Beeldvorming Flashcards

1
Q

buikoverzichtsfoto

A

conventioneel röntgenonderzoek: in 1 richting, heeft weinig details
- kan gebruikt worden voor nierstenen, maar de nieren zijn nooit zo heel goed zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

echografie

A

screenende techniek; apparaat is makkelijk te verplaatsen dus patiënten hoeven niet ergens heen gebracht te worden
- hoe meer vet een patiënt heeft, hoe lastiger structuren te zien zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe zien de nieren eruit met echografie?

A
  • piramides zijn zwarte holtes
  • cortex is een grijs vlak
  • nierstenen laten een karakteristieke schaduw achter de steen zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nadelen echo

A
  • de persoon die kijkt bepaalt de diagnose, kan dus verschillen per persoon
  • als de colon te veel gevuld is moet er vanaf de rug naar de nieren gekeken worden
  • niet geschikt voor botten, mensen met obesitas of luchthoudende structuren
  • minder objectief
  • gevoeliger voor fouten in menselijke handelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

contrastvloeistof CT bij een patiënt met nierinsufficiëntie

A

mag niet gebruikt worden, want dit is een nefrotoxische stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nierstenen weergeven beste techniek

A

de CT-scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe zien de nieren eruit met CT?

A

niermerg zijn witte vlekken als er contrast is gebruikt, de schors is iets grijzer, bij goede afvloeiing van urine is het nierbekken niet zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mictiecystogram

A
  • katheter wordt aangebracht tot aan de blaas
  • ballon hierin wordt opgeblazen zodat urine niet wegloopt
  • röntgenvloeistof wordt ingespoten in de blaas die de urine aankleurt
  • nu is het te zien als urine terugloopt de nier in
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vesico ureterale reflux

A

wanneer urine uit de blaas terug de nier in loopt, dit is schadelijk voor de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mri voordeel en nadeel nieren

A
  • je hebt geen nefrotoxische contrastvloeistof nodig
  • mri geeft geen kalk weer, dus nierstenen kunnen niet waargenomen worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pyelum stenose

A

wanneer de nier urine niet goed kwijt kan en het zich opstapelt in het pyelum -> pyelum raakt sterk vergroot -> op de echo zie je veel zwart en soms kunnen er bloedsporen in de urine zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

UPJ- of UVJ-stenose

A

stenose op de overgang van pelvis naar ureter of van ureter naar vesica -> kan ook leiden tot ophoping van urine in het pyelum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dysfunctie van de sphincters

A
  • vesico ureterale reflux: sphincter kan niet goed dicht en urine gaat terug van blaas naar ureter
  • primaire obstructieve ureter: sphincter gaat niet goed open, urine kan niet van ureter naar blaas toe
    echo of MCG kan de verdikte ureters laten zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoefijzernier

A

wanneer de 2 onderste polen van de nier zo dicht bij elkaar komen te liggen dat ze met elkaar vergroeien
-> deze nieren liggen worden minder goed beschermd door de ribben en liggen oppervlakkig, dus er is een grotere kans bij een trauma
maar verder voert hij wel gewoon zijn functie uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor worden nieren op hun plek gehouden in het lichaam?

A

intra-abdominale druk en fasciebladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

secundaire bekkennier

A

ook wel wandelende nier, als er minder perirenaal vet is kan de nier naar beneden zakken, waar hij minder goed beschermd wordt

17
Q

primaire bekkennier

A

een nier die zich vanaf het begin in het bekken is gaan ontwikkelen

18
Q

antegraad pyelogram

A

eerst wordt de nier opgezocht met een echo, daarna een katheter ingebracht met contrastvloeistof zodat de nieren en ureters zichtbaar worden
-> wordt meestal gebruikt bij een afvloedbelemmering van de ureter

19
Q

mictie-cystogram

A

een serie röntgenfoto’s van de blaas voor, tijdens en na het plassen; contrastvloeistof wordt met een katheter ingespoten
-> zichtbaar of de blaas echt volledig leeg is na plassen of dat er sprake is van reflux of vernauwingen