Engels; unit 1, lesson 3 Flashcards
apparently
schijnbaar
to assume
ervan uitgaan
attack
aanval
the basics
de beginselen
to be concerned
bezorgd zijn
to decline
afslaan
dedication
toewijding
defence
verdediging
insight
inzicht; inkijkje
intricate
complex
jersey
sportshirt
to lack
ontberen; missen
mighty
machtig
pathtetic
triest
preference
voorkeur
squad
team
thrill
spanning; opwinding
willingness
bereidheid
aanvoerder
captain
competitie; devisie
league
deelnemen (aan een wedstrijd)
to compete
deelnemer
commpetitor
enthousiasme
enthusiasm
kampioenschap
championship
profesioneel; als prof
professionally
respecteren
to respect
saai
dull
scheidsrechter
referee
spectaculair
spectacular
(speel)veld
pitch
steunen
to support
strategie
strategy
tactiek
tactics
(tijd) besteden
to spend (time)
(tijd) verspillen
to waste (time)
training
practice
verdedigen
to defend
vermelden
to mention