Classificatie: aanvalstypen, vormen van epilepsie en epilepsiesyndromen Flashcards

1
Q

Classificatie 1981, groepen aanvalstypen, onderverdeling

A

Gegeneraliseerde aanvallen:
- typische absences
- atypische absences
- myoclonische aanvallen
- tonische aanvallen
- tonisch-clonische aanvallen
- atone aanvallen

Partiële aanvallen:
- elementaire aanvallen (bewustzijn behouden): motorische verschijnselen, sensore verschijnselen, autonome symptomen, psychische symptomen.
- complexe partiële aanvallen (verlaagd bewustzijn): met elementair begin overgaand naar complex, direct complex.
- partiële aanvallen overgaand naar gegeneraliseerd

Ongeclassificeerde aanvallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Classififcatie 1989, onderverdeling, waarop berust deze

A

Onderverdeling berust op aanvalstype, EEG, prognose, pathofysiologie en etiologie.

Verdeling gegeneraliseerd en lokalisatiegebonden.

Verder verdeeld in idiopathisch (geen onderliggende oorzaak gevonden), symptomatisch (gevolg van bekende/vermoede afwijking van CZS) en cryptogeen (geen oorzaak bekend, maar verondersteld symptomatisch).

Onderverdeling:

Gegeneraliseerde vormen van epilepsie en syndromen met gegeneraliseerde aanvallen:
- idiopathisch met leeftijdgebonden debuut (primair): benigne neonatale familiaire convulsies, kinderabsence-epilepsie, JAE, JME etc.
- symptomatisch of cryptogeen (secundair): west, lennox-gastaut, doose etc.
- symptomatisch met aspecifieke etiologie
- specifieke syndromen en epileptische aanvallen als complicatie bij andere aandoeningen

Lokalisatiegebonden epilepsie en syndromen met partiële/focale aanvallen:
- idiopathisch: BECTS, kinderepilepsie met occipitale paroxismen
- symptomatisch: epilepsia partialis continua, temporaalkwabepilepsie, frontaalkwabepilepsie, pariëtaalkwabepilepsie, occipitaalkwabepilepsie.
- cryptogeen

Epilepsie/syndromen onduidelijk of gegeneraliseerd of lokalisatiegebonden:
- ernstige myoclonusepilepsie van vroege kinderleeftijd, ESES, landau-kleffner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Classificatie 2010, veranderingen

A
  • denken in netwerken
  • focaal ipv partieel
  • van focaal overgaand in bilateraal ipv secundaire generalisatie
  • bewustzijn, behoude veranderd, verminderd ipv elementair en complex
  • idiopathisch, symptomatisch en cryptogeen niet meer gebruikt

Etiologie verdeeld in:
- genetisch
- structureel/metabool
- onbekend

Elektroklinische syndromen: geeft aan dat het om syndroom met specifiek EEG-aspect, verdeeld op basis van debuutleeftijd (neonataal, baby-peuter, kinder, adolescentie-volwassen, variabel).

Syndromen met karakteristieke bevindingen: mesiale temporaalkwabepilepsie met hippocampale sclerose, rasmussen etc.

Niet-syndromale epilepsie (restgroep):
- epilepsie veroorzaakt door structurele metabole oorzaken (malformatie corticale ontwikkeling, neurocutane syndromen, tumor/infectie etc.
- door onbekende oorzaak
- aanvallen zonder sprake van epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Classificatie 2017

A

Syndroomclassificatie 2010 blijft gehandhaafd, nieuwe aanvalsclassificatie.

Hoofdverdeling: focaal, gegeneraliseerd, onbekende onset.

Subcategorieën: motorisch, niet-motorisch en behouden/verminderd/onbekend bewustzijn.

Met aanvullende terminologie aanvallen nauwkeuriger beschrijven.

Semiologie: hierin worden aanvallen beschreven, groepen verschijnselen:
- cognitief
- emotioneel/affectief
- autonoom
- automatismen
- motorisch
- sensorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly