Engels; unit 2, lesson 3 Flashcards
abolition
afschaffing
abuse
misbruik
community service
taakstraf
contrubition
bijdrage
to be convicted
vervoordeeld zijn
deterrent
afschrikmiddel
to fine
een boete opleggen
innocence
onschuld
justice
gerechtigheid
juvenile-
jeugd-
lethal injection
dodelijke injectie
prejudiced
bevooroordeeld
(released) on probation
voorwardelijk (vrijgelaten)
to restrict
aan banden leggen
sentence
(gevangenis)straf
suffering
(het) lijden
to try
berechten
wrongful
onterecht
aangeven; zeggen
to indicate
aanpakken
to tackle
afvuren; schieten
to fire
bekennen
to confess
cijfer
rate
doodstraf
dead penalty
gevangene
prisoner
geweld
violence
het recht hebben om
to have the right to
onbetrouwbaar
onreliable
in de hand houden
to control
onbetrouwbaar
unreliable
rechtzaak
trial
risico
risk
strafblad
criminal record
terechtstelling; executie
execution
toenemen
to increase
vereisen
to require
(zelf)vertrouwen
confidence
(zich) verzetten tegen
to oppose
zwaar; belangrijk
major