen toe tijdens slaap

Behandeling en prognose:
- veelal refractair
- medicatie: depakine, keppra, frisium etc.
- ketogeen dieet
- NVS
- prognose niet gunstig door ontwikkelingsachterstand, veel therapie en begeleiding nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benigne myoclonische epilepsie van de vroege kinderleeftijd (MEI), etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- niet bekend
- vaak familiair

Debuutleeftijd:
6 maanden-3 jaar

Klinische kenmerken:
- myoclonieën van hoofd, ogen, armen of diafragma
- lijkt soms op salaamkrampen
- kan in reeksen voorkomen
- uitgelokt door vermoeidheid, schrikken, LFP
- normale ontwikkeling

EEG:
- interictaal normaal
- ictaal (poly)PGC’s, relatie met myoclonieën

Behandeling en prognose:
- niet nodig
- medicatie bij veel aanvallen, depakine, keppra, rivotril
- aanvallen stoppen spontaan
- bij visuele gevoeligheid duurt allemaal wat langer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Juveniele myoclonusepilepsie, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Syndroom van Janz.

Etiologie:
idiopathisch, benigne, genetisch bepaald

Debuutleeftijd:
tienerjaren

Klinische kenmerken:
-normale ontwikkeling, normale intelligentie
- meestal myoclonieën in schouders en beide armen, soms romp, soms 1 arm of been
- in ochtend bij vermoeidheid
- een derde visueel gevoelig
- provoceren door: stress, vermoeidheid, alcohol, slaaptekort

EEG:
- normaal AGP
- gegeneraliseerde paroxismen van (poly)PGC’s en (poly)pieken
- LFP kan provoceren

Behandeling en prognose:
- medicatie: depakine, keppra, lamictal
- uitlokkende factoren vermijden
- regelmaat met medicatie bewaren
- goede prognose, soms lang gebruik medicatie nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Epilepsie met myoclone astatische/atone aanvallen, syndroom van Doose, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Astatisch: valaanvallen.

Etiologie:
- genetisch
- familiair kan

Debuutleeftijd:
6 maanden - 6 jaar (piek 2-4 jaar)

Klinische kenmerken:
- normale ontwikkeling
- vaak eerst TC’s bij koorts, later ook zonder koorts
- dan myoclone atone aanvallen: symmetrische myoclonieën van romp, schouders, ermen en benen, gevolgd door atonie waardoor vallen
- daarnaast soms alleen myoclone, atone aanvallen (knikjes hoofd) of absences
- NCSE kan voorkomen

EEG:
- AGP normaal
- epileptiforme afwijkingen interictaal: 2-3 Hz (poly)PGC’s
- ictaal: (poly)PGC’s, myoclonie bij polypieken, atonie bij langzame golf.

Behandeling en prognose:
- bij helft medicatie succes: depakine, keppra, lamictal. Topamax tegen atonie
- prednisonkuur
- ketogeen dieet
- helm dragen
- als aanvallen aanblijven, ontwikkeling trager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Epileptisch spasme, wat is het
Otahara, kenmerken

A

Epileptisch spasme = plotselinge, relatief kortdurende flexie, extensie of beide van vooral de rompspieren en proximale spieren van de ledematen, >100 ms.

Otahara:
Etiologie aspecfiek: congenitale hersenbeschadiging
Debuut: eerste levensmaanden
Klinisch: focale en gegeneraliseerde spasmen
EEG: burst-suppressie in waak en slaap
Prognose: ongunstig, psychomotore retardatie en refractaire epilepsie, vaak overgang naar syndroom van West en later of direct naar Lennox-Gastaut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Syndroom van West, 3 kenmerkende verschijnselen, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

3 kenmerkende verschijnselen:
- sterk vertraagde psychomotore ontwikkeling
- klinisch infantiele spasmen, salaamkrampen
- hypsaritmie op EEG

Etiologie:
- zeer divers
- structureel (aangeboren of verworven)
- TSC, RETT, Stuge-Weber, Aicardi, GLUT-1-deficiëntie, menkes etc.

Debuutleeftijd:
4-7 maanden

Klinische kenmerken:
- salaamkrampen, soms in clusters
- stilstand/achteruitgang ontwikkeling

EEG:
- hypsaritmie, onregelmatige trage golven, hoge amplitude
- veel multifocale scherpe golven en pieken
- spasmen gepaard met trage golf van hoge amplitude gevolgd door afvlakking
- in slaap kan burst-suppressie

Behandeling en prognose:
- prednisolonkuur
- als veroorzaakt door TSC, dan vigabatrine als medicatie
- doel behandeling is onderdrukken spasmen en hypsaritmie
- ketogeen dieet
- prognose afhankelijk van oorzaak
- kan overgaan in Lennox-Gastaut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Atone aanvallen, klinische verschijnselen, EEG

A

Klinische verschijnselen:
- plots kortdurend verlies van tonus
- vaak vallen

EEG:
- atone moment gepaard met trage golf met hoge amplitude
- komt voor bij Doose, Lennox-Gastaut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tonische aanvallen, klinische verschijnselen, EEG

A

Klinische verschijnselen:
- toegenomen tonus van een of meer spiergroepen, >2 sec
- verkramping van spieren van armen, benen en gezicht
- vallen als plank

EEG:
- vaak aanvallen vanuit frontaalkwab
- gegeneraliseerd bij Lennox-Gastaut

17
Q

Clonische aanvallen, klinische verschijnselen, EEG

A

Klinische verschijnselen:
- ritmisch schokken ledematen of lichaam, proximaler dan myoclonieën
- ontstaan vaak vanuit tonische aanval, kan ook los

EEG:
- momenten van snelle pieken afgewisseld met afvlakkingen
- veel spierartefact
- tijd tussen clonieën neemt toe tot stop

18
Q

Tonisch-clonische aanvallen, klinische verschijnselen, EEG

A

Klinische verschijnselen:
- tonische aanval gaat over in clonische aanval
- tonische fase heftiger dan bij alleen tonische aanval, ademhalingsspieren verkrampen ook, kans op anoxie
- daarna clonische fase met massale clonieën
- kan in status epilepticus overgaan als te lang duurt

EEG:
- eerst korte attenuatie
- daarna snelle piekactiviteit en (poly)PGC’s over alle gebieden
- overgang naar clonisch abrupt
- clonische fase: afwisselend weinig activiteit en snelle pieken bij clonieën
- postictaal vlak door uitputting

19
Q

Syndroom van Lennox-Gastaut, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- divers
- meestal structurele hersenbeschadiging, symptomatisch
- Childhood Epileptic Encephalopathy

Debuutleeftijd:
1-7 jaar, meestal 5-6 jaar (vanuit west of otahara)

Klinische kenmerken:
- ontwikkelingsachterstand
- diverse aanvalstypen, atypische absences, atone aanvallen, tonische aanvallen, status epilepticus, soms myoclonieën
- gedragsproblemen

EEG:
- interictaal kenmerkend, diagnostisch belangrijk
- AGP in waak traag alfaritme, diffuus veel trage activiteit
- gegeneraliseerd met frontaal max trage PGC’s
- tijdens NREM-slaap veel snelle activiteit, bursts scherpe 10 Hz activiteit
- geen burst-suppressie meer

Behandeling en prognose:
- refractair
- medicatie divers
- polytherapie (meer dan 3 anti-epi) vermijden
- ketogeen dieet
- NVS
- chirurgie wanneer oorzaak is corticale dysplasie
- vaak ook encefalopathie, daardoor prognose ongunstig

20
Q

benigne familiaire neonatale aanvallen, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- genetisch
- genen voor natrium- en kaliumkanalen

Debuutleeftijd:
2-3 dagen, stopt na 3-6 maanden vanzelf

Klinische verschijnselen:
- ontwikkeling normaal
- aanvallen in waak en slaap
- tonische fase met apneu, gevolgd door clonieën armen en benen
- door apneu blauw rond mond
- duur aanval 1-2 min, frequentie tot 30 per dag

EEG:
- interictaal normaal, soms bilateraal synchroon scherpe theta
- ictaal begin attenuatie 5-20 sec, bilateraal meer ritmische PGC’s

Behandeling en prognose:
- medicatie: fenobarbital, na 3-6 maanden afbouw
- ouders geruststellen belangrijk
- aanvallen verdwijnen vanzelf
- kinderen blijven gevoeliger voor epilepsie als ze ouder zijn

21
Q

benigne neonatale aanvallen niet familiair, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
geen duidelijke oorzaak

Debuutleeftijd:
4-6 dagen (fifth-day fits)

Klinische kenmerken:
- clonische aanvallen
- clonieën armen, benen, gelaat, niet symmetrisch
- soms apneu
- duur 1-3 min
- gemiddeld maar 2 dagen aanvallen, daarna stoppen

EEG:
- interictaal theta pointu alternerend patroon, asynchroon scherpe 4-7 Hz theta in waak en slaap
- geen reactiviteit
- tot meerdere dagen na stoppen van de aanvallen
- EEG beeld niet specifiek, ook bij hypoxisch-ischemische encefalopathie
- bij helft kinderen interictaal normaal EEG
- ictaal pieken en langzame golven, vooral centrotemporaal bdz of eenzijdig

Behandeling en prognose:
- fenobarbital
- normale ontwikkeling

22
Q

Epilepsie met alleen gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, etiologie, debuutleeftijd, klinische kenmerken, EEG, behandeling en prognose

A

Etiologie:
- niet bekend
- genetische factoren

Debuutleeftijd:
iedere leeftijd

Klinische kenmerken:
- gegeneraliseerde TC’s
- bij jongeren vaak lange periode bewustzijnsverlies en slaap
– incontinentie, tongbeet
- postictaal hoofdpijn, vermoeidheid, spierpijn
- kan elk moment, vaak na ontwaken

EEG:
- interictaal: pieken en PGC’s
- soms fotoparoxismale respons
- ictaal pieken en PGC’s

Behandeling en prognose:
- medicatie: depakine, kppre, lamictal, topamax
- depakine bij meisjes vermijden, teratogeen
- ontwikkeling normaal
- levensstijl aanpassen

23
Q

Situaties waarin epileptische aanvallen niet vanzelf stoppen

A

Aanvallen in principe zelflimiterend, stoppen vanzelf.

4 situaties waarin dit niet gebeurt:
- clustering
- convulsieve status epilepticus
- NCSE
- SUDEP

24
Q

Clustering, kenmerken

A
  • meerdere aanvallen binnen bepaalde tijd.
  • postictale fase herkenbaar
  • geen volledig herstel EEG en kliniek tussen aanvallen
25
Q

Convulsieve status epilepticus, kenmerken

A
  • gegeneraliseerd TC langer dan 5 min, dan status epilepticus bereikt, zelflimiterende proces schiet tekort
  • na 30 min neuronale schade
  • postictale fase is afwezig
  • ene aanval gaat over in de volgende, zowel EEG als kliniek
  • levensbedreigend
  • intraveneuze toediening anti-epileptica nodig
26
Q

NCSE, kenmerken

A
  • andere aanvallen (niet TC) gaan in elkaar over, geen postictale fase ertussen
  • vitale functies niet bedreigd
  • schemertoestand, coma, afwezigheden
  • veelal trage PGC’s
  • atypische absences kunnen vaak overgaan in NCSE
  • behandelen met anti-epileptica, midazolam neusspray, clobazam of clonazepam buccaal toedienen
  • aparte vorm: ESES, bijv bij Landau-Klefner
27
Q

SUDEP, oorzaken, criteria, risicofactoren, ontstaan, hoe voorkomen

A

Oorzaken:
- etiologie van de epilepsie zelf
- complicatie bij de epilepsie

Criteria:
- plotseling
- onverwacht, niet ziek of gewond
- bekend met epilepsie
- geen aanwijsbare oorzaak
- bij obductie en toxicologisch onderzoek geen verklaring gevonden

Risicofactoren:
- veel TC’s hebben
- nachtelijke TC’s hebben
- lang bestaan van de epilepsie, refractair zijn
- ploytherapie
- vaker bij mannen

Ontstaan:
- SUDEP bijna altijd in postictale fase. Postictale fase lang en meer suppressie op EEG, meer kans op SUDEP.
- ictaal ventrikelfibrilleren
- ictale apneu

Hoe voorkomen:
- geen bewezen maatregelen
- aanvalscontrole
- niet alleen slapen