Engles 69 Flashcards
1
Q
As if
A
Alsof
Vergelijking
2
Q
Compared to
A
Vergeleken met
Vergelijking
3
Q
Equally
A
Evenzeer, evenzo
Vergelijking
4
Q
Just like
A
Net zo (als)
Vergelijking
5
Q
Like
A
Zoals
Vergelijking
6
Q
Similarly
A
Op dezelfde manier
Vergelijking
7
Q
As a result
A
Daarom, als gevolg van
Oorzaak/ gevolg
8
Q
by
A
Door
Oorzaak/ gevolg
9
Q
Consequently
A
Met als gevolg, waardoor
Oorzaak/ gevolg
10
Q
So
A
Dus, daarom
Oorzaak/ gevolg
11
Q
So that
A
Zodat
Oorzaak/ gevolg
12
Q
Therefore
A
Daarom
Oorzaak/ gevolg