Deel 2: les 11 - theorieën over het zelf Flashcards

1
Q

gedachte-experiment over intuïties over fenomenologie van het zelf?

A

als een alien je brein verwisseld tijdens een gesprek sta je dan nog waar je stond of op de plek van je vriend? besta je uberhaupt nog wel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Derek Parfit (star trek)

A

alien neemt je mee met transporteermachine en kopieert je materiele structuur, ben je dan nog jezelf? en als het niet lukt en er nu twee van jou zijn, wie is dan je zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schip van Theseus?

A

moest vaak gerepareerd worden, is het nog hetzelfde schip als alles vervangen is?
we kunnen ditzelfde vragen over onszelf, omdat je cellen zich na 20 jaar vervangen. Maar je voelt je nog hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 theorien van Derek Parfit ver de vraag waarom we ons “zelf” voelen

A
  • egotheorie: we voelen ons een zelf, omdat er echt een zelf is
  • bundeltheorie: het voelt alsof we een zelf hebben, maar dat is een illusie. Het zelf bestaat niet en dus moet ons gevoel op een andere manier beantwoord worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

egotheorie?

A

intuïtief (in lijn met fenomenologie) -> roept vraag op wat het continu en verenigd zelf is. twee antwoorden hierop:
- het zelf is immaterieel
- het zelf is materieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

immaterieel zelf

egotheorie

A

gaan uit van substantiedualisme, maar natuurlijk veel problemen hiermee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

materieel zelf

egotheorie

A

iets materieels aanduiden als het continue zelf. ons zelf is ons lichaam of brein. maar hiermee is een probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

probleem materieel zelf

A

van Richard Double: we hebben empirisch bewijs dat er geen materie in ons aanwezig is die doorheen heel ons leven hetzelfde blijft. ons zelf is een bepaalde materiële structuur, maar wat dan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bundeltheorie

A

het zelf is een illusie. het enige wat er echt is, is een serie of verzameling van ervaringen, maar er is geen subject die deze ervaringen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

David Hume over bundeltheorie

A

we zijn enkel een bundel van percepties en ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

introspectie in bundeltheorie

A

via introspectie vinden we geen zelf, maar enkel veranderende mentale toestanden. Er is geen ervarend subject, alleen onze ervaringen.
om te vragen wat zelf is, onafhankelijk van onze stroom van ervaringen is een categoriefout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Thomas Reid

geen fan van Hume

A

het kan niet dat er geen zelf is, omdat we zo sterk het gevoel hebben dat het er wel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kritiek (en goed punt) op Reid

A

kritiek was dat het een argument vanuit intuïtie was, maar wel dat een goede bundeltheorie de fenomenologie zou moeten kunnen verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

problemen die mevrouw Beauchamps opwekte voor egotheorieën?

A
  • niet iedereen lijkt 1 bewuste zelf te zijn, of het gevoel te hebben dat dit zo is
  • ook als er daadwerkelijk meerdere zelven zijn hoe kun je dit tellen
  • we lijken niet te weten wat een zelf precies is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

problemen die mevrouw beauchamps opriep voor bundeltheorieën?

A
  • ze kunnen deze problemen vermijden: ze hebben niet 1 of meerdere zelven, maar 0
  • er kunnen meerdere bewustzijnstromen zijn, maar dat is het enige dat er is
  • maar weer, waarom is het gevoel dan wel aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

specifieke theorieën over het zelf?

A
  • neurowetenschappelijk model van het zelf
  • enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
  • narratieve theorie over het zelf
  • Metzingers fenomenale zelfmodel
17
Q

neurowetenschappelijk model van het zelf

A

het zelf is een breinproces of komt overeen met een breinfunctie of functioneel hersengebied.
- Gazzaninga
- Mackay

18
Q

Gazzaninga

neurowetenschappelijk

A

het zelf is fysiek aanwezig in het brein als de interpretator. Ontdekte dit in split-brain patiënten met de kip/schop, maar iedereen functioneert op deze manier. Het is een functioneel hersengebied; taalgebieden dir ontstaan voor het verklaren van ons gedrag.

Blackmore beschrijft dit als een egotheorie, maar het kan als bundeltheorie verdedigt worden; omdat het zelfconfabulatie is.

19
Q

MacKay

Neurowetenschappelijk

A

het zelf bestaat uit zelfcontrolerende breinprocessen. Hij onderscheidt twee niveau’s in onze breinfunctie
- uitvoerend: breinprocessen die doelgericht activiteiten aansturen en evalueren op basis van huidige criteria en prioriteiten
- zelfcontrolerend: breinprocessen die deze criteria en prioriteiten bepalen en updaten

Blackmore interpreteert dit als egotheorie, het zelf bestaat fysiek als breinproces, in stand gehouden door neurale structuur.

20
Q

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf

A

geloven dat het zelf zich niet louter in ons brein of zelfs in ons lichaam bevindt. Bewustzijn ontstaat in interactie met de omgeving en ook ons zelf ontstaat in belichaamde interactie met onze omgeving;
- Gallagher
- zelf is een sociaal construct

21
Q

Gallagher

enactief

A

het feit dat ons lichaam van ons is, is al ingebouwd in onze ervaringen van de wereld. ons lichaam wordt niet ervaren door een zelf dat onafhankelijk van dit lichaam bestaat. ons gevoel een zelf te zijn wordt veroorzaakt door het feit dat we de wereld ervaren vanuit ons persoonlijk, belichaamd perspectief.

22
Q

Het zelf is een sociaal construct

enactief

A

het zelf ontstaat in relaties met anderen. zelven ontstaan in sociale relaties en vanuit specifieke rollen binnen sociale instituten en groepen.
- Saunders: “others think of me, therefore I exist.”

23
Q

zijn enactieve theorieën ego- of bundeltheorieën?

A

afhankelijk van doel theorie
- definiëren van zelf = egotheorie
- uit te leggen gevoel zelf = bundeltheorie

het zelf wordt volgens Blackmore enorm geherinterpreteerd

24
Q

narratieve theorieën over het zelf

A

Daniel Dennet: het zelf ontstaat in onze praktijk van verhalen vertalen
- bundeltheorie = het zelf is narratief en een illusie
het zelf is een centrum van narratieve zwaartekracht. het bestaat niet, maar is een fictie die ontstaat omdat ons brein alles consistent en coherent wil maken. de fictie ontstaat door de manier waarop we in 1e persoon over onze ervaringen en sensaties spreken.

geen typische narratieve theorie

het zwaartepunt bestaat niet echt, maar wordt gebruikt om berekeningen consistent te maken.

25
Q

typisch narrativisme

A

ons zelf komt voort uit verhalen die we vertellen over onszelf; je zelf-narratief.

26
Q

Metzingers fenomenale zelfmodel

A

we kennen de wereld alleen via representaties van de wereld die we in ons hoofd construeren, we kunnen de wereld nooit echt kennen zoals die is, maar alleen hoe die aan ons verschijnt in onze ervaringen.
- werkelijkheidssimulaties van lage kwaliteit.
- het fenomenale zelfmodel is transparant
- ook is het fenomenale zelfmodel evolutionair voordelig