Ecologische plaque hypothese Flashcards
Welke bacteriën zijn de belangrijkste pathogenen?
Mutans Streptococcen
Uit welke 3 processen bestaat de ecologische plaque hypothese?
- Factoren die invloed hebben op handhaving van normale homeostase
- Factoren die leiden tot pathogene plaque
- Restauratie van microbiële homeostase in plaque
Kijkend naar: interne factoren (gastheer), externe factoren (leefstijl) & plaque-gerelateerde factoren
Welke 5 factoren hebben invloed op de handhaving van normale homeostase?
- Buffersysteem voor zuren
- Amylase voor oplossen van voedselresten
- Wegspoelen van voedselresten en zuren
- Antibacteriële stoffen: innate/aangeboren (niet-specifiek) & immunoglobulines (specifiek tegen m.o.)
- Cellen van immuunsysteem: innate/aangeboren (neutrofielen, macrofagen) & specifiek (lymfocyten)
Hoe kunnen plaque-gerelateerde eigenschappen een normale homeostase handhaven? (4)
- Dikte
- Samenstelling microflora
- Zuurproductie in plaque
- Capaciteit voor bufferen en verwijderen van zuren
(kritische pH = 5.5)
Hoe kunnen mechanische verstoringen een normale homeostase handhaven? Wat zijn de gevolgen?
Tandenpoetsen, stoken, flossen –> verstoring van plaque –> dunnere plaque –> betere toegang van speeksel tot plaque –> betere pH-buffering –> minder caries
Hoe kan een dieet een normale homeostase handhaven? (2)
- Compositie (vetten, eiwitten, suikers)
Consistentie (vast, vloeibaar, plakkerig) - Frequentie
Welke 3 factoren kunnen de homeostase verstoren?
- Minder speekselproductie
- Plaque-gerelateerde invloeden
3 Extern: leefstijl
Hoe kan een verminderde speekselproductie ontstaan? (3)
- Ziektes
- Medicatie
- Verwijderen van speekselklieren
Welke plaque-gerelateerde factoren kunnen de homeostase verstoren? (3)
Gevolg:
- Dikte
- Omgevingsfactoren (O2, pH, etc.)
- Samenstelling microflora (anaeroob, acidofiel)
Dikkere plaque –> minder O2 –> meer zuurophoping –> voordeel anaerobe, acidofiele bacteriën
Welke leefstijlfactoren hebben invloed op de verstoring van de homeostase? (2)
- Niet of weinig tandenpoetsen, stoken of flossen
2 Dieet: veel snoep, veel tussendoortjes
Wat is de relatie tussen suikers en zuren?
Groot aanbod aan suikers –> voordeel cariogene bacteriën (suikertransportsysteem). Cariogene bacteriën doen aan fermentatie: bij hoge suikerconcentrate - homofermentatief –> veel (sterke zuren) –> pH gaat omlaag
Welke 3 factoren hebben invloed op het herstel van homeostase?
- Mondhygiëne
- Gebruik spoelmiddel chloorhexidine
- Aanpassen dieet
Wat is de werking van fluoride?
Bacteriën groeien nog steeds maar verminderde metabolisme -> minder zuurproductie –> vermindert de competitieve voordelen van cariogene bacteriën door lage pH
Wat is de werking van chloorhexidine?
Het is een profylactisch (voorkomen dat plaque pathologisch wordt) en therapeutisch middel.
- Werkt beter op gram+ dan gram-
- Bacteriocide (dood bacteriën) en bacteriostatisch (bacteriën stoppen met groeien, wegnemen van middel –> bacteriën kunnen weer groeien)
- Reductie van S. mutans (maar geen eliminatie)
- Bacteriën ontwikkelen geen resistentie tegen chloorhexidine
- Resistent: non-orale bacteriën koloniseren niet in de mond
Leg het schema ecologische plaque hypothese uit (4)
- Stressfactor/Verstorende factor (vaak inname van suiker) leidt tot toegenomen zuurproductie in tandplaque.
- Omgevingsverandering in tandplaque: van neutrale pH naar te lage pH (kritische grens: 5.5).
- Population shift: gezonde samenstelling van bacteriën verschuift naar ongezonde samenstelling (met mutans streptococcen, lactobicilli)
- Verschuiving van gezond glazuur naar verhoogde kans op caries (als gevolg van demineralisatie)