Deel 3 Flashcards

1
Q

Growth mindset

A
  • Vermogens kunnen verbeteren door oefening
  • Falen/mislukken is een kans om te leren en het om te keren
  • Kritische feedback is een kans om te verbeteren, nieuwe systemen ontwikkelen
  • Neiging om uitdagende taken te kiezen en hard te werken om beter te worden
  • Het is een kans om te experimenteren en een probleem op te lossen
  • Een reis naar voortdurende verbetering
  • Creatieve risico’s zijn gewoon een manier om te innoveren en te verbeteren
  • Leerdoelen
  • Doorzettingsvermogen
  • Uitdagingen zijn kansen om iets nieuws te leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intern vs extern
gegenereerde
feedback

A
  • Intern gegenereerde feedback komt voort uit observaties door de coachee zelf, het zelf kunnen opmerken van wat er gebeurt in situaties die relevant zijn voor het coachingsdoel, of door middel van het bijhouden van een dagboek waarin
    het geleerde wordt beschreven.
  • Extern gegenereerde feedback is afkomstig van bijvoorbeeld observaties door de coach of van andere bronnen, bijvoorbeeld door een baas of door een 360-graden-feedbackformulier in te vullen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe coachen bij
fixed mindset

A

Voor de coach is het belangrijk om de inspanningen van coachee om doel te bereiken te erkennen en te benoemen in plaats van in te gaan op specifieke talenten/vaardigheden. Daarnaast is het belangrijk dat de coach zelf een ‘growth mindset’ heeft en deze probeert te bevorderen bij de coachee door niet te denken en te focussen op beperkingen maar juist op mogelijkheden en coachee deze zelf te laten bedenken. De coach zou de volgende vragen kunnen stellen om een ‘growth mindset’ te stimuleren:
- Vertel me eens over een keer dat je optrad op een manier waarvan je niet dacht dat je het kon.
- Waar ben je in de loop der jaren beter in geworden?
- Vertel me eens over een belangrijke les die je van je fouten hebt geleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werkalliantie

A

Coachings- of therapierelatie. Dit is een belangrijke tool voor verandering en een belangrijk ingrediënt voor de werkzaamheid van coaching. 84% van de coachees noemt de coachrelatie essentieel voor het behalen van succes. De coachrelatie is de eerste ontwikkeling in het coachproces, hoewel techniek en focus op het doel ook belangrijk zijn. Executive coachees (leidinggevenden) vinden coachingskwaliteiten (o.a. luisteren, begrip en aanmoediging) belangrijker dan de interventietechniek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Associaties tussen
coachingsrelatie en
coachingsuitkomsten

A

Onderzoeken laten significante resultaten zien op de beoordeling van zowel de coachee als coach.
* Dit geldt voor relatieaspecten en relatieprocessen. Sleutelrol voor: autonomie versterken; bewerkstelligen van een ‘ideale coachrelatie’; een doelgerichte focus. N.B. Tevredenheid met coachrelatie is géén voorspeller v succes
* Wel positieve associatie tussen beoordeling van relatie door beide partijen en uitkomsten van het traject.
* Coachees scores op de ‘algemene werkwijze’ van de coach (verstandhouding, vertrouwen en commitment) voorspellen ‘algemene resultaten’; tevredenheid, leiderschapsprestatie en het coachprogramma.
* De coachrelatie heeft een mediërende rol tussen het aantal sessies en het resultaat; self-efficacy coachee.
* De associatie tussen de match coach-coachee op het resultaat (tevredenheid) wordt gemedieerd door relatieprocessen. Dit geldt ook de geloofwaardigheid van de coachingsuitkomst.
* Een correlatieanalyse suggereert dat een doelgeoriënteerde aanpak significant meer bijdraagt aan het resultaat dan een autonome-ondersteunende. Beiden
zijn wel belangrijk.
* instemming van de coachee met doelen/taken is positief gerelateerd aan het resultaat, terwijl instemming vd coach negatief gerelateerd is aan de uitkomst.
* zowel bij coachee als coach is er geen significante correlatie tussen hechtingsgedrag en resultaat.
* geen correlatie tussen coachingsrelatie scores op vragenlijsten en opgenomen video’s van coachsessies waarin het gedrag in de coachingsrelatie is gescoord.
* Meer onderzoek nodig om (in)directe rol v coach-coachee relatie te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Actieve ingrediënten
voor therapie

