Engels; unit 4, lesson 4 Flashcards
abundance
overvloed
accuracy
nauwkeurigheid
to appreciate
waarderen
aquatic
water-
coastal
kust-
conch
zeeschelp
curiosity
nieuwsgierigheid
debris
brokstukken; puin
to equalize
klaren
estuary
riviermond
habitat
(natuurlijke) leefomgeving
to handle
aanraken; hanteren
to hesitate
aarzelen
inclement
guur; stormachtig
kelp
zeewier
lagoon
lagune
oxygen tank
zuurstoffles
pristine
ongerept
ray
rog
razor-sharp
messcherp
scuba diving
duiken (met zuurstofflessen)
sea urchin
zee-egel
spine
stekel
submarine
onderzees
surge
(hoge golf)
belangrijk
significant
diersoort; plantensoort
species
druk
pressure
duikbril
mask
eb
low tide
excursie
field trip
getij
tide
koraal
coral
krokodil
crocodile
kwetsbaar
delicate
landschildpad
tortoise
ledemaat (arm of been)
limb
ondiep
shallow
rif
reef
snorkelen
snorkelling
spatten
to splash
stroming
current
talrijk
numerous
vin
fin
vloed
high tide
willekeurig
random
zee-
marine
zeeschildpad
turle
zeester
starfish
zwembril
goggles