Er Flashcards
I’ve had enough (of this shit)!
Ik heb er genoeg van!
Excuse me, can I pass?
Pardon, mag ik er even langs?
I disagree
Ik ben het er niet mee eens
I’m leaving now
Ik ga er vandoor
How are things?
Hoe is het ermee?
That’s irrelevant
Dat doet er niet toe
I didn’t get to that
Ik ben er niet aan toe gekomen
It depends on..
Het ligt er aan/ het hangt er vanaf
This assignment is too difficult, I can’t do it.
Deze opdracht is te moeilijk. Ik kom er niet uit
Here we are!
We zijn er!
What’s up / what’s wrong?
Wat is er?
They are not here yet
Ze zijn er nog niet
Once upon a time…
Er was eens…
Are you going to the concert? Yes, I’m going.
Ga je naar dat concert? Ja, ik ga er heen.
There are a lot of people on the street
Er zijn veel mensen op straat