Dutch Flashcards
Vroedmeester
Foreman (( law) The member of a jury who presides over it and speaks on its behalf. ( historical, US, during the era of slavery) A black ( slave) assistant to the white overseer who managed field hands.)
graan
grain
joodse
Jewish
zijn bevriend met
be friend with
vooraanstaande
prominent, eminent
vooruitstrevende
progressive
bewonderaar
admirer
Niettemin
+ order?
nevertheless
, Niettemin + v + s (Niettemin wijst hij…)
net als
like
aanvankelijk
original, initial
ongenoegen
displeasure
Ergens de brui aan geven
e.g. had zij er de brui aan gegeven
ergens uit ongenoegen mee ophouden, genoeg van iets hebben’
evenmin
neither
modiste
milliner (a person who makes or sells women’s hats.)
bijzijn
presence
uitbarsting
eruption
examen afleggen
take an examination
zich voorbereiden op
van zelfstudie bereidde ze zich voorop dat examen
to prepare for
zodanig
such
toelating
admission
ieders
everyone
medeweten
knolwedge
verzoek, past tense?
verzocht
ontheffing
exemption
tegen de tijd
by the time
aandringen
insist
omrande
‘zwarteomrande’
rimmed
overal
everywhere
op lopen
liep J tyfus op
‘getting’ the disease
verschijnselen
phenomena
gematigde
moderate
in aanraking komen (met)
to come into contact with
(het) streven
strive