Engels; unit 2, lesson 2 Flashcards
aftermath
nasleep
alley
steeg; smal straatje
buzz
kick
to classify
classiferen
column
zuil
destruction
verwoesting
disturbing
verontrustend
ditch
greppel
to extend
zich uitrekken
to gain speed
versnellen
to head for…
in de richting van… gaan
to issue
uitgeven
mobile home
stacaravan
moist
vochtig
notorious
berucht
to occur
gebeuren; (zich) voordoen
refuge
schuilplaats; toevluchtsoord
rubble
puin
scale
schaal
severe
zwaar; ernstig
share
(aan)deel
shelter
schuilplaats
strip
strook
sturdy
stevig
workbench
werkbank
benzine
gas (US); pentrol (UK)
(be)reiken
to reach
beschikbaar
available
bestaan
to exist
deken
blanket
dekking zoeken
to take cover
duren
to last
evacueren
to evacuate
fascinerend
fascinating
horizontaal
horizontal
in staat zijn om
to be capable of
kracht
force
onweersbui
thunderstorm
snelheid
speed
solide; stevig
solid
stoep
sidewalk (US); pavement (UK)
tornado
tornado
vastleggen
to record
verbeteren
to improve
verdwijnen
to disappear
verticaal
vertical
waarschuwing
warning
weersvoorspelling
(weather) forecast
(zich) niet bewust zijn van
to be unaware of
zich ontwikkelen
to develop