Farmacotherapie Flashcards
hoe zorgt salbutamol voor bronchodilatatie?
- Gs-eiwit activeert adenylyl cyclase
- adenylyl cyclase zet ATP om in cAMP
- cAMp zorgt voor bronchodilatatie
(via b2-receptor)
bijwerkingen salbutamol
b2-agonist, maar deze receptoren zitten ook in het hart, bloedvaten en skeletspieren
- stijging hartfrequentie
- verlaging bloeddruk
- tremor in spieren
aërosol functie
hiermee kan bijv. salbutamol toegediend worden direct op de longen zodat het minder bijwerkingen buiten de longen heeft + meer effect
salmeterol
vergelijkbaar met salbutamol, maar heeft een langere halfwaardetijd dus is nuttiger bij chronische klachten
- nadeel: het kan receptor downregulatie veroorzaken
farmacotherapie voor hypertensie op latere leeftijd
propanolol of captopril
propanolol of captopril bij astmapatiënt
- propanolol is een niet-selectieve beta antagonist, zou dus juist voor bronchoconstrictie zorgen
- captopril is een ACE-remmer, verlaagt Ang II productie -> verhoging bradykinine -> bradykinine gemedieerde bronchoconstrictie
+ ACE-remmers geven aanleiding tot hoesten
alternatief salbutamol of salmeterol voor ernstig acuut astma
ipratropium -> een parasympathicolyticum: blokkeert muscarinereceptoren dus bronchoconstrictie wordt tegengegaan, wel beperkte dilatatie maar dit doet de hartfrequentie niet stijgen zoals salbutamol wel doet
triotropium
alternatief voor ipratropium:
- langwerkende muscarine receptor antagonist
- grijpt naast bronchiën ook in op mestcellen en monocyten
- vrijzetting inflammatoire mediatoren kan onderdrukt worden
anti-inflammatoire middelen die bronchiale hyperreactiviteit verminderen
glucocorticosteroïden met een inhalator zoals:
- beclometasondipropionaat
- budesonide
- ciclesonide
- fluticason
mogelijke bijwerking is orale candidasis omdat het ook in de mond de natuurlijke afweerreactie remt
montelukast
cysteinyl leukotrine receptor antagonist
- minder eosinofiele ontstekingen
- geringe bronchodilatatie
- klein beetje symptoomvermindering
- minder inspanningsastma
alleen profylactisch samen met ICS, niet voor een acute aanval
theofylline
als alle andere middelen onvoldoende effect geven
- phosphodiesterase remmer, zorgt ook voor bronchodilatatie
- adenosine receptor antagonist
beide verhogen cAMP
phosphodiesterase
zorgt voor de afbraak van cAMP
bronchodilatoren die gebruikt kunnen worden bij astma
- salbutamol
- salmeterol
- montelukast
- ipratropium
- triotropium
- theofylline
anti inflammatoire middelen die gebruikt kunnen worden bij astma
- beclometason
- budesonide
- fluticason
- montelukast
M1-receptor
faciliteert nicotinerge transmissie in ganglia, zorgt voor stimulatie van Ach-afgifte
M2-receptor
remt presynaptisch Ach-release bij afgifte van Ach in de synapsspleet (negatieve terugkoppeling)
M3-receptor
zorgt voor bronchoconstrictie en mucussecretie
bijwerkingen bèta2-agonisten
door vasodilatatie daalt de bloeddruk, hierdoor treedt er reflex tachycardie op, aritmieën, tremor en transpiratie (niet goed voor hartpatiënten dus)
bijwerkingen glucocorticosteroïden
- gevoeligheid voor infectie
- cataract
- osteoporose
- gewichtstoename
- hoge bloeddruk
glucocorticoïden
eerste keus bij behandeling van emfyseem
- kan emfyseem niet corrigeren, maar bij een exacerbatie van het emfyseem kan het de ontsteking wel remmen
gevaar zuurstoftoediening bij type II respiratoire insufficiëntie
het ontstaan van hypoventilatie; deze mensen hebben namelijk de pO2 als ademhalingsprikkel ipv de pCO2 die normaal de ademhalingsprikkel is
- als je dus steeds O2 toedient wordt de pO2 nooit laag en bij langdurig gebruik is er dus kans dat de patiënt zelf niet meer gaat ademen
afwijkingen röntgenfoto longfibrose
- afname longvolume
- vergroot interstitium (bindweefselschotjes worden zichtbaar)
- afwijkingen meer in de onderste longdelen en zijkant
microscopische afwijkingen longfibrose
- ontstekingsinfiltraat van neutrofiele granulocyten
- verbrede alveolaire septa
- hyaline membranen door ophopingen van celresten en collageen
chronischre respiratoire insufficiëntie
- COPD
- emfyseem
- progressieve spierziekten
- langzaam progressieve longfibrose
acute respiratoire insufficiëntie
- longoedeem
- bacteriële pneumonie
- virale alveolitis
- acute grote longembolie