A

Psychotherapie kent 4-tal ‘actieve ingrediënten’ (net als bij coaching) die samen het grootste deel van de variantie in het resultaat verklaren:
1. 40% door cliënt / extra therapeutische factoren
2. 30% door de therapeutische relatie
3. 15% door verwachting, hoop en placebo-effect
4. 15% door theorie en techniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adviezen bij
coaching (Kenna en
Davis)

A
  • betrokkenheid van de coachee bevorderen; d.w.z. vanaf het begin een samenwerkingsverband opbouwen door de actieve betrokkenheid van de coachee te bevorderen en te behouden.
  • de werkalliantie / coachingsrelatie afstemmen op de coachee; d.w.z. de coach past zijn benadering aan de voorkeur van de coachee aan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Associaties tussen
werkalliantie en
uitkomsten van
coaching

A
  • Er is een matig en consistent verband (r=.41) tussen werkalliantie en uitkomsten van coaching.
  • De correlatie is het sterkst voor de affectieve uitkomstmaten, m.n. tevredenheid en waargenomen effectiviteit, maar niet zozeer voor zelf-effectiviteit. Verklaring is dat affectieve maten meer holistische maten zijn dan b.v. resultaatgerichte maten, die meer specifiek zijn. Holistische maten zouden minder afhankelijk zijn van andere factoren.
  • Het verband tussen werkalliantie en cognitieve uitkomstmaten (b.v. zelfreflectie en zelfinzicht) is correlatie .49
  • Het verband tussen werkalliantie en resultaatgerichte uitkomstenmaten is r.32
  • Er werd een significant negatief verband gevonden tussen werkalliantie en onbedoelde negatieve effecten.
  • Op de variabele perspectief is er een significante correlatie van .47 tussen werkalliantie en uitkomsten van coaching wanneer coachee beide beoordeeld, r=.34 als coach beide beoordeeld en r=.26 als coach werkalliantie en coachee
    uitkomsten beoordeelt.
  • Er is geen verschil voor type cliënt, ervaring van de coach of aantal coaching sessies voor verband tussen werkalliantie en uitkomsten coaching.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onbedoelde
negatieve effecten
van coaching

A

Onder onbedoelde negatieve effecten van coaching verstaan we ongewenste of schadelijke effecten voor een coachee die direct gerelateerd zijn aan de coaching en ontstaan tijdens of na de coaching. Hoewel de coachee deze effecten als negatief bestempelt, is het niet uitgesloten dat deze effecten op de langere termijn positieve gevolgen kunnen hebben. vb van negatieve effecten van coaching zijn minder tevredenheid met het werk, werk als minder betekenisvol ervaren of diepliggende problematiek die getriggerd wordt door de coaching.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociale
uitwisselingstheorie
(Social Exchange
Theory)

A

Stelt dat mensen gebruik maken van een uitwisseling van positieve en negatieve afwegingen bij het aangaan van een (werk)relatie. Vanuit de sociale uitwisselingstheorie kan beredeneerd worden dat bij een goede werkalliantie er meer uitwisseling en meer psychologische voordelen optreden. Deze uitwisseling tussen coach en coachee houdt in dat er wellicht meer openheid is vanuit de coachee over gevoelige innerlijke gedachten en gevoelens. Bij een gebrek aan deze informatie kan een coach de situatie van een coachee moeilijker inschatten en lastiger bepalen wat de coachee precies nodig heeft. Door meer openheid en het beter kunnen focussen op wat de coachee nodig heeft kan mogelijk de kans op negatieve effecten van coaching worden verkleind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werkalliantie en
uitkomsten
coaching/
uitkomsten
psychotherapie.

A

Als we de resultaten uit de meta-analyse van Grassman vergelijken met studies toegespitst op psychotherapie, dan blijkt de sterkte van het verband tussen werkalliantie en uitkomsten van coaching bijna twee keer zo sterk als het verband tussen werkalliantie en uitkomsten van psychotherapie. De verklaring: Dit lijkt paradoxaal omdat de ernst van klachten bij psychotherapie vaak hoger is en je zou verwachten dat het belang van een goede werkalliantie dan groter is. een verklaring kan liggen in de verwachtingen die een coachee heeft. Coachees zouden wellicht minder verwachtingen hebben van diepgaande gesprekken en verbinding tijdens coaching en de noodzaak van openheid en het bespreken van gevoelige informatie zou minder hoog zijn in coaching dan bij psychotherapie. Is echter de werkalliantie dusdanig goed in coaching dat deze openheid er wel is, dan wordt de werkalliantie ook beter beoordeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pantheoretisch (werkalliantie)
model (Bordin)

