Frans examen: CR1 Flashcards
het land van herkomst
le pays (d’origine)
de bestuurdersruimte
la cabine
de airco(nditioning)
la clim(atisation)
de levering
la livraison
moeilijk
difficile
moe
fatigué(e)
volgend
prochain(e)
overmorgen
après-demain
eergisteren
avant-hier
gelukkig
heureusement
opnieuw vertrekken
repartir
naar/in het buitenland
à l’étranger
dat is lang geleden
ça fait longtemps
dat is niet vanzelfsprekend
ce n’est pas évident
twee weken geleden
il y a deux semaines
zijn/haar vakantie doorbrengen
passer ses vacances
Wat een avontuur!
Quelle aventure!
de herfst
l’automne (m)
en automne
de zomer
l’été (m)
en été
de winter
l’hiver (m)
en hiver
de lente
le printemps
au printemps
de woestijn
le désert
het meer
le lac
het landschap
le paysage