Fysica Flashcards

1
Q

Wanneer ontstaat remstraling?

A

Wanneer hoog-energetische elektronen invallen op een materiaal met een hoge Z-waarde, worden ze afgebogen en verliezen ze energie. Deze energie wordt uitgezonden onder de vorm van X-stralen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat fluorescente of karakteristieke X-stralen?

A

Bij het invallen van hoog-energetische elektronen op materiaal met een hoge Z-waarde, worden de elektronen van dat materiaal geïoniseer, waardoor een vacature ontstaat in de elektronenschillen. Deze worden opgevuld door elektronen van de hogere schillen, waarbij het verschil tussen bindingsenergie vrijkomt onder de vorm van een elektromagnetische golf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van een aluminiumfilter of een koperfilter in een X-stralenbuis?

A

De laag-energetische stralen tegenhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn harde en zachte stralen?

A

Harde stralen hebben een hoge kV-waarde en zijn diep penetrerend, zachte net het omgekeerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juist of fout?

Hoe groter de filtratie, hoe harder de stralen en hoe meer intensiteit.

A

Fout, hoe groter de filtratie, hoe hoger de kV-waarde en dus hoe harder de stralen. Maar hoe hoger de filtratie, hoe minder X-stralen dus de intensiteit zal dalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verband tussen de intensiteit en de afstand tot de focus?

A

De intensiteit neemt af met het kwadraat hoe groter de afstand tot de focus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het foto-elektrisch effect?

A

De energie van de X-straal wordt totaal overgedragen op een elektron van een atoom van het medium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor is het foto-elektrisch effect verantwoordelijk?

A

Voor de biologische effecten van X-stralen voor de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verband tussen het foto-elektrisch effect en de energie van de X-stralen?

A

Hoe groter de energie van de stralen, hoe minder kans er bestaat op het ontstaan van een foto-elektrisch effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is comptonverstrooiing?

A

De X-straal gedraagt zich als een foton dat een botsing doet met een elektron. Het weggekaatste elektron zorgt hier dan voor de biologische effecten in de patiënt. Het foton (de X-straal) zal veranderen van richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor is de comptonverstrooiing verantwoordelijk?

A

Voor de stralingsbelasting van de practicus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Harde stralen geven minder contrast dan zachte stralen. Hoe komt dit?

A

Hoe harder de stralen, en hoe hoger dus de kV-waarde, hoe minder het verschil tussen de verschillende attenuatiecoëfficiënten van de weefsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Juist of fout?

Voor een mammografie dienen zachte stralen gebruikt te worden en voor een longfoto harde.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het technische nadeel van screen-film radiografie?

A

Voor een te lage of een te hoge blootstelling aan de stralen is het verschil in optische densiteit miniem waardoor er geen contrast is. Er is een heel kleine range aan blootstelling waar het contrast groot genoeg is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt een computed radiography beeld geconstrueerd?

A

Via een fosfor imaging plate. Wanneer de X-stralen hierop invallen, worden de elektronen in de plaat geëxciteerd en in een metastabiele toestand gebracht. Daarna wordt er met behulp van een laser de elektronen terug in hun grondtoestand gebracht, waarbij UV-licht wordt uitgezonden. Een fotomultiplicatorbuis zet die energie om in een elektrisch signaal en dit wordt via een converter omgezet naar een binair getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan men zeggen over de spatiale resolutie van een fosfor imaging plate?

A

Die is laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is indirecte conversie van X-stralen?

A

Vooraleer de X-stralen kunnen omgezet worden in een elektrisch signaal, worden ze eerst omgezet naar licht via een scintillator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bespreek GdOS als scintillator.

A

Het is een goedkope poederscintillator die makkelijk is om te maken. Zijn nadeel is dat het geproduceerde licht zich in elke richting kan voortplanten waardoor de beeldkwaliteit sterk verminderd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bespreek CsI als scintillator.

A

Het is een iets duurdere scintillator, maar hij is wel gevoeliger. Hij zorgt voor een scherper beeld doordat het geproduceerde licht niet kan worden verstrooid in alle richtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Bespreek de indirect X-ray conversie m.b.v. CCD.

A

Nadat de scintillator de X-stralen hebben omgezet naar licht, valt dat licht in op de CCD. De CCD zelf is afgelijnd met een laagje silicium dat het licht omzet in elektronen.

21
Q

Wat is het nadeel van het gebruik van CCD?

A

Ze zijn zeer klein waardoor ze enkel kunnen gebruikt worden voor een orale opname.

22
Q

Hoe kan toch gebruik gemaakt worden van een CCD bij een mammografie?

A

De scintillator kan aan de CCD gekoppeld worden d.m.v. een fiberoptic taper.

23
Q

Juist of fout?

Om licht om te zetten naar elektrische signalen, wordt gebruik gemaakt van amorf selenium.

A

Fout, er wordt gebruik gemaakt van amorf silicium. AMorf selenium wordt gebruikt voor de omzetting van X-stralen naar een elektrisch signaal.

24
Q

Wat geeft scherpere beelden, a-Si of a-Se?

A

a-Se.

25
Q

Wat is ghost imaging?

A

Wanneer gebruik gemaakt wordt van a-Se, kan er een schemering gezien worden van een opname van de vorige patiënt doordat er nog een residu is van ladingsdragers in het seleniummateriaal.

26
Q

Wat is dual-energy?

A

Het maken van een laag-energie beeld en een hoog-energie beeld om bepaalde info te kunnen wegfilteren.

27
Q

Wat gebeurt er bij digitale tomosynthese?

A

De flat-panel detector blijft staan terwijl de X-stralenbuis een korte cirkelboog maakt, terwijl er verschillende laag energetische opnamen gemaakt worden.

28
Q

Bespreek de beeldversterker gebruikt bij fluoroscopie.

A
  • X-stralen vallen in op de input fosfor, bestaande uit een dichte stapeling kristallen van CsI waardoor licht ontstaat
  • Het licht produceert op de fotokathode, bestaande uit Cs-Sb, elektronen
  • De elektronen worden via elektroden versneld en gefocuseerd op het output scherm, dat bekleed is met fluorescerend materiaal
29
Q

Wat is het voordeel van CT-scan tegenover radiografie?

A

Ze detecteren verschillen in attenuatiecoëfficiëten van minder dan 1%, terwijl radiografie pas verschillen van 2% kunnen detecteren. Verder kan je met CT ook diepte-informatie bekomen.

30
Q

Hoeveel diafragma’s worden gebruikt bij een roterende X-stralenbuis?

A

2.

31
Q

Wat is het verschil tussen conventionele CT en cone beam CT?

A

Bij cone beam CT wordt er gebruik gemaakt van een bredere bundel. Hierdoor zal er meer strooistraling zijn waardoor er geen laag-contrast structuren gevisualiseerd kunnen worden.

32
Q

Wat zijn toepassingen van de cone beam CT?

A

Dentascan en scan van de sinussen.

33
Q

Bij welke soort CT is de patiëntdosis het laagst?

A

Cone-beam CT.

34
Q

Welke atoomkernen ondergaan vnl. alfa-verval?

A

Zware atoomkernen.

35
Q

Welk deeltje komt vrij bij alfa-verval?

A

Een deeltje met 2 protonen en 2 neutronen (Helium). Dit deeltje heeft een kleine penetratiediepte en heeft wegens zijn radiotoxiciteit geen geneeskundige toepassingen.

36
Q

Wat gebeurt er bij bèta-min-verval?

A

Er wordt een neutron getransformeerd tot een proton.

37
Q

Van welk soort verval wordt gebruik gemaakt bij PET?

A

Bèta-plus-verval.

38
Q

Wat gebeurt er tijdens het annihilatieproces?

A

Een positron bindt met een elektron en ze verdwijnen samen waarbij hun massa wordt omgezet in elektromagnetische straling.

39
Q

Waartoe dragen de bètadeeltjes bij?

A

Aan de patiëntdosis, NIET aan de beeldvorming.

40
Q

Juist of fout?

De neutrino’s en antineutrino’s dragen niet bij tot de patiëntdosis en ook niet tot de beeldvorming.

A

Juist.

41
Q

Van welke straling wordt gebruik gemaakt bij SPECT?

A

Gammastraling.

42
Q

Waaruit bestaan de scintillatiekristallen gebruikt bij PET?

A

Bismutger-manaat (BGO).

43
Q

Wanneer spreekt men van coïncidentie?

A

Wanneer twee detectorkristallen van een PET-camera elk een foton binnenkrijgen binnen een vooropgesteld tijdsvenster (10-12 ns).

44
Q

Juist of fout?

Bij PET-scan wordt er gebruikt gemaakt van elektrische collimatie i.p.v. mechanische collimatie.

A

Juist.

45
Q

Juist of fout?

‘Scatters’ zijn afkomstig van twee verschillende positronen.

A

Fout, ze zijn afkomstig van één positron maar één van de twee fotonen botst tegen een elektron waardoor het zijn E verliest en van richting verandert.

46
Q

Wat zijn randoms?

A

Fotonen die afkomstig zijn van twee positronen maar per toeval in coïncidentie vallen.

47
Q

Hoe worden scatters en randoms vermeden?

A

Scatters worden vermeden door een goede ondergrens, randoms worden vermeden door het tijdsvenster te verkorten.

48
Q

Wat is het gevolg van de ‘singles’ bij PET?

A

Ze zorgen voor dode tijd waarin de detector geen trues kan detecteren. Dit kan men verhelpen door loden schermen aan de buitenkant van de detectorringen te plaatsen.