frans abcefg Flashcards
la photo
de foto
le message
het bericht
la réaction
de reactie
le commentaire
het commentaar
le site (web)
de (web)site
l’appli v
de app
les réseaux sociaux m mv
de social media
le portable
de mobiele telefoon
l’addition v
de rekening
dire
zeggen
penser
denken
attendre
wachten
utiliser
gebruiken
travailler
werken
payer
betalen
j’y vais
ik ga weg
il voit
hij ziet
donne-moi
geef mij!
j’ai vu
ik heb gezien
amuse-toi bien!
veel plezier!
on était
wij waren
tu vas bien?
gaat het goed met je?
bienvenue
welkom
à plus
tot later
grâce à
dankzij
devant
voor (plaats)
derrière
achter
près de
dichtbij
heureux, -euse
gelukkig
drôle
grappig
les gens m mv
de mensen
la tête
het hoofd
le temps
de tijd
le truc
het ding
presque
bijna
pourtant
toch
maintenant
nu
avoir besoin (de)
nodig hebben
oublier
vergeten
arrêter
stoppen
né(e)
geboren
facile
makkelijk
nouveau, nouvelle
nieuw
premier, première
eerste
vieux, vieille
oud
bon, bonne
goed