Frans Unite 1; Apprendre 4 Flashcards
1
Q
Ik ben zojuist aangekomen
A
Je viens d’ arriver
2
Q
Onderbreken
A
Interrompre
3
Q
Het geduld
A
La patience
4
Q
Verzoeken
A
Prier
5
Q
Afwachten, wachten op
A
Attendre
6
Q
De beurt
A
Le tour
7
Q
Eerst
A
D’abord
8
Q
Surfen
A
Faire de la planche à voile
9
Q
Glijden
A
Glisser
10
Q
De snelheid
A
La vitesse
11
Q
Raften
A
Faire du rafting
12
Q
Een enorme hekel hebben aan
A
Avoir horreur de
13
Q
Dat komt goed uit
A
Ça tombe bien
14
Q
De watersport
A
Le sport nautique
15
Q
Ik ken (kennen)
A
Je connais (connaitre)