Gasdiffusie en -wisseling Flashcards
lagen/wanden die een gas tegenkomt van lucht naar binding aan Hb
- surfactant -> respiratoir epitheel -> basaal membraan -> interstitiële vloeistof en bindweefsel
- basale membraan capillair -> endotheel capillair -> plasma -> wand erythrocyt -> intracellulaire vloeistof -> Hb
longfibrose: wat gebeurt er met de factoren in de wet van Fick?
DLCO daalt; de dikte neemt toe; het oppervlak neemt af
longemfyseem: wat gebeurt er met de factoren in de wet van Fick?
DLCO daalt en oppervlakte daalt
wat is de snelheidsbepalende stap in het algehele O2-transport?
de diffusie van O2 vanuit de capillairen naar de mitochondriën
factoren waardoor transport over de alveolaire lucht-bloedbarrière verstoord kan zijn
- verlenging van de diffusieweg
- verlaging van de alveolaire PO2 door minder ventilatie
- bloedarmoede en dus te weinig Hb
- verkleining van effectief oppervlak alveoli
factoeren waardoor transport van capillairen naar mitochondriën verstoord kan zijn
een gebrek aan capillairen (te lage dichtheid), dit kan opgelost worden door verwijding van de arteriolen of door nieuwvorming van capillairen
welke factoren beperken het O2-transport door de bloedbaan heen?
- verminderde O2- bindingscapaciteit
- vaatvernauwingen
- overmatig spierarbeid
affiniteit Hb vs Mb voor O2 en waarom
Hb heeft een lagere affiniteit dan Mb, omdat de O2 bindingscurve van Hb sigmoïdaal is en die van Mb hyperbool -> hierdoor kan Hb O2 veel makkelijker doorgeven aan weefsels
P50-waarde
mate voor de affiniteit van een O2-bindend eiwit, de zuurstofspanning waarbij 50% van de bindingsplaatsen voor O2 bezet zijn
verklaar de sigmoïdale O2-bindingscurve van Hb
dit komt doordat het een allosterisch enzym is, het heeft dus een Tense en een Relaxed vorm
- overgang van T naar R wordt bewerkstelligd door een pO2-stijging, pCO2-daling en een H+-daling
- binding van O2 aan Hb leidt tot een conformatieverandering, de 1e O2 binding is het moeilijkst maar daarna wordt het makkelijker voor bindingsplaats 2 3 en 4 omdat de conformatieverandering (gedeeltelijk) wordt doorgegeven
2,3-BPG
een molecuul dat ervoor zorgt dat O2 minder goed aan Hb bindt bij een lage pO2 -> zo stijgt de zuurstofbehoefte in de weefsels en gaat het lichaam werken om dit te compenseren
- daarnaast zorgt het dat Hb-O2 omgezet wordt in deoxyHb
waardoor wordt de binding van O2 en Hb bemoeilijkt bij een O2-tekort?
- 2,3-BDG
- H+-ionen
- CO2
Bohr-effect
de pH beïnvloedt de binding van O2 aan Hb, omdat H+-ionen en CO2 de binding bemoeilijken, dus er zal bij een lagere pH meer zuurstof door hB worden afgegeven en minder worden gebonden
Hbf en HbA
foetaal bloed heeft meer HbF ipv HbA
-HbF heeft een hogere affiniteit voor O2 dan HbA, daarom is de arteriele pO2 in het bloed van een foetus lager dan die van het moederlijk bloed, hierdoor kan het foetale bloed O2 blijven opnemen uit het moederlijk bloed via de placenta, ookal is de zuurstofconcentratie in beide circulaties eigenlijk gelijk
carbamino Hb
Hb-gebonden CO2
- zorgt voor pH daling en afgifte van O2, want CO2 heeft een hogere affiniteit voor Hb dan O2