Défi 2: M2 Flashcards
1
Q
de handenarbeid
A
l’activité manuelle (f)
2
Q
een sabbatjaar
A
une année sabbatique
3
Q
een leisteen, schrijflei
A
une ardoise
4
Q
het rekenen
A
le calcul
5
Q
een kostprijs
A
un cout
6
Q
een verantwoordelijke, een supervisor
A
un encadrant
7
Q
de levensvreugde
A
la joie de vivre
8
Q
het alledaagse leven
A
le quotidien
9
Q
een taalvakantie
A
un séjour linguistique
10
Q
een ader
A
une veine
11
Q
een (venster)luik
A
un volet
12
Q
het vrijwilligerswerk
A
le volontariat
13
Q
warm, hartelijk
A
chaleureux, chaleureuse
14
Q
drukbezet
A
chargé(e)
15
Q
vol bewondering voor, verwonderd door
A
émerveillé(e) par
16
Q
overrompeld, geschokt, erg verbaasd
A
interloqué(e)