A

Het werkalliantiemodel van Bordin benadert de werkalliantie als een actieve samenwerking tussen cliënt en therapeut waarvoor beiden verantwoordelijkheid dragen. Werkalliantie bestaat uit drie centrale aspecten die elkaar wederzijds beïnvloeden en geassocieerd zijn met doelgerichte samenwerking in coaching.
1. ‘Doelen’ (Goals). Overeenstemming en toewijding omtrent de doelen
2. ‘Taken’ (Tasks) gaat over gedragsmatige en cognitieve aspecten gerelateerd aan de overeenstemming omtrent taken binnen de coachingssetting
3. ‘Band’ (Bonds) gaat over de kwaliteit van de interpersoonlijke band tussen de cliënt en therapeut met aspecten als vertrouwen, respect en verbinding
Het model van Bordin is breed toepasbaar binnen coaching en andere hulpverlenerssituaties om het niveau en de kwaliteit van de werkalliantie te beoordelen ongeacht welke conceptuele/theoretische benadering door de coach/hulpverlener wordt gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Working Alliance
Inventory (WAI)

A

Een veelgebruikt instrument om de werkalliantie te meten. In het NL vertaald als de Werk Alliantie Vragenlijst (WAV). Het instrument evalueert de emotionele band tussen therapeut en cliënt en geeft inzage in de therapiedoelen en -taken. Het is geïnspireerd door het pantheoretische model van Bordin. De verkorte versie WAI-S telt 12 vragen, gescoord op een vijfpuntsschaal. De totaalscore van de WAV-12 geeft een globale indicatie van de kwaliteit van de werkalliantie. De drie subschaalscores geven een gedetailleerd beeld van de drie afzonderlijke aspecten. Zie BS 2.2.3.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De drie aspecten van
werkalliantie in
relatie tot
uitkomsten
coaching.

A
  • Taken en doelen van werkalliantie zijn sterker gerelateerd aan effectiviteit van coaching dan band (ook beoordeeld door de coachee én coach) (de Haan)
  • Overeenkomst in aspecten doelen en taken, beoordeeld door coachee, is positief gerelateerd aan de uitkomsten van coaching (Gessnitzer en Kauffeld)
  • Overeenkomst in aspecten doelen en taken, beoordeeld door coach, is negatief gecorreleerd aan uitkomsten van coaching.
  • Er werd geen significante correlatie gevonden tussen gedrag gerelateerd aan aspect band, uitgevoerd door coachee én coach, en uitkomsten van coaching.
  • De resultaten van deze twee onderzoeken laten beide zien dat de aspecten Taken- en Doelen van de werkalliantie, beoordeeld door de coachee, belangrijker zijn in relatie tot de uitkomsten en effectiviteit van coaching dan het aspect Band.
  • In het onderzoek van De Haan werd er wél een significante correlatie gevonden tussen het aspect Band en effectiviteit van de coaching terwijl in het onderzoek van Gessnitzer en Kauffeld geen significante correlatie werd gevonden tussen het aspect Band en de uitkomst van coaching.
  • Waar de resultaten van beide onderzoeken elkaar tegenspreken is: In het onderzoek van Gessnitzer en Kauffeld werd een negatieve correlatie gevonden tussen de aspecten Taken en Doelen van de werkalliantie en de uitkomsten van coaching. In onderzoek de Haan een positieve correlatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Typology of
executive coaching
relationships

A

2 dimensies die de meest invloedrijke constructen zijn van coachingrelatie.
* Pace (tempo); energieniveau of dynamiek tussen het koppel
* Partnership; het gelijkwaardigheidsniveau.
Deze twee dimensies kunnen in een kwadrant worden gezet met 4 coachrelaties:
* Solide alliantie: hoog partnerschap, laag tempo
* Gezoem: hoog partnerschap en tempo
* Comfortzone: laag partnerschap en tempo.
* Volg mijn leider: laag partnerschap, hoog tempo.
Voor de effectiviteit maakt het niet uit in welk kwadrant de relatie zich bevindt omdat er in elk kwadrant zowel positieve als negatieve bijdragen mogelijk zijn. De dynamiek verandert vaak na verloop van tijd. Het belangrijkste voor de effectiviteit is dat er tegemoet wordt gekomen aan de behoefte van de coachee. Het model helpt de coach zich aan te passen aan de coachee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3+1Cs Model of
Two-Person
Relationships

A

Het model is gebaseerd op de interdependentietheorie die stelt dat: gevoelens, gedachten en gedrag bij coachee & coach oorzakelijk en onderling afhankelijk zijn en worden geoperationaliseerd door de constructen:
* Closesness; wederzijds vertrouwen en respect
* Commitment; ontw. Van een hechte, langdurige samenwerking.
* Complementarity; goede samenwerking met duidelijke rolverdeling.
* +co-orientation; omvat gedeelde kennis en begrip.
Het 3+1Cs Model of Two-Person Relationships geeft betekenis aan het evalueren van de kerndimensies van de kwaliteit van de coachee-coachrelatie, gaat ervan uit dat de kwaliteit van de coachrelatie verband houdt met de samenwerking. Benadrukt het tijdsaspect van de coachrelatie. Gevoelens, gedachten en gedrag van coachee en coach interacteren en beïnvloeden elkaar in de tijd. En door identificatie van sterke en zwakke punten in de relatie, biedt het model indicatoren voor strategieën die de relatie verbeteren.

17
Q

Wat heeft invloed op
effectiviteit van
coachingsrelatie.

A
  • Vertrouwen het meest genoemd. Kenmerken van coaching relatie, de coaching situatie en coaching gedrag en kenmerken van de coach beïnvloedt de ontwikkeling van vertrouwen. Het is onduidelijk of het vertrouwen wederzijds moet zijn, of dat het voldoende is dat de coachee de coach vertrouwt.
  • Respect
  • Samenwerking
  • Een patroon van wederzijdse vriendelijkheid.
  • de leerstijl van de coachee en managementstijl van de coach moeten complementair zijn
  • overeenkomst t.a.v. de interpersoonlijke dimensies dominantie en verbondenheid voorspelt hoe een coachee de relatiekwaliteit en de doelgerichtheid beoordeelt.
18
Q

Cross culturele
coaching

A

Culturele verschillen zorgen ervoor dat mensen de wereld op verschillende manieren bekijken. Daarom is cultuur een belangrijke factor in de coachrelatie. Twee modellen die een kader geven:
* Cultural Orientations Framework. Onderzoekt hoe waarden verschillen -overeenkomen en conceptualiseert hoe mensen omgaan met uitdagingen waar ze mee geconfronteerd worden.
* Delta benadering van coaching. Is waarden- en cultuursensitief model dat benadrukt dat coach zich aanpast aan de individuele verschillen in motivationele en culturele behoefte van een coachee.

19
Q

Kenmerk coachee en
invloed op resultaat

A

Bepaalde aspecten van de houding en kenmerken van de coachee beïnvloeden de resultaten. 2 overheersende gebieden: Veranderbereidheid en persoonlijkheid.
* Coachee-factoren die het resultaat beïnvloeden zijn: openheid; commitment; er aan toe zijn en motivatie. Dominant-vriendelijk (assertief, zelfverzekerd) gedrag van de coach, lokt coacheegedrag uit dat wordt geassocieerd met het bereiken van de doelstellingen.
* Wat betreft persoonlijkheid: Sommige subschalen van de het Five Factor Model of Personality hebben een relatie met het coachresultaat en transfer ervan. En er is een positieve relatie tussen coachees extraversie en het resultaat.

20
Q

Belangrijke
kenmerken van
coach.

A

De werkalliantie wordt ook beïnvloed door individuele coachkenmerken. Een aantal attitudes van de coach draagt positief bij aan de relatiekwaliteit en het succes. Een sterke band (kunnen) smeden is belangrijk. Geloofwaardigheid, empathie, respect, effectief (door)werken onder druk, een accepterende benadering en niet-oordelend zijn. De coach moet zich bewust zijn van zijn affectieve staat en interpersoonlijk gedrag. Een dominant vriendelijk interpersoonlijk gedragspatroon geeft een effectieve werkalliantie.

21
Q

5 factoren om
coachrelatie te
bevorderen (Lai en
Mc Dowall)

A
  1. vertrouwen opbouwen
  2. inzicht in en omgaan met emotionele problemen van coachee.
  3. het aanmoedigen van twee-richtingverkeer in de communicatie.
  4. faciliteren en helpen van coachee’s leer- en ontwikkelproces.
  5. een duidelijk contract en transparant proces opzetten.
22
Q

Interpersoonlijke
dynamiek tussen
coachee en coach

A

is gebaseerd op de dimensies verbondenheid (affiliation) en dominantie: Wederkerig vriendelijkheidspatroon is positief geassocieerd met werkalliantie. Dominant vriendelijk wederkerig coach-coacheegedrag is significant gerelateerd aan het bereiken van coachees algemene doelstelling.

23
Q

Twee visies op de
grens tussen
coaching en
therapie

A

→ een pragmatische aanpak d.w.z. kijken naar de huidige situatie. Het begrijpen van de grenzen in de praktijk en de pragmatische oplossingen die kunnen worden ingezet. Elke professional moet zijn cliënt verwijzen naar een passende vorm van hulpverlening, maar grenzen tussen coaching en therapie zijn in de praktijk lastig te bepalen. In plaats van theoretisch gedefinieerde parameters gebruiken sommige coaches hun onderbuikgevoel of intuïtie, om de grens aan te geven van coaching. Of in het gesprek met de coachee komt aan de orde ‘wat gepast is om te bespreken’. coach bepaalt zelf de grens op basis van vermogen en overtuiging
→ Benadrukt de intentie voor de toekomst; een zoektocht naar een conceptuele oplossing ten aanzien van het vraagstuk grenzen tussen coaching - therapie. (= grens op basis van kennis en vaardigheid), waarbij sommigen een ‘harde’ grens willen en anderen vinden dat de coach al zijn vaardigheden in mag zetten ten voordele van de coachee en niet of/of. Conclusie: De grenzen zijn diffuus en coaches gaan er op een verschillende manier mee om. Duidelijke richtlijnen en aandacht in training zijn nodig.

24
Q

Interne conflicten
beginnende
coaches

A

Onervaren coaches lopen, door de vermenging coaching-therapie, aan tegen:
▪ (v.n. conceptuele) literatuur die aangeeft dat het noodzakelijk is om diepgaand te werken (met psychische blokkades en emoties) voor gedragsverandering op de lange termijn. → Spinelli: het gaat om ‘zijn’ i.t.t. ‘doen’ in de coachingsrelatie.
→ Bluckert: introduceerde het concept van psychologische ‘mindedness’: de vaardigheid van een individu om op zichzelf, op anderen en op hun relatie met anderen te reflecteren.
▪ de nadruk op (ethische) richtlijnen, regelgeving en trainingshandleidingen die aangeven dat coaches voorzichtig moeten zijn en hun beperkingen in acht nemen. Deze waarschuwing wordt vooral gegeven door coaches met een achtergrond in (psycho)therapie (idee: interventies kunnen schade aanrichten en in situaties waarin de geestelijk gezondheid van coachee een grote rol speelt. Deze twee zaken kunnen een innerlijk conflict veroorzaken bij onervaren coaches. Een gebrek aan zelfvertrouwen, de behoefte aan bevestiging of waargenomen druk/verwachting kan ervoor zorgen dat de dunne lijn tussen coaching en counselling wordt overschreden. Een onervaren coach dient dus zelfbewust en mindful te zijn en goed te kijken waar de grenzen aan zijn handelen liggen. En niet snel een oplossing bieden die gebaseerd is op een geleerd kader of techniek. NB. Het gebruik van intuïtie om te bepalen wanneer coaching of counselling nodig is, is af te raden bij een onervaren coach omdat intuïtie wordt ontwikkeld door ervaring met regelmatige of routinematige handelingen. (Ervaren coach kan dit juist wel).

25
Q

Onderzoek Baker
naar verschil
coaching en
therapie

A
  • De meerderheid van de deelnemers gaf aan dat er veel verschillen zijn tussen coaching en therapie. De meerderheid van de deelnemers vindt coaching mn doelgericht richt therapie zich op diepgewortelde persoonlijke issues.
  • Een groot deel van de deelnemers (85%) voelt zich zelfverzekerd in het kunnen inschatten wanneer een issue meer geschikt is voor therapie dan voor coaching. 91,8% geeft aan zich ervan bewust te zijn te werken binnen de grenzen van hun competenties en 74,6% geeft aan zich zelfverzekerd te voelen in het kunnen identificeren van psychische klachten in de praktijk.
  • Daarentegen geeft 62,5% aan dat hun training hun voldoende kennis heeft gegeven om de grens in de praktijk te kunnen identificeren. De auteur stelt: aangezien de onderbouwing voor deze capaciteiten vaak niet afgeleid kan worden uit gevolgde opleiding of kwalificaties maar enkel gebaseerd is op zelfbeoordeling, zou sprake kunnen zijn v overschatting v eigen capaciteit
  • 60.2% identificeert een duidelijke grens tussen coaching en therapie tegenover 31,5% die de grens vaag vindt. Percentages zijn gelijk voor de vraag of identificeren moeilijk is of niet. Identificeren van de grens wordt geleerd door ervaring (71%) en 50% van de coaches bespreekt deze grens ook met coachee. De grens is meestal intuïtief en 84% schat in dat ze de grens effectief managen.
26
Q

Wat moet je als
coach doen met
grens
coaching/therapie

A
  • Identificeren van psychische problemen. Niet diagnosticeren maar inschatten van eigen capaciteiten en bewust zijn van contracten, ethiek en wetten.
  • Gebruik van contract binnen coaching. Een raamwerk waarin wordt aangegeven volgens welke methoden gewerkt wordt en wat de verwachtingen van de coachee zijn in het proces. Dit contract kan aangepast worden tijdens proces
  • Gedeelde verantwoordelijkheid met coachee. Coach moet coachee informeren over het scala aan (persoonlijke) issues die van invloed zijn op het coaching/veranderingsproces en het niveau van onvoorspelbaarheid in termen van het bereiken van specifieke doelen die door de coachee worden verwacht.
  • Supervisie. Dit kan tevens als voorbeeld dienen voor de coach op welke manieren je samen zo’n exploratie kunt doen.
27
Q

Cognitieve triade
van Beck

A

Bestaat uit drie vragen die gebruikt kunnen worden om depressie/depressieve gedachten te identificeren.
1. Hoe zie je jezelf?
2. Hoe zie je jouw toekomst?
3. Hoe zie je de wereld?

28
Q

Algemene vragen
als coach voor
inschatting
psychische stoornis

A
  • Hoe lang zijn deze klachten er?
  • Wat is de impact van de klachten?
  • Hoe extreem is de reactie?
  • Hoe reageert coachee op feedback?
  • Is er weerstand tegen verandering?
    Andere signalen: verandering in gedrag, denkpatroon, uiterlijke verschijning; verandering van spraak
29
Q

Gratis vragenlijst
voor beoordeling
depressie en angst

A
  • 4 dimensionele klachtenlijst (4DKL). Voor onderscheid depressie, angst, somatisatie en spanningsklachten
  • Depressie Angst Stress Schaal (DASS)
30
Q

Competenties bij
cross culturele
coaching (Sue en
Sue)

A
  • Zelfbewustzijn van eigen veronderstellingen, culturele aannames, vooroordelen en stereotyperingen. ‘kleurenblind’, ‘genderblind’ of ‘gehandicaptenblind’ is geen optie. Het is onmogelijk om dit niet te zien en door het te negeren ontken je een essentieel deel van de client en het schaadt de vertrouwensrelatie. coaches horen voortdurend te reflecteren op eigen culturele veronderstellingen en perspectief
  • Kennis van andere cultuur nodig om coachee + effect van eigen gedrag op coachee te begrijpen; ook nodig voor ontwikkeling van empathie, vertrouwen, communicatie, interactie, etc. Concreet: kennis verruimen dmv in contact komen met mensen uit andere culturen, boeken, films, tv, etc. Belangrijk om effect en frequentie van discriminatie niet te onderschatten.
  • Vaardigheden. Effectieve coach heeft breed scala aan strategieën en benaderingen afhankelijk van wie er voor hem zit. Goede communicatievaardigheden is het meest effectief indien het matcht met communicatiestijl coachee (o.a. afhankelijk van cultuur). Een actiegerichte benadering kan nodig zijn om vooroordelen uit omgeving coachee hoofd te bieden → in extreme omstandigheden (als inspanning van coachee niet werkt): confrontatie met vertegenwoordigers van organisatie overwegen.