Défi 4: M3 Flashcards
kwaadaardig
malin, maligne
een stoornis
un trouble
weer opstaan, opheffen, opstropen
(se) relever
een buil
une bosse
een alcoholoog
un(e) alcoologue
bij bewustzijn, bewust van
conscient(e) (de)
dronken, zat
ivre
een bloedname
une prise de sang
de eetlust, de trek
l’appétit (m)
de dronkenschap
l’ivresse (f)
het geheugenverlies
la perte de mémoire
een defibrilator
un défibrillateur
een blauwe plek
un bleu
dronken
saoul(e)
de (bloed)druk
la tension
integreren
intégrer
een hartslag
un battement du coeur
onderzoeken, luisteren (met de stethoscoop)
ausculter
een verstuiking
une entorse
verlamd
paralysé(e)
dehydraterend
déshydratant(e)
buitensporig, mateloos
excessif, excessive
bewusteloos
inconscient(e)
verbonden met, gekoppeld aan
lié(e) à
besmettelijk
contagieux, contagieuse
de spoeddients
les urgences (f)
angstig
anxieux, anxieuse
een vuist
un poing
hoog, verhoogd
élevé(e)
treffen
toucher
de reanimatie
la réanimation
de maatschappelijke druk
la pression sociale
stoten, botsen
se cogner
een discotheek
une discothèque
een spuit
une seringue
een poeder
une poudre
een wetgeving
une légalisation
spoedig herstel!
prompt rétablissement!
een slaapmiddel
un somnifère
duizelig zijn
avoir des vertiges
een verdoving
une anesthésie
overgeven, braken
vomir
beschadigen, schade toebrengen aan
nuire à
de slapeloosheid
l’insomnie (f)
ademhalings-
respiratoire
een norm
une norme
een studentendoop
un baptême estudiantin
de MUG
le SMUR
de hooikoorts
le rhume des foins
een verlamming
une paralysie
een weerslag, impact, invloed
une répercussion
goedaardig
bénin, bénigne
inslikken
avaler
dronken worden
s’enivrer
verward
confus(e)
het bewustzijn verliezen
perdre conscience
binge drinking
le binge drinking, la biture / beuverie express