Deel 6 Flashcards
Herinneren
Hierbij gaat het om belangrijke mensen uit het verleden of heden als metafoor.
1. Oproepen van het leven als een ‘lidmaatschap’ van een club en identiteit als een vereniging van het leven.
2. Meervoudige stem (significante personen vanuit het verhaal van de coachee) geven aan de identiteit, ipv een enkelvoudige stem (westers).
3. De mogelijkheden openen voor een herziening van de lidmaatschappen (upgrading, downgrading, honouring en revoking) en het geven van autoriteit of het diskwalificeren van sommige stemmen in de gevormde identiteit.
4. Beschrijven van rijke soorten van de voorkeursidentiteit en kennis en vaardigheden van het leven die co-generated zijn in de significatie lidmaatschappen van het leven van mensen.
Herinneren kan beschouwd worden als een specifiek geval van herschrijven dat een significante figuur omvat binnen het verhaal van een coachee.
Buitenstaander
/getuige herhalen
van vertelling
Externaliserende gesprekken kunnen gevoerd worden binnen een groep of team die handelen als getuigen. Nadat de coachee het verhaal heeft verteld zal de coach de getuigen vragen het verhaal te vertellen om zo een bredere kijk op de situatie te krijgen. De getuigenverhalen hoeven niet het hele verhaal te omvatten maar kan ook focussen op significante onderdelen. White omschrijft 4 categorieen van reflectieve reacties van getuigen:
1. Identificeren van de uitdrukking van de coachee.
2. Het beeld beschrijven dat het verhaal oproept.
3. Belichamen van reacties in hun eigen levenservaring.
4. Onderkennen dat er transport plaatsvind van kennis van het verhaal naar hun eigen leven.
Gedefinieerde
ceremonie
Herhaling van de herhaalde vertelling. De identiteit wordt gevormd door: eigen historie, eigen perceptie van authenticiteit, publieke en sociale verworvenheden, erkenning van iemands geprefereerde beweringen over de eigen identiteit. Dit wordt gebruikt om de identiteit te voorzien van sociale verworvenheden waar ze eerder geen toegang toe hadden vanwege hun sociale conditie (vooral cross- cultureel). Er worden alternatieve thema’s toegevoegd die anders niet verkrijgbaar zouden zijn geweest. Bestaat uit: vertellen van het verhaal door de coachee, herhaling van de vertelling. Zou eindeloos door kunnen gaan maar hangt af van de tijd die erin gestopt kan worden en zorgt ervoor dat de coachee kan worden wie hij wil zijn ipv die zij waren. Kan via e-mails, dagboeken, brieven enz.
Solution Focussed
Coaching (SFC) oplossingsgericht
Een oplossingsgeoriënteerde, competentiegerichte benadering. SFC helpt de coachee de gewenste situatie te bereiken door het activeren van oplossingen voor de problemen die de coachee ervaart. De oplossingsgerichte coach activeert de coachee zodanig dat hij/zij zelf tot de oplossing komt van het probleem. De oplossingsgerichte theorie gaat uit van het theoretisch minimalisme wat betreft theoretische concepten en interventies. Het volgt Occam’s uitgangspunt: Het is zinloos om met meer te doen, wat met minder kan worden bereikt. Dit minimalisme leidt ertoe dat de coach aansluit bij datgene wat al werkt in het leven van de coachee, bij de probleemoplossende strategieën van de coachee; krachten, kwaliteiten, hulpbronnen.
SFC gaat ervan uit
dat
Je de coachee kan helpen met geen/minimale analyse van de problemen
Coachees vele hulpbronnen en competenties hebben die zij zich en ook anderen vaak niet bewust zijn.
Coachees met veel problemen worden gezien als coachees met veel doelen.
Coachees voeren al veel constructieve en helpende acties uit.
We allemaal onze geschiedenis meedragen, maar de focus is op het heden en de toekomst. Onze geschiedenis en ervaringen herinneren ons eraan hoe ver we al zijn gekomen en hoe we problemen hebben opgelost gedurende ons leven.
Soms helpt het om de oorzaak van problemen te analyseren. Dit is niet altijd nodig of constructief. Het kan leiden de schuld buiten zichzelf plaatsen en eigen gedrag goed praten. Soms is probleemanalyse een blokkade om hoopvol naar de toekomst te kunnen kijken. Dus: probleemvrije conversatie!
Als coachee niet in staat is naar eigen hulpbronnen te kijken, of (psychische) problemen behoorlijk in de weg zitten, dan lijkt SFC niet de juiste methode.
De coach vraagt de coachee zijn/haar focus te richten op:
* hun toekomstvisie op korte en lange termijn;
* hun vaardigheden, kwaliteiten en sterke punten (hun hulpbronnen);
* de eerste stappen die zij moeten maken om tot een oplossing te komen;
* de strategieën die ze zullen gebruiken om vooruitgang te boeken.
SFC en
constructivisme
Ondanks dat SFC gestoeld is op minimale theoretische achtergrond, is het constructivisme wel te herkennen. Uitgaande van de veronderstelling dat het concept ‘zelf’ wordt bepaald door een sociale constructie van contextuele functies, kenmerken en overtuigingen, kan ‘het probleem’ een op de voorgrond tredende context zijn, die bepalend is geworden voor de wijze waarop iemand zichzelf ziet en de overtuigingen die hij/zij heeft. Dit kan andere constructies van de werkelijkheid (lees: oplossingen) in de weg staan. Door met de coachee een gesprek te voeren waarin het probleem geen onderdeel is, wordt ruimte gemaakt voor andere constructen van de ‘zelf’ met andere kenmerken en overtuigingen dan die ‘gevangen zitten in de context van het probleem’. Bij het gebruik van de ‘wondervraag’ (miracle question), maakt de coach gebruik van hetzelfde principe: hoe ziet de werkelijkheid eruit als de problemen waar je nu mee worstelt er niet meer zijn? Ook hier creëert de coach ruimte voor andere invulling of constructie van contextuele functies, kenmerken en overtuigingen. Dit geeft vervolgens concrete handvatten om naar een situatie (nieuw geconstrueerde werkelijkheid) toe te werken waar het probleem geen onderdeel meer vanuit maakt.
SFC in de praktijk
De relatie tussen coach en coachee kenmerkt zich door wederzijds respect, gelijkheid en samenwerking. De coachee is zijn eigen expert, de coach ondersteunt hem in zijn ontwikkelingsproces door aandachtig te luisteren, het stellen van de juiste vragen en door reflecties te geven. Hierdoor krijgt de coachee zicht op en toegang tot eigen kracht, vaardigheden en strategieën die hij eerst onbenut liet. De techniek maakt een coach niet oplossingsgericht. Het is de kwaliteit van de relatie onderstreept door oplossingsgerichte waarden die iemand echt oplossingsgericht maakt.
* Start met gesprek over veranderingen voorafgaand aan de sessie
* Probleemvrij spreken: vertellen over werk/hobby’s enz.
* Vanuit leren kennen van coachee wijzen op competenties.
* Bouwen op uitzonderingen; vragen naar hoe hij eerder effectief met problemen omging. Doel: vaker uitzonderlijke situaties laten gebeuren.
* Wondervraag: met doel; coachee uit probleempraat weghalen.
* Schaalvragen. Vooruitgang cijfer geven, kleine doelen maken en progressie zichtbaar maken.
* Tussentijdse taken meegeven; als iets werkt, blijf het doen. Kleine stapjes kunnen tot grote verandering leiden. Kan ook dagboek zijn.
* Positief geformuleerde feedback, wordt soms opgeschreven en meegegeven.
* Herinterpretatie/reframing.
SOLUTION model
“SOLUTION ”geeft 8 belangrijke elementen weer v/h op gang gebrachte coachingsproces: S (share updates), O (observe interests), L (listen to hopes and goals), U (understand exceptions), T (tap potentials), I (imagine success), O (Own outcomes), N (note contributions).
Positieve
psychologie
(Seligman)
De centrale doelstelling binnen de PP is het wetenschappelijke onderzoek van welbevinden, vervulling en groei. De PP is niet gericht op symptomatologie, maar legt het accent op het bevorderen van het individuele optimale functioneren en welzijn. Daarom richt de PP zich o.a. op de individuele sterke punten (strenghts) en op gedrag dat al gepaard gaat met optimaal welzijn. De PP vertrekt vanuit een holistisch, integratief perspectief waarbij ‘normaliteit’ gezien wordt als een per individu variabel punt op een continuüm.
Continuüm van
languishing en
flourishing (Keyes)
Iemand die positieve gevoelens ervaart en een hoge mate van functioneren vertoont, zal zich aan het uiteinde van flourishing bevinden. Iemand met minder positieve gevoelens, een lagere mate van psychologisch functioneren en dus een mindere mate van welbevinden, zal zich meer aan het uiteinde van languishing bevinden.
Het dual continua-
model volgens
Keyes
Volgens dit model zijn positieve geestelijke gezondheid en psychopathologie twee onafhankelijke maar tegelijkertijd gerelateerde uiteinden van twee dimensies. Terwijl één dimensie de aan- of afwezigheid van welbevinden omvat, omvat een andere dimensie de aan- of afwezigheid van psychische klachten. Psychopathologie en positieve geestelijke gezondheid hoeven elkaar op basis van dit model dus niet per se uit te sluiten. Het is mogelijk dat iemand met psychische klachten een hoge mate aan welbevinden kan ervaren. Tegelijkertijd kan iemand zonder klachten een lage mate van welbevinden hebben.
Overeenkomst
humanistische
benadering en PP
De humanistische psychologie is rond de jaren 1950 ontstaan en stelt de mens als geheel centraal, in tegenstelling tot bv het behaviorisme en de cognitief-gedragsmatige benadering. Het is een holistische benadering die ervan uitgaat dat naast nature en nurture ook de individuele creatieve vermogens een rol spelen bij de ontwikkeling van persoonlijkheid. De humanistische psychologie legt net als de PP het accent op het potentieel voor individuele groei en ontplooiing, met onderzoek van oa Rogers naar de fully functioning person en Maslow naar zelfactualisatie en zelfverwerkelijking als vb. In feite was het Maslow zelf, die voor het eerst de term ‘positive psychology’ gebruikte in een boek in 1954. Tot nu toe is er veel discussie tussen wetenschappers over de verschillen en overeenkomsten. Zo benadrukt oa Seligman en Csikszentmihalyi, dat conventionele ideeën ogenschijnlijk heel sterk op elkaar lijken maar dat de PP juist tracht om theorieën te onderzoeken en onderbouwen met meer en zorgvuldig opgezet empirisch onderzoek. Veel humanistisch-psychologen benadrukken dat dit juist is wat ze doen binnen hun werk.
Definitie mentale
gezondheid volgens
WHO
Geestelijke gezondheid wordt gedefinieerd als een staat van welzijn waarin ieder individu zijn of haar eigen potentieel verwezenlijkt, kan omgaan met de normale stress van het leven, productief en vruchtbaar kan werken en een bijdrage kan leveren aan zijn of haar gemeenschap.
Welbevinden en
ZDT
De ZDT is een theorie van menselijke motivatie, persoonlijke ontwikkeling en welbevinden. De basisveronderstelling van de ZDT is dat mensen van nature gericht zijn op groei en integratie; met als doel een geïntegreerd en authentiek functioneren op sociaal en individueel niveau. Deze groeitendens zal tot uiting komen als mensen zich bevinden in een stimulerende omgeving die inspeelt op de bevrediging van autonomie, competentie en relationele verbondenheid. Niet alleen voor de persoonlijke ontwikkeling maar ook voor het bereiken van een hoge mate aan optimaal functioneren en het ervaren van persoonlijke groei is het essentieel dat deze psychologische basisbehoeften worden bevredigd. Omgevingsfactoren die inspelen op deze behoeften worden dan ook als motiverend ervaren door mensen en hebben belangrijke implicaties voor het individuele welbevinden.
Definities positieve
coachings-
psychologie
- Kauffman: De wetenschappelijk gefundeerde benadering waarmee cliënten geholpen wordt hun welbevinden te vergroten, persoonlijke sterke kanten te herkennen en te benutten, prestaties te verbeteren en doelen te bereiken
- Oades en Passmore: een coachingsbenadering die als doel heeft het hedonistisch en eudemonisch welbevinden van cliënten te vergroten door gebruik te maken van evidence-based benaderingen en wetenschappelijke theorieën van welbevinden