Deel 1 Flashcards

1
Q

Coaching in
positieve
psychologie

A

De positieve psychologie bestudeert het optimale functioneren van het individu. Ze richt zich op die elementen in het leven die leiden naar geluk, zingeving en groei. Door gebruik van wetenschappelijke kennis uit de positieve psychologie, met bewezen methoden voor bevordering van welbevinden, positieve emoties, persoonlijke groei en krachten, wordt coaching effectiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom coaching populair?

A

Coachen en coachingspsychologie (CP) is nog steeds populair; onzekere toekomst, complexe wereld om ons heen (globalisering) → de behoefte aan dieper ingaan op zelfbewustzijn (self-awareness), psychologische flexibiliteit, een diepgaande samenwerking groeit. Coaching is verder ontwikkeld het laatste decennium; systematischer en holistischer en de ontwikkeling van evidence based standaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Socratisch model

A

Het Socratische model was in feite het begin van een coachingstechniek. Het stimuleren van kritisch denken door logisch (door)vragen. Deze methode wordt al tijden door verschillende professies gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Griffith (1926)

A

De ‘vader’ van de CP is Griffith (1926): The psychology of coaching: a study of coachingsmethods from the points of view of psychology. Hij was de grondlegger van de sportpsychologie. Om 3 aspecten verder te onderzoeken:
* Nader onderzoek van psychologische feiten en theorie
* Onderzoek naar menselijk gedrag in relatie tot atletische mind en vaardigheden
* Onderzoek naar de effectiviteit van coachingsmethoden.
Griffith was van mening dat een coach meer is dan een instructeur; ook een leraar in de breedste zin van het woord. Hij vormt de persoonlijkheid. In zijn boek is aandacht voor het omgaan met publiek, het sterrendom, moeilijke medesporters etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Coaching vs
psychologische
coaching

A

Het is niet altijd duidelijk of de impact en effectiviteit op basis is van coaching of CP. Coaching maakt ook gebruik van de principes uit de psychologie, maar meer impliciet. Niet alle modellen en kaders die in eerdere tijden door coaches werden gebruikt zijn goed wetenschappelijk onderzocht. De overgang naar de 21ste eeuw markeert een belangrijke periode in de ontwikkeling van CP. De PP, met de focus op welzijn deed zijn intrede en bood psychologen die coachte een alternatief. Deze verschilt van de klinische psychologie, counselling en organisatiepsychologie die gangbaar was. Het verschil tussen coaching en CP is met name gelegen in het includeren van psychologie en psychologische benaderingen, waarbij expliciet gebruik maakt van evidentie en wetenschappelijke theorie in, terwijl coaching een containerbegrip is voor een proces dat niet per se gebaseerd hoeft te zijn op evidentie of wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sleutel tot succes

A

Het blijkt dat in therapeutische setting. in tegenstelling tot coaching, de sleutel tot succes de mate van een emotionele match in de relatie is. Terwijl in een coachingsrelatie het accent meer ligt op gestelde doelen en taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zes meest
gebruikte
benaderingen door
(psychologisch)
coach

A
  • Positieve psychologie
  • Cognitief gedrag
  • Mindfulness
  • Oplossingsgerichte
  • Strengths based
  • Doelgerichte
    Voor coachingspsychologen: 1 CGT, 2. Oplossingsgerichte CGT, 3. PP, 4. Oplossingsgerichte benadering. Voor coaches: 1. Oplossingsgericht 2 CGT, 3 PP.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NOBCO

A

Nederlandse Orde van Beroepscoaches. De NOBCO gaat ervan uit dat:
* De coachee uiteindelijk zelf het beste weet wat goed voor hem is en zowel in zijn privé- als in zijn professionele bestaan zelf, op basis van eigen afwegingen, kan beslissen wat hij wél of niet wil.
* De coachee ook zelf verantwoordelijk voor de keuzen die hij maakt, en is hij in persoon aanspreekbaar op zijn gedrag.
* De coachee en de coach volkomen gelijkwaardig zijn, in die zin dat beiden unieke en complete mensen zijn, vol mogelijkheden.
* Tijdens coaching de doelen, middelen en keuzen van de coachee prioriteit hebben boven die van de coach.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belang van één
gestandaardiseerde
definitie van
coaching

A
  • Het is essentieel voor de praktijk, een gestandaardiseerde definitie maakt het voor coachees duidelijk wat zij kunnen verwachten van hun coach. Deze mening wordt gedeeld door de ‘International Coach Federation’ (ICF), die coaches aanmoedigt om vóór de start van coachingtraject met de coachee te bespreken hoe dit traject eruit komt te zien, zodat beiden begrijpen wat het traject inhoudt.
  • Het is van belang voor onderzoek. Een duidelijk begrip van coaching zorgt ervoor dat de constructen die worden bestudeerd beter begrepen kunnen worden.
  • Een definitie is van belang voor de opleiding en kwalificatie als coach.
  • Daarnaast betoogt Grant (2011) dat een duidelijke definitie nodig is voor de ontwikkeling van ‘evidence-based practice’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Overeenkomsten
diverse definities
van coaching

A

De verschillende definities benadrukken allen dat het coachingsproces afhankelijk is van mensen, interpersoonlijke interacties en samenwerking. Dit relationele aspect onderscheidt coaching van andere interventies waar kennisuitwisseling centraal staat. Binnen coaching staat naast interpersoonlijke en relationele aspecten positieve gedragsverandering centraal. In alle definities komt naar voren dat coaching een op relaties gebaseerd leer- en ontwikkelingsproces is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CP is een vorm van
PP

A
  • PP kan gedefinieerd worden als ‘the scientific study of optimal functioning, focusing on aspects of the human condition that leads to happiness, fulfilment, and flourishing’. PP bestudeert oa het ‘einddoel’ waar de coachee naar toe wil.
  • Daarnaast draagt PP bij aan de coachingspraktijk. Bv een duidelijk holistisch perspectief op de menselijke ontwikkeling. Bij coaching wordt dit perspectief overgenomen waarbij bovendien een context gecreëerd wordt waarbinnen de persoon tot maximale zelfactualisatie of zelfontplooiing kan komen.
  • Binnen de PP zijn er ook wetenschappelijk getoetste theoretische kaders zoals ‘the broaden-and-build theory of positive emotions’ van Fredrickson, die ook als kaders voor het coachingstraject gebruikt kunnen worden.
  • Vanuit de PP worden specifieke meetinstrumenten ontwikkeld en empirisch gevalideerd die binnen een coachingstraject ingezet kunnen worden.
  • De toekomstgerichte en concreet resultaatgerichte doelstelling van de PP vindt ook een vertaling in modellen binnen coaching, zoals het GROW-model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CP is GEEN vorm
van PP

A

De vraag is of we CP alleen vanuit het perspectief van PP moeten benaderen of vanuit een breder of zelfs een multidisciplinair perspectief. Coaches putten en integreren kennis uit psychologie en diverse gebieden buiten de psychologie, bijvoorbeeld filosofie, management, economie en educatie. Dit zal wetenschappelijk onderzoek naar coaching beïnvloeden en zal ook van invloed zijn op de ontwikkeling van CP. Integratie van kennis uit de PP en andere stromingen binnen de psychologie, en integratie van psychologische kennis met kennis uit andere wetenschappen zorgt ervoor dat CP een zelfstandige tak van psychologische wetenschap kan worden, al dan niet verwant aan PP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NIP-basisprincipes

A

verantwoordelijkheid, integriteit, respect en deskundigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Richtlijnen
cliëntdossier

A

NIP: Verantwoordelijkheid: het cliëntendossier moet zodanig bijgewerkt zijn dat bij een onvoorziene afwezigheid van de therapeut een andere deskundige vakgenoot de relatie kan voortzetten.
NOBCO: Leden houden passende en accurate dossiers van hun werk met cliënten, waaronder begrepen digitale bestanden en communicatie, op een zodanige wijze bij dat vertrouwelijkheid, veiligheid en pricacy gewaarborgd zijn en alle in hun land van toepassing zijde regelgeving met betrekking tot gegevensbeveiliging en privacy gevolgd zijn. En leden dienen voorzieningen te treffen voor de overdracht van cliënten en dossiers in het geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid of stoppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Manier van
onderzoek naar
effecten van
coaching

A

Grant en collega’s dat het onderzoek naar de effecten van coaching een ‘natuurlijke’ ontwikkeling laat zien die verloopt van casestudies naar within-subject-studies, quasi-experimentele studies en uiteindelijk gerandomiseerde gecontroleerde studies. Naast effectstudies, is het ook belangrijk te bepalen welke competenties van coaches en coachees het succes bepalen. De grootste algemene beperking van literatuur is het gebrek aan rigoureuze onderzoeken die de causale mechanismen van coachingsinterventies aantonen. In de huidige literatuur is een verschuiving waar te nemen van onderzoek van ‘werkt het?’ naar ‘hoe werkt het?’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Criteria evidence

A
  • het overtuigingscriterium, zoals geïllustreerd in de retoriek van Aristoteles (retorica is de kunst van overtuigen).
  • Het categoriseren van evidence zoals we heden ten dage bedoelen.
17
Q

Retorica

A

Retorica is de kunst van het overtuigen en beschreven door Aristoteles. Hiertoe staan hem drie soorten overtuigingsmiddelen ter beschikking: ‘ethos’, ‘pathos’ en ‘logos’. Logos: nadruk op logica en duidelijke argumenten. Pathos refereert aan op emotionele wijze inspelen op waarden, overtuigingen, gevoelens zodat de lezer overgaat tot actie en ethos refereert aan geloofwaardigheid en betrouwbaarheid. Alle drie zijn van belang volgens Aristoteles, maar afhankelijk van de situaties gaat soms het ene element voor op de anderen. Een spreker maakt gebruik van ethos als hij direct of indirect naar zijn eigen kwaliteiten verwijst. Volgens Aristoteles is dit het meest effectieve overtuigingsmiddel: een publiek dat vertrouwen heeft in de spreker, zal geneigd zijn diens standpunt te aanvaarden. Een spreker maakt gebruik van pathos als hij inspeelt op de emoties van het publiek, en van logos als hij zijn publiek probeert te overtuigen door middel van argumenten.

18
Q

Resonantie

A

Beroepsbeoefenaars hechten waarde aan ‘resonantie’ met hun eigen praktijk. Ze zoeken en interpreteren informatie die hun zelfbeeld bevestigt

19
Q

Services van
evidence-based

A

Evidence-based practice is het fundament voor allerlei ‘services’. Dit heeft 2 belangrijke implicaties:
* Services worden ondersteund door evidence-based interventies
* Services geven bewijs van effectiviteit op lokaal niveau.

20
Q

Voordelen
evidence based

A
  • De behandeling is zo optimaal mogelijk voor de cliënt
  • Zorgt voor het up-to-date houden van de kennis
  • Gebruik standaarden
  • Bevordert het vertrouwen in de behandeling die je geeft door duidelijkheid te scheppen over je geloofwaardigheid als professional
  • Beschermt de cliënt tegen ongebruikelijke behandelingen
  • Zorgt voor een ethische basis.
21
Q

Hiërarchie van
evidence-based

A

Type I in ieder geval een goede systematische review inclusief minstens één RCT (Randomised Controlled Trial)
Type II minstens één goed gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek
Type III minstens één goede well-designed studie zonder randomisatie
Type IV minstens één goede wel-designed studie observationele studie
Type V opinie van experts, gebruikers, zorgverleners
Welk type nodig is, is afhankelijk van de vraag. Evidence kan niet gezien worden als slechts één type data.

22
Q

Return on
investment (ROI)

A

De populariteit van ROI komt doordat het een meetbaar resultaat, uitgedrukt in een cijfer geeft en dat ontwikkeld is door de financiële wereld. Dit zie je ook bij contentmarketeers, die willen bewijzen dat contentmarketing ook echt werkt. Eerste studies waren met name clienttevredenheid. Echter, geen goede studies. Van de 700 artikelen/proefschriften waren er slechts 11 met een RTC-design. Grootste problemen bij RTC-design zijn tijd en kosten en de complexiteit voor een gedegen onderzoeksdesign. Meest gebruikte instrumenten waren klanten surveys met een multi-rater. Goede valide instrumenten zijn zeldzaam.

23
Q

Proces studies

A

De essenties bij proces studies is de vraag: wat gebeurt hier? Deze vraag is niet geschikt voor kwantitatieve studie, maar vereisen diepgaande case-analyses via gecombineerde methoden of alleen kwalitatieve methoden – type III en IV evidence. Ondanks dat kwalitatief onderzoekresultaten geeft die niet generaliseerbaar zijn, is dit NIET het enige criterium om van nut te zijn. Logos is dominant, maar pathos levert voldoende overtuiging.

24
Q

Factoren die spelen
bij coaching
interventie

A
  1. Kenmerken van de coach zijn belangrijk om een coach te zoeken en voor accreditatie (bevoegdheid). De meeste officiële organen bekijken dit in termen van competentie: interpersoonlijke vaardigheden, communicatievaardigheden en instrumentele ondersteuning. Geen een studie identificeerde het coachingsmodel of de -stijl die gebruikt wordt.
  2. Kenmerken van de coachee zijn ook geëxploreerd, met name het ontbreken van psychopathologie en de bereidheid van de coachee om te veranderen.
  3. De coachpraktijk zelf
  4. De context
    De coach-coachee relatie is essentieel! En onderzoek zegt zelfs dat het de beste voorspeller van de coaching uitkomst is. Verder onderzoek is nodig naar de kenmerken van een ‘goede relatie’.
25
Q

Evidence based
practice (EBP)

A

Een besluitvormingsproces waarbij er zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik wordt gemaakt van het beste bewijs dat op dat moment beschikbaar is, met als doel om beslissingen te nemen samen met, in dit geval, coachees om zo de kwaliteit van coaching te verbeteren. Individuele expertise moet hierbij geïntegreerd worden met het best beschikbare bewijs uit systematisch onderzoek

26
Q

Drie kenmerken
van EBP

A
  • integreert de eigen expertise met resultaten uit onderzoek
  • is een actief proces om de best beschikbare informatie/kennis te verkrijgen, indien mogelijk door wetenschappers, onderwijzers en behandelaars te betrekken
  • maakt gebruik van systematische reviews om alle beschikbare en relevante informatie te beoordelen, ipv te vertrouwen op enkelvoudige onderzoeken.
27
Q

Cross disciplinaire
interventies

A

De variatie in de verschillende soorten interventies/definities is enorm. De coachingsinterventies kunnen geclusterd worden in 1) management, 2) scholing, 3) filosofie en 4) psychologie. De meeste definities gaan over het verbeteren van arbeidsprestaties, professionele uitkomsten, leiderschap en ‘executive awareness’. Persoonlijke ontwikkeling en arbeidsproductiviteit zijn belangrijke uitkomsten van coaching, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de coachee een aantal veranderingen ondergaat (attitude, motivatie, zelfbewustzijn, self-efficacy).

28
Q

De 4 dimensies van
coaching

A

Ik Coach en coachee als individuen; subjectief
Het Gedrag processen, modellen, technieken; objectief
Wij Coachingsrelatie, culture, taal; intersubjectief
Zij Systemen; bedrijven, organisaties, families, gemeenschappen; interobjectief

29
Q

Waarom moeilijk
om binnen
coaching te
voldoen aan EBP

A
  • Dit komt m.n. door de aard van coachingsinterventies. Onderzoeken naar coachingsinterventies zijn gevarieerd, maar vallen vaak onder: management, onderwijs/adult learning, filosofie en psychologie.
  • De grote diversiteit aan coachingsinterventies en uitkomstmaten maakt het moeilijk om de relevante evidentie te integreren om zo theoretische kennis op te bouwen voor EBP in coaching.
  • De diversiteit aan coachingsdisciplines zorgt er ook voor dat verschillende methoden gebruikt worden in het onderzoek naar coaching. Er wordt van uitgegaan dat als je geen gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek gebruikt, je niet kunt concluderen dat coaching daadwerkelijk effectief is
  • Ook al is het gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek een van de beste methoden om de effectiviteit van interventies te onderzoeken, het blijkt dat deze minder geschikt is om het proces of de betekenis van een interventie te onderzoeken. Omdat een effectief coachingsproces uitgevoerd wordt dmv dialogen en interactie tussen de coach en coachee, is het eenvoudiger om kwalitatieve onderzoeksmethoden toe te passen dan kwantitatieve methoden.
30
Q

RCT-onderzoek bij
coaching

A

Gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep (RCT) wordt vaak als gouden standaard gezien voor onderzoek naar effecten van een interventie. Tot nu toe zijn er nog weinig RCT’s uitgevoerd naar het effect van coaching. Het is complex om in de praktijk van coaching onderzoek uit te voeren met een controlegroep, maar het is niet onmogelijk. Bij een controlegroep kan bijvoorbeeld een andere vorm van hulpverlening worden toegepast of er kan gewerkt worden met een wachtgroep (de interventie wordt op een later tijdstip toegepast). Het is denkbaar dat werkgerelateerde coaching zich minder leent voor RCT’s omdat opdrachtgevers niet lang willen wachten wanneer medewerkers in een wachtgroep gerandomiseerd worden. Daarnaast zullen ze waarschijnlijk niet gemotiveerd zijn om hun medewerkers in een zogenoemde placebogroep te laten plaatsen.