ECONOMISCHE ANALYSE VAN HET CONTRACTENRECHT Flashcards

1
Q

Wat zijn de mogelijke sancties bij contractbreuk en wat is hun effect op de partijen?

A

Expectation measure (verwachtingsmaatregel): De schuldeiser krijgt een vergoeding die overeenkomt met wat hij zou hebben ontvangen als het contract correct was nagekomen. In het voorbeeld van de concertorganisator zou hij een vergoeding van 11 miljoen ontvangen (1 miljoen geïnvesteerd en een verwachte winst van 10 miljoen).
Reliance measure (vertrouwensmaatregel): De schuldeiser wordt in dezelfde positie geplaatst als voor het sluiten van het contract, alsof er nooit een contract was geweest. In het voorbeeld zou de concertorganisator een vergoeding van 1 miljoen ontvangen om zijn verlies te dekken (1 miljoen investering zonder winst).
Specific performance (uitvoering in natura): De schuldenaar wordt verplicht om het beloofde uit te voeren, zoals overeengekomen in het contract. Eventueel kan een dwangsom worden opgelegd om ervoor te zorgen dat de schuldenaar daadwerkelijk uitvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Is het moreel aanvaardbaar om contractuele beloftes niet na te komen?

A

Moreel gezien vinden veel mensen dat het naleven van contractuele beloftes essentieel is. Ze beschouwen specific performance als de beste sanctie, omdat beloftes moeten worden nagekomen. Echter, vanuit een economisch perspectief zijn er enkele kanttekeningen bij deze opvatting, gezien de mogelijkheid van gewijzigde omstandigheden na het sluiten van het contract.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren spelen een rol bij het bepalen van de optimale druk op contractnaleving?

A

Bij het bepalen van de optimale druk op contractnaleving moeten verschillende factoren worden overwogen, zoals de mogelijke nadelen van te weinig druk en te veel druk. Ook spelen gewijzigde omstandigheden na het sluiten van het contract een rol, zoals onverwachte stijgingen in productiekosten of een sterke daling van het nut van het contract. Het is belangrijk om te overwegen wat partijen zouden doen als ze alle tijd hadden om het contract op te stellen en of er bepaalde uitzonderingen zouden worden voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

 Wat indien de partijen op voorhand een volledig contract zouden hebben opgesteld?

 Kosten: 90% 50 en 10% 200
 Waarde koper = 150
In het voorbeeld gaat het over een onderneming die een machine wilt kopen en een andere onderneming die een machine kan maken. De kosten om die machine te maken, gaan wellicht maar 50 zijn, maar het is wel mogelijk dat na het sluiten van het contract de kosten om die machine te maken plots zullen stijgen tot 200. De waarde die de koper aan de machine hecht is 150. Wat is het contractueel surplus wanneer partijen enerzijds zouden overeenkomen dat zij altijd het contract zouden uitvoeren ongeacht hoe groot de kosten zijn en anderzijds indien de partijen overeenkomen dat er enkel zou worden uitgevoerd indien de productiekosten kleiner zijn dan de waarde die de koper hecht aan de machine? => logischerwijze zullen de partijen geïnteresseerd zijn in het contract dat hen het grootste surplus geeft. Als men kan aantonen dat het surplus groter is bij een contract waarbij er niet altijd wordt uitgevoerd dan kan men zeggen dat dit een argument is tegen het systematisch gebruik van ‘specific performance’.
 Vraag: contractueel surplus bij
 Altijd uitvoeren (contract 1)
 Kost: 0,9 x 50 + 0,1 x 200 = 65
 Surplus = 150 – 65 = 85
Wat is de waarde creatie van het contract of het surplus indien er altijd wordt uitgevoerd

A

de kost zal ofwel 50 bedragen (90% kans) ofwel 200 (10% kans) dus statistisch gezien gaat de verwachte kost van uitvoering gelijk zijn aan 65 en dus heeft men een surplus van 150 (waarde die de koper aan de machine hecht) – 65 (de gemiddelde kost om de machine te maken). Men krijgt met andere woorden een verwachte waarde creatie van 85.
 Enkel uitvoeren indien productiekosten < waarde (contract 2)
 Kost: 0,9 x 50 = 45
 Waarde: 0,9 x 150
 Surplus: 0,9 x (150-50) = 90
De machine zal enkel worden gebouwd als de kost daarvan 50 bedraagt want igv 200 is dit een groter bedrag dan de waarde. Bij het tweede soort contract waarbij enkel moet worden uitgevoerd als de kost van het maken van de machine kleiner is dan de waarde die de koper hecht aan de machine dan kan men eenvoudig zien dat de waarde creatie groter is dan onder het eerste contract.
 Contract 1: 85 >< contract 2: 90 DUS een verschil van 5

Men stelt dus vast dat het contractueel surplus onder het tweede contract vijf eenheden groter is dan het contractueel surplus onder het eerste contract. Dit is ook heel eenvoudig te verklaren: onder het eerste contract zou de machine gebouwd worden, zelfs al stijgt de kost tot 200 maar in dat geval is er een kost voor 200 voor iets dat maar een waarde heeft voor de koper van 150 dus is er een verlies van 50. Dit zal maar geleden worden in 10% van de gevallen, namelijk wanneer de kost echt stijgt tot 200. Gemiddeld genomen is er een extra verlies van 5 indien men voor het eerste contract kiest.
 Expectation measure uit voorbeeld 1: sanctie => 150 – 100 = 50
De sanctie onder de ‘expectation measure’ zou gelijk aan 50. Deze sanctie tracht om de schuldeiser in de positie te plaatsen net alsof het contract zou zijn uitgevoerd. In dit geval zou de koper van de machine dan de machine krijgen waaraan hij een waarde hecht van 150, maar zou hij daarvoor een prijs hebben betaald van 100 dus netto gezien zou hij er op vooruit gegaan zijn met 50. De sanctie van niet-naleving zou gelijk zijn aan 50.
 Optimale contractbreuk
De expectation measure leidt tot optimale naleving of contractbreuk. Reden? => internaliseert de kosten van de beslissing om een contract niet na te leven. Probleem? => om perfecte internalisatie te bereiken, moet de rechtbank zicht hebben op de kosten en de gederfde winst van de tegenpartij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly