Défi 2: M2 Flashcards
de handenarbeid
l’activité manuelle (f)
een sabbatjaar
une année sabbatique
een leisteen, schrijflei
une ardoise
het rekenen
le calcul
een kostprijs
un cout
een verantwoordelijke, een supervisor
un encadrant
de levensvreugde
la joie de vivre
het alledaagse leven
le quotidien
een taalvakantie
un séjour linguistique
een ader
une veine
een (venster)luik
un volet
het vrijwilligerswerk
le volontariat
warm, hartelijk
chaleureux, chaleureuse
drukbezet
chargé(e)
vol bewondering voor, verwonderd door
émerveillé(e) par
overrompeld, geschokt, erg verbaasd
interloqué(e)
(half) betaald, (half) vergoed
(semi-)rémunéré(e)
verbonden
soudé(e)
verhogen
augmonter
genieten van, voordeel halen uit
bénéficier de
een boost geven, opkrikken
booster
passen, goed zijn (voor)
convenir à
blijken, zich bewijzen
s’avérer
elkaar opvolgen
s’enchainer
zich opdringen
s’imposer
wagen, proberen
tenter
jobjes aaneenrijgen
enchainer les petits boulots
goed ondersteunt, omkaderd zijn/worden
être bien encadré(e)
goed omringd, ondersteund zijn/worden
être bien entouré(e)
goed ondersteund zijn / worden
être bien pris(e) en charge
vastzitten tussen, klem zitten
être coincé(e) entre
verantwoordelijk zijn voor
être en charge de
ga ervoor!
fonce!
de stap zetten, de sprong wagen
franchir le pas
geen / nooit geld op zak hebben
ne pas / jamais avoir un sou en poche
(terug) in goede staat brengen
remettre en état
zich met iemand onderhouden, met iemand spreken
s’entretenir avec quelqu’un
zich op zijn gemak voelen
se sentir à l’aise
in een loodzware hitte werken
travailler sous une chaleur de plomb
een nachtmerrie worden
virer au cauchemar
binnen
au sein de
warm, hartelijk
chaleureusement