Geschiedenis Flashcards

1
Q

tirannie

A

alleenheerser aan de macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

democratie

A

het volk heeft de macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

autocratie

A

één persoon heerst zelfstandig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe evolueerde de bestuursvorm in Athene in 510 v.C.?

A

Van een aristocratie naar een democratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe evolueerde de bestuursvorm in Rome in 510 v.C.?

A

Van een koninkrijk naar een republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe probeerden Athene en Rome de bestuursvorm democratischer te maken?

A

Meer mensen krijgen macht. Door mensen te betalen, konden meer mensen tijd vrij maken om aan politiek te doen in plaats van te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk probleem had Rome om toen het net een democratie is geworden?

A

De plebejers kwamen in in opstand omdat ze meer politiek inspraak wilden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk probleem had Athene om toen het net een democratie is geworden?

A

Sommige mensen vormden een gevaar voor de democratie, zoals de zonen van Pisistratus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren hun oplossingen?
- Een grotere groep van de bevolking kreeg meer inspraak
- Burgeroorlogen maakten een einde aan het protest
- Slechte politici verloren hun macht.
- De bevolkingsgroep die ontevreden was, verloor zijn rechten en kon slaaf worden.
- Wie de democratie bedreigde, kon weggestuurd worden.

A
  • Een grotere groep van de bevolking kreeg meer inspraak
  • Slechte politici verloren hun macht
  • Wie de democratie bedreigde, kon weggestuurd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom was het voor de patriciërs politiek interessant om geld te investeren in arme kiezers?

A

Omdat die dan voor hen zouden stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarin slaagt de meer democratische bestuursvorm ook in de hedendaags tijd niet?

A

Het bezit eerlijker verdelen en ongelijkheid verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een bestuursorgaan dat de wetten en straffen uitvoert / leidende ambtenaren

A

uitvoerende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een bestuursorgaan dat de wetten maakt en ze stemt / parlement en senaat

A

wetgevende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een bestuursorgaan dat de nieuwe wetten controleert/ rechtbanken

A

rechterlